Sarah en de MRI-scan
De auteur woont in Colorado (VS).
Misschien kan de Heilige Geest Sarah helpen om niet zo bang te zijn.
‘De Heiland heeft beloofd dat Hij ons zenden zou de Heil’ge Geest als goede Vriend van mij en ook van jou.’ (Kinderliedjes, 105.)
‘Het ziet ernaar uit dat we een MRI-scan van Sarahs rug moeten maken’, zei dokter Frank. Hij glimlachte naar Sarah. ‘Ik zal kijken of we dat morgen kunnen doen. Ik ben zo weer terug.’
Sarah had al lang rugpijn. Toen ze die ochtend wakker werd, had ze zoveel pijn dat ze bijna niet rechtop kon staan, en ze kon haast niet lopen. Sarah en haar moeder waren naar dokter Frank gegaan om te vragen wat er aan de hand was.
‘Weer een MRI-scan?’ vroeg Sarah, terwijl ze naar haar moeder keek. Ze had al eens eerder een MRI-scan gehad. Ze wist nog hoe bang ze toen was in de grote buis die foto’s van de binnenkant van haar lichaam maakte.
‘Het spijt me, Sarah’, zei haar moeder. Maar met die foto’s kan dokter Frank zien wat er met je rug aan de hand is. Ik weet dat je het kunt. En ik blijf vlak bij je.’ Mama kneep in Sarahs hand.
‘Maar je kunt niet met me mee naar binnen’, zei Sarah. Ze liet haar hoofd zakken en er stroomde een traan over haar wang. Mama kon wel met haar mee de kamer in, maar niet in de machine. Daar was ze alleen.
Mama sloeg haar arm om Sarah heen. ‘Dat is wel zo, maar weet je wie er wel met je mee naar binnen kan om je te troosten?’
Sarah moest aan een naam denken die weleens voor de Heilige Geest wordt gebruikt: de Trooster. Misschien dat de Heilige Geest haar kon helpen om niet zo bang te zijn.
‘De Heilige Geest?’ vroeg Sarah.
Mama knikte. ‘Dat klopt. Je kunt bidden en vragen of de Heilige Geest je wil helpen. Papa en ik zullen ook voor je bidden.’
Toen kreeg Sarah een goed idee. ‘Kan papa mij een zalving geven?’
Mama glimlachte. ‘Natuurlijk. Ik weet dat hij dat graag voor je doet.’
Die avond legde papa zijn handen op Sarahs hoofd en zalfde haar. Toen hij Sarah een zegen gaf en zei dat ze door de Heilige Geest getroost zou worden, kreeg ze een warm gevoel vanbinnen. Ze had dat gevoel de hele avond.
De volgende dag lag Sarah op de tafel die in de buis van de MRI-machine zou worden geschoven. Ze herhaalde in gedachten de woorden die haar vader tijdens de zegen had gesproken: De Heilige Geest zal bij je zijn om je te troosten. Sarah kneep hard in de hand van haar moeder. Toen schoof de verpleegkundige haar in de buis.
De MRI-machine maakte gekke geluiden toen hij foto’s van haar rug nam. Sarah moest heel stil blijven liggen zodat de foto’s niet onscherp zouden worden. Ze raakte even in paniek, maar toen voelde ze dat warme gevoel weer. Het leek wel of haar moeder haar in de armen nam. Of dat ze in een knuffeldeken lag. Ze wist dat alles in orde zou komen. Voordat ze het wist, was de MRI-scan al klaar!
In het kantoor van dokter Frank konden Sarah en haar moeder de foto’s van Sarahs rug bekijken. ‘Je hebt goed stilgelegen’, zei dokter Frank toen hij naast Sarah ging zitten. ‘Op deze foto’s van je rug kan ik zien dat je geopereerd moet worden, zodat je weer beter kunt lopen.’
Sarah moest even slikken.
‘We willen de operatie zo snel mogelijk doen’, zei dokter Frank terwijl hij naar Sarahs moeder keek. Toen keek hij weer naar Sarah. ‘Het kan enkele weken duren voordat je weer de oude bent, maar het gaat allemaal goed lukken.’
Sarah dacht aan alle dingen die ze na de operatie wilde doen. Dan kan ik rennen en zwemmen en in een grote hoop bladeren springen. Ze mistte al die dingen. Maar een operatie was nog enger dan een MRI-scan! Toen dacht Sarah aan haar gebeden en de zalving die ze van haar vader had gekregen. Onze hemelse Vader had haar de Trooster gestuurd. Hij zou haar wel weer helpen.
Ze keek naar dokter Frank. ‘Kan ik dan weer in een grote hoop bladeren springen?’ vroeg ze.
Hij glimlachte. ‘Ja, dan kun je weer in een grote hoop bladeren springen.’