2013
Geniet van het moment
Maart 2013


Verhalen uit de conferentie

Geniet van het moment

President Dieter F. Uchtdorf, tweede raadgever in het Eerste Presidium, ‘Over spijt en voornemens’, Liahona, november 2012, pp. 23–24.

President Dieter F. Uchtdorf

Mijn vrouw, Harriet, en ik gaan graag een eindje fietsen. Het is heerlijk om naar buiten te gaan en van de natuur te genieten. We hebben zo onze lievelingsroutes, maar we houden ons niet teveel bezig met hoe ver of hoe hard we gaan in vergelijking met andere fietsers.

Maar soms denk ik dat we ons best eens zouden kunnen meten met andere fietsers. We zouden verder of harder kunnen fietsen als we ons iets meer inspannen. Soms bega ik zelfs de vergissing om dit tegen mijn lieve vrouw te zeggen.

Ze reageert altijd vriendelijk, duidelijk en rechtdoorzee op dergelijke suggesties. Ze glimlacht en zegt dan: ‘Dieter, het is geen wedstrijd, het is een tocht. Geniet van het moment.’

Ze heeft absoluut gelijk!

Soms concentreren we ons in dit leven zo op de eindstreep dat we nalaten plezier in de tocht te hebben. Ik ga niet met mijn vrouw uit fietsen, omdat ik mij verheug op de thuiskomst. Ik doe het omdat ik het fijn vind om dat samen met haar te doen.

Is het niet een beetje dwaas om plezierige en vreugdevolle momenten te bederven door alleen geïnteresseerd te zijn in wanneer ze afgelopen zijn?

We beginnen bij mooie muziek toch ook niet pas te genieten als de laatste noot is weggestorven? Nee. We luisteren aandachtig naar de variaties in de melodie, ritmiek en harmonie van de hele compositie.

Spreken we onze gebeden uit met alleen het ‘amen’ of het einde in gedachten? Natuurlijk niet. We bidden om dicht bij onze hemelse Vader te zijn, zijn Geest te ontvangen en zijn liefde te voelen.

We moeten niet wachten met gelukkig zijn tot we een bepaald punt in de toekomst hebben bereikt, om er vervolgens achter te komen dat het geluk al die tijd al binnen handbereik was! We hoeven niet terug te blikken om het leven te kunnen waarderen. ‘Dit is de dag die de Here gemaakt heeft […] ’, schreef de psalmist, ‘laten wij juichen en ons daarover verheugen.’ [Psalmen 118:24.]