Haar geloof hervinden
De weg terug is niet altijd makkelijk, maar hij is er altijd.
Als we in het Boek van Mormon de woorden ‘zij geraakten op verboden paden en gingen verloren’ (1 Nephi 8:28) tegenkomen, klinkt dat de meesten van ons waarschijnlijk niet erg hoopvol in de oren. Integendeel zelfs. Je ziet haast al voor je hoe het met deze groep mensen die in Lehi’s visioen van de boom des levens worden beschreven – de mensen die de vrucht proefden en toen wegliepen – fout afloopt.
Maar Te Oranoa M. (17) uit Nieuw-Zeeland ziet dat anders. ‘Wat me in deze tekst inspireert,’ zegt ze, ‘is dat er niet staat dat ze voor altijd verloren zijn.’
Wat is dat waar! En ze heeft het uit eigen ervaring geleerd. ‘Ik ben bij de kerk weggegaan,’ zegt ze, ‘maar ik ben ook weer teruggekomen.’
Weggeëbd
Te Oranoa is in de kerk opgegroeid en vertelt hoe ze haar eigen getuigenis kreeg en zelfs geestelijke doelen stelde. ‘Maar dat getuigenis bekoelde’, zegt ze.
In sommige opzichten herkent ze zichzelf in Amulek, vooral in hoe hij zich aan het volk van Ammonihah omschreef: ‘Ik [verstokte] mijn hart, want ik werd menigmaal geroepen, maar wilde niet luisteren; daarom wist ik van deze dingen, maar toch wilde ik niet weten’ (Alma 10:6).
Te Oranoa zegt dat het bij haar precies zo ging. ‘Net als Amulek wist ik van al deze geestelijke zaken af en de Geest zei me dat ik bepaalde dingen moest doen, maar omdat ik een beetje koppig en trots was, deed ik ze niet. Toen is mijn getuigenis, zeg maar, weggeëbd.’
Uiteindelijk zou Amuleks ervaring meer voor Te Oranoa worden dan alleen maar een verhaal. Zij zou ook een keerpunt worden op haar weg terug.
Dierbare herinneringen terughalen
Zelfs in de tijd dat haar geloof bekoeld was, dacht ze nog wel terug aan fijne ervaringen die ze had gehad. Te Oranoa vergat nooit hoe ze zich voelde toen ze met een groep jongeren naar de tempel ging of een jeugdconferentie bijwoonde.
‘Ik herkende een patroon’, zegt ze. ‘Als ik naar de kerk ging, voelde ik me echt goed, maar als ik niet ging, voelde ik me niet goed.’
Op een gegeven moment besloot Te Oranoa te kijken of ze die goede gevoelens weer kon terughalen. Ze begon met het lezen van recente conferentietoespraken.
Een toespraak op de algemene oktoberconferentie in 2016, ‘Van Alma en Amulek leren’ van president Dieter F. Uchtdorf, tweede raadgever in het Eerste Presidium, maakte iets in Te Oranoa wakker. Ze herkende veel van haar eigen leven en gevoelens in president Uchtdorfs beschrijving van hoe Amuleks geloof was weggeëbd. Ook kwam de herinnering aan hoe gelukkig ze was toen haar geloof sterker was, krachtiger terug dan ooit. Op dat moment besloot ze het anders te gaan doen.
‘Ik hoopte iets te vinden dat het vlammetje van mijn getuigenis weer zou aanwakkeren’, vertelt ze. ‘Dus ik las president Uchtdorfs toespraak en ja hoor, het vlammetje ging weer branden!’
Hoop op de eeuwigheid
Te Oranoa’s pad terug naar het geloof is niet altijd makkelijk, maar aan het einde van die tunnel brandt een licht dat haar blijft aantrekken: de hoop op een eeuwig gezin.
‘Gezinnen kunnen eeuwig samen zijn’, zegt ze. ‘Dat is mijn grootste droom, mijn grootste hoop in het leven. Als ik een bepaald onderwerp wil bestuderen, of een bepaalde leerstelling ingewikkeld vind, probeer ik het in verband te brengen met eeuwige gezinnen. Bijvoorbeeld: waarom is Jezus Christus’ verzoening belangrijk voor mij? Eén reden is dat ik zijn verzoening nodig heb om waardig de tempel binnen te gaan en voor eeuwig aan mijn gezin verzegeld worden.’
Voor God kiezen
Het is misschien goed om te bedenken dat de mensen in Lehi’s visioen die na het proeven van de vrucht wegliepen, deze vrucht wel geproefd hadden. Ze moeten ervaren hebben hoe heerlijk hij is, al was het maar even. En ze kunnen dat opnieuw ontdekken. Aan die hoop houdt Te Oranoa zich vast, voor zichzelf en voor anderen.
‘Je hoeft niet je hele leven op die verboden paden te blijven’, zegt ze. ‘Je kunt op elk moment weer voor de Heer kiezen.’