Boodschap van de gebiedsleiding
De wereld heeft uw licht nodig
In tijden van duisternis, beroering en onzekerheid zijn we geneigd ons te wenden tot de ware Bron van licht, hoop en gemoedsrust. Hij heeft het voorbeeld van naastenliefde en dienstbetoon gegeven, en ons opgedragen dat voorbeeld na te volgen. Als wij Hem volgen, verbinden we ons om de rest van ons leven mensen in nood te helpen en van Christus te getuigen.1
Kort voordat de Tweede Wereldoorlog uitbrak, bracht de National Gallery in Londen duizenden belangrijke schilderijen veilig in Wales onder.2 Het publiek zette de overheid echter onder druk om enkele van de kunstwerken terug te brengen, en er werd besloten om de moraal van het publiek te verhogen door maandelijks één schilderij tentoon te stellen. In een brief in The Times van januari 1942 wordt dit uitgelegd: ‘Omdat de aanblik van Londen tegenwoordig vol littekens en blauwe plekken is, is onze behoefte groter dan ooit aan het zien van mooie dingen.’
Het eerste ‘schilderij van de maand’ dat het publiek koos, was Noli me tangere (‘Raak Mij niet aan’) van de Italiaanse kunstenaar Titiaan.3 Op het schilderij is de herrezen Christus bij zijn verschijning aan Maria Magdalena te zien. Na zijn dood treft ze het graf leeg aan, ziet Hem voor de hovenier aan en smeekt Hem om haar te zeggen waar Hij het lichaam van Christus naartoe heeft gebracht. Wanneer Hij haar aanspreekt, herkent ze zijn stem en beseft ze wie Hij werkelijk is: haar Heiland en ‘Meester’.4
We hebben al erg roerige tijden gehad dit jaar. Misschien zijn wij, net als de Maria van Titiaan, ook op zoek naar de Heiland. President Nelson herinnert ons eraan dat Jezus het ‘Licht is dat in het duister schijnt’.5 De Heiland heeft zijn volgelingen geleerd: ‘Ik ben het Licht der wereld; wie Mij volgt, zal beslist niet in de duisternis wandelen, maar zal het licht van het leven hebben.’6
Een manier om de Heiland te volgen, is ons te houden aan ons verbond om behoeftige mensen te helpen. Toen de profeet Alma het doopverbond uiteenzette, zei hij dat wij ‘gewillig [moeten zijn] elkaars lasten te dragen, opdat zij licht zullen zijn’, ‘gewillig [moeten zijn] te treuren met hen die treuren’ en ‘hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben’.7
De Heiland is ons grootste voorbeeld van dienstbaarheid. Ondanks zijn moeilijkheden, bedreigingen en vervolging, ging Hij door ‘het land […], terwijl Hij goeddeed’. Hij bracht zijn zending op aarde door met het zegenen, dienen en helpen van zijn medemens. De verzoening van Jezus Christus was een goddelijke uiting van liefde, opoffering en dienstbetoon voor de mens. ‘Niemand heeft een grotere liefde dan deze, namelijk dat iemand zijn leven geeft voor zijn vrienden.’8
Helaas is dat niet wat de wereld ons leert. Zij leert ons dat we voor onszelf moeten zorgen, dat geluk te vinden is in aankopen, overdreven consumptiegedrag en de lofbetuigingen van de mensen met wie wij omgaan.9 De Heiland stelde voor zijn discipelen een heel andere weg voor. Het was een weg die minder met ‘hebben’ en meer met ‘zijn’ te maken had. Hij droeg ons met name op om liefdevol, vriendelijk, vergevensgezind, barmhartig, geduldig, zachtmoedig, lankmoedig en nederig te zijn. De richting die Hij aangaf, had niet zozeer te maken met onszelf redden. In plaats daarvan moedigde Hij ons aan om onszelf in de zorg en liefde voor anderen ‘te verliezen’.
Jezus Christus besteedde zijn tijd aan het dienen en helpen van zijn medemens. En als zijn discipelen worden wij aangemoedigd om dat ook te doen. De Heiland heeft gezegd: ‘Hierdoor zullen allen inzien dat u Mijn discipelen bent: als u liefde onder elkaar hebt.’10
Er zijn oneindig veel mogelijkheden om anderen te dienen. Een glimlach of een vriendelijk woord kan al genoeg zijn. Of de tijd nemen om naar iemand te luisteren. Een vriendelijk gebaar voor iemand die misschien te weinig aandacht krijgt, of die door uw gemeenschap vergeten, geïsoleerd of verwaarloosd is.
Met dienstbetoon zijn we anderen tot zegen, maar we krijgen er zelf ook aanzienlijke, zinvolle zegeningen door. Zo kunnen we Gods liefde voor ons beter voelen, en verdwijnen onze eigen zorgen, angsten, begeerten en twijfels naar de achtergrond.11 Eenvoudig, regelmatig dienstbetoon is een uiting van onze liefde voor God en onze medemens. Ouderling Uchtdorf heeft gezegd: ‘Begrijpen we werkelijk wat het inhoudt om lief te hebben zoals Jezus Christus ons liefheeft, dan ruimt dat de verwarring uit de weg en worden onze prioriteiten duidelijk. Onze levenswijze als discipelen van Christus geeft ons meer vreugde. Ons leven krijgt meer zin. Onze band met onze hemelse Vader wordt inniger.’12
Ik wil drie dingen voorstellen die we allemaal kunnen overwegen.
-
Wees stil. Jezus Christus is het licht dat in de duisternis schijnt.
-
Wees een licht. U kunt uw hele leven thuis een licht zijn, in uw familie en in uw gemeenschap, door behoeftige medemensen te helpen en van Christus te getuigen.
-
Wees een weldoener. Met eenvoudige daden van dienstbetoon geeft u veel mensen vreugde, hoop en gemoedsrust.
Jezus Christus is het licht dat wij in tijden van duisternis, beroering en onzekerheid zoeken. Hij heeft ieder van ons uitgenodigd om een ‘licht’ voor de wereld te zijn. We kennen iemand die behoeftig is, iemand die we kunnen opbeuren en sterken. Dit is het werk waartoe we geroepen zijn. Dit is zijn werk. En doen we dit, dan ontdekken we onze ware identiteit als kinderen van een liefdevolle Vader in de hemel.