Tot weerziens
Help vandaag iemand
Uit ‘Wat heb ik vandaag voor iemand anders gedaan?’ Liahona, november 2009, 84–87.
Wij zijn de handen van de Heer. Hij vertrouwt op ons.
Ik ben ervan overtuigd dat het de bedoeling van elk lid van de kerk is om behoeftige mensen te dienen en te helpen. Bij onze doop hebben wij ons ertoe verbonden ‘elkaars lasten te dragen, opdat zij licht zullen zijn’ (Mosiah 18:8). Hoe vaak is uw hart geraakt doordat u de behoefte van iemand anders zag? Hoe vaak was het uw bedoeling om hulp te bieden? Maar hoe vaak heeft uw dagelijks leven er een stokje voor gestoken en hebt u het verlenen van hulp aan anderen overgelaten, in de mening dat ‘er toch zeker wel iemand in die behoefte zal voorzien.’
Wij raken zo verstrikt in de drukke kanten van ons leven. Als we eens een stap achteruit zouden doen en eens goed keken naar wat we aan het doen waren, zouden we erachter komen dat […] we vaak de meeste tijd [besteden] aan de dingen die er in het grote bestel eigenlijk niet zo toe doen, terwijl wij de belangrijker zaken verwaarlozen. […]
Wij worden omringd door mensen die behoefte hebben aan onze aandacht, onze aanmoediging, onze steun, onze troost en onze vriendelijkheid — of het nu om familieleden, vrienden, kennissen of vreemden gaat. Wij zijn de handen van de Heer hier op aarde, met de opdracht om zijn kinderen te dienen en op te beuren. Hij is afhankelijk van ieder van ons. […]
Mogen de woorden van een bekende lofzang diep tot in onze ziel doordringen […]:
Heb ik heden iets goeds in de wereld gedaan?
Mij waar nood was ter hulpe gegord?
Heb ik vreugde gesticht, iemands lijden verlicht?
Zo niet, o, dan schoot ik tekort.
Heb ik heden m’om ’t lot van een zwoeger bekreund,
die tobde met lasten, zo zwaar?
Heb ik zieken en zwakken getroost en gesteund?
Toen mijn hulp werd gevraagd, stond ik klaar?
[Naar ‘Have I Done Any Good?’ Hymns, nr. 223.]
[…] Mogen wij onszelf de vraag stellen […]: ‘Wat heb ik vandaag voor iemand anders gedaan?’ Ik raad leden over de hele wereld aan iemand te zoeken die een moeilijke tijd doormaakt, die ziek of eenzaam is, en vandaag iets voor hem of haar te doen.