Veerkrachtige kinderen opvoeden
Hoe goed kinderen met tegenslagen omgaan is grotendeels afhankelijk van hoe goed hun ouders hun hebben geleerd om te herstellen.
Het leven is vol beproevingen. De Heer zegt dat Hij ons heeft gekozen ‘in de smeltoven der ellende’ (Jesaja 48:10), dat we worden ‘beproefd, evenals Abraham’ (LV 101:4) en dat problemen ons ‘ondervinding zullen geven en voor [ons] eigen bestwil zullen zijn’ (LV 122:7). Dat klinkt nogal ontmoedigend. Wellicht vragen we ons af of we te midden van beproevingen wel kalm en gelukkig kunnen zijn. In de Schriften staat dat dat inderdaad kan (zie 2 Korintiërs 12:10; Hebreeën 5:7–8; LV 127:2).
Toen ik op het opleidingscentrum in Provo (Utah, VS) met zendelingen in gesprek ging, merkte ik dat de belangrijkste oorzaak van hun emotionele problemen een gebrek aan veerkracht was. Als een intelligente, vaardige zendeling zonder eerdere emotionele problemen het moeilijk heeft, vragen veel priesterschapsleiders en anderen zich af hoe dat komt. In veel gevallen heeft de zendeling gewoon niet geleerd om goed met moeilijkheden om te gaan. Ouders kunnen hun kinderen voor dergelijke problemen behoeden door ze beginselen van veerkracht bij te brengen.
Een veerkrachtige houding
De oorspronkelijke definitie van het woord veerkracht heeft te maken met hoe snel materiaal zijn originele vorm weer aanneemt nadat het gebogen, uitgerekt of samengeperst is. Tegenwoordig beschrijven we met dat woord ons vermogen om na tegenspoed te herstellen.
We weten twee dingen over tegenspoed en veerkracht: ten eerste is er ‘een tegenstelling in alle dingen’ (2 Nephi 2:11). Ten tweede moeten we vaak grote offers brengen om iets waardevols te verkrijgen.
Worden kinderen veerkrachtig, dan begrijpen en aanvaarden ze die twee feiten. Ze weten dat er moeilijkheden en veranderingen zijn, maar ze geloven dat ze daar goed mee om kunnen gaan. Ze beschouwen vergissingen en zwakheden als mogelijkheden om iets te leren en accepteren dat verliezen soms aan winnen voorafgaat.
Kinderen die veerkracht ontwikkelen, geloven dat ze hun toekomst door inspanning, verbeeldingskracht, kennis en vaardigheden kunnen beïnvloeden en zelfs in de hand hebben. Door deze houding richten ze zich liever op wat ze wél kunnen dan op waar ze geen controle over hebben.
Een ander kenmerk van veerkracht is zien dat het leven een doel en betekenis heeft en dat mensen belangrijk zijn. Kinderen met een gevoel van richting geven de moed niet op, ook al zit het tegen en staan ze onder druk. Als onze kinderen veerkrachtiger worden, zullen ze sterke waarden ontwikkelen die hun richting geven: naastenliefde, deugd, integriteit, eerlijkheid, arbeidsethos en geloof in God. Ze zullen eerder betrokken zijn bij wat er om hen heen gebeurt en zich aan hun waarden houden dan zich buitengesloten te voelen of problemen uit de weg te gaan.
In het evangelie worden die waarden en waarnemingen versterkt.
Perfectionisme staat veerkracht in de weg
Een verkeerd begrip van het gebod om volmaakt te zijn (zie Matteüs 5:48) kan de ontwikkeling van veerkracht in de weg staan. Naar wat ik gezien heb, staat dit misverstand de veerkracht van nieuwe zendelingen het meest in de weg. Ze willen alles perfect doen omdat ze hun hemelse Vader en Jezus Christus liefhebben en Hen niet willen teleurstellen. Ze begrijpen echter niet dat de Heer door zwakke, eenvoudige dienstknechten te werk gaat (zie LV 1:19–23) en dat naar volmaaktheid streven niet inhoudt dat we nooit fouten maken, maar dat we ons, als we Christus proberen te volgen, door zijn verzoening volledig ontwikkelen (zie Matteüs 5:48).
Dat misverstand wordt misschien ook door de samenleving gecreëerd die ze voorhoudt dat hun waarde afhangt van hun talent of prestaties. Op school, in de gemeenschap en soms zelfs in de kerk of thuis zien jongeren dat hun leeftijdgenoten vanwege hun talenten worden geaccepteerd, bewonderd, goedgekeurd en geprezen. Dus proberen ze aan die verwachtingen te voldoen. Maar dan worden ze bang om fouten te maken en te falen en doen ze wat ze denken dat hen succesvol zal maken. Als ze iets niet durven, stellen ze het uit. Als ze fouten maken, zijn ze bang voor de mening van anderen. Ze zijn bang dat ze geen goedkeuring krijgen. Ze meten hun waarde aan hun prestaties af. Hun perfectionisme wordt een harde leermeester en hun veerkracht slijt af.
Omdat zendelingen in het opleidingscentrum bijvoorbeeld niet kunnen kiezen wat ze wel of niet tijdens hun voorbereiding doen, maken ze fouten in hun nieuwe taal, in het evangelieonderwijs en met andere zendingstaken die ze verrichten. Ze maken die fouten in het bijzijn van vreemdelingen. Als ze dan niet veerkrachtig genoeg zijn, voelen ze zich overweldigd en ontmoedigd.
Kinderen veerkracht laten ontwikkelen
Dus hoe zorgen we ervoor dat onze kinderen veerkracht ontwikkelen? Onze hemelse Vader is ons voorbeeld. Hij behandelt ons met liefde en respect, ook als we fouten maken. Hij wijst ons op ons potentieel (zie Mozes 1:39) en op onze grote waarde (zie LV 18:10), welke op onze identiteit als zijn zoon of dochter gebaseerd zijn. Hij geeft ons wetten, zodat we weten wat Hij van ons verwacht (zie LV 107:84), laat ons zelf kiezen (zie 2 Nephi 2:15–16) en laat ons daar vrij in (zie LV 130:20). Door zijn leer en instructies kunnen we onze fouten goedmaken (zie LV 1:25–26) en door bekering en schadeloosstelling kunnen we onze zonden rechtzetten (zie LV 1:27–28).
Hieronder staan enkele aanbevelingen om die beginselen thuis toe te passen:
-
Bid om te begrijpen wat de sterke kanten van uw kinderen zijn en hoe u ze met hun zwakheden kunt helpen.
-
Wees geduldig en besef dat kinderen tijd nodig hebben om veerkracht te ontwikkelen.
-
Probeer te begrijpen dat vergissingen en fouten mogelijkheden zijn om iets te leren.
-
Laat ze de natuurlijke, logische gevolgen van hun daden ondervinden.
-
Respecteer de beslissingen van uw kinderen, ook al worden ze door hun slechte keuzen benadeeld.
-
Scheld uw kinderen niet uit als ze de regels breken.
-
Ontmoedig ze niet door harde terechtwijzingen.
-
Moedig ze aan en prijs ze voor hun inspanning, niet voor het resultaat.
-
‘Prijs uw kinderen meer dan u ze straft. Prijs ze voor de kleinste prestatie’ (President Ezra Taft Benson [1899–1994], ‘The Honored Place of Woman’, Ensign, november 1981, p. 107).
Voeren wij met een gebed in ons hart de moeilijke opdracht uit om veerkrachtige kinderen op te voeden, dan zegent de Heer ons met de nodige leiding en inspiratie, zodat ze de emotionele en geestelijke kracht ontwikkelen om problemen op te lossen.