Afgedwaalden met liefde omringen

Bestudeer dit materiaal onder gebed. Laat u inspireren zodat u weet wat u het beste kunt bespreken. Hoe bereidt een beter begrip van het doel van de zustershulpvereniging dochters van God voor op de zegeningen van het eeuwige leven?

President Dieter F. Uchtdorf, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘De realiteit is dat er geen volmaakte gezinnen bestaan. […] Welke problemen je ook hebt in je gezin, wat je ook moet doen om ze op te lossen, die oplossing begint en eindigt bij naastenliefde, de reine liefde van Christus.’¹

Met betrekking tot hen die het evangelie niet ten volle naleven, heeft Linda K. Burton, voormalig algemeen ZHV-presidente, gezegd: ‘Onze hemelse Vader houdt van al zijn kinderen. […] Het maakt niet uit waar ze zich bevinden, op het pad of niet, Hij wil dat ze weer thuiskomen.’²

‘Hoe opstandig [uw kinderen] ook mogen zijn, […] als u met ze praat, doe dat dan niet in boosheid, doe het niet hardvochtig, of met een veroordelende geest’, heeft president Joseph F. Smith (1838–1918) gezegd. ‘Spreek vriendelijk tegen ze.’³

Ouderling Brent H. Nielson van de Zeventig heeft de instructie van de Heiland aan hen die tien penningen hebben en er één verliezen, herhaald: ‘Ga ernaar op zoek. Als het verloren schaap uw zoon of dochter is, of uw broer of zus, [moeten wij] na alles wat wij kunnen doen, de persoon met heel ons hart liefhebben. […]

‘Mogen u en ik geopenbaard krijgen hoe we onze afgedwaalde dierbaren het beste kunnen benaderen. Mogen wij zo nodig het geduld en de liefde van onze hemelse Vader en zijn Zoon Jezus Christus hebben, terwijl we liefdevol naar de verloren zoon uitkijken en op hem wachten.’⁴

President Henry B. Eyring, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Ik heb vol geloof gebeden dat iemand die mij dierbaar was de kracht van de verzoening zou voelen. Ik heb vol geloof gebeden dat menselijke engelen die persoon te hulp zouden schieten, en dat gebeurde.

‘God heeft manieren verschaft om al zijn kinderen te redden.’⁵

Aanvullende Schriftteksten en informatie

Mattheüs 18:12; Alma 31:35; 3 Nephi 13:32; LV 121:41–42

reliefsociety.lds.org