‘Dankbaar voor de kans om ze naar huis te brengen’, Liahona, april 2024.
Geloofsportret
Dankbaar voor de kans om ze naar huis te brengen
Door de veilige terugkeer van mijn vader tijdens de Tweede Wereldoorlog leerde ik het wonder van familiegeschiedenis waarderen nadat ik lid van de kerk was geworden.
Parijs was in 1939 in veel opzichten een donkere plek. De nederlaag van onze soldaten was op handen en een stroom Parijzenaren begon de stad te verlaten. In de zomer van 1940 had Duitsland Frankrijk bezet.
Mijn vader werd op grond van de Service du Travail Obligatoire (dwangarbeid) opgeroepen en naar Duitsland gestuurd om in een fabriek te werken. Mama en ik bleven bij elkaar en deden klusjes om in die moeilijke jaren van de bezetting rond te komen.
Op een dag in de zomer van 1944 fietste ik van mijn werk naar huis. Ik fietste over de Place de la Concorde en bevond me opeens midden in de strijd. Duitse tanks reden het plein op, en er heerste veel verwarring toen er van alle kanten geschoten werd, zelfs vanaf de daken. Een Duitse soldaat greep me bij mijn arm en duwde me achter zijn tank, wat mijn leven redde.
Daarna veranderde alles snel. De geallieerde legers vielen al gauw binnen en heroverden Parijs. Dat werd in Frankrijk gevierd, maar mama en ik konden niet meedoen met alle vreugde. We hadden niets over papa gehoord. De Franse gevangenen keerden langzaamaan terug, maar wij vroegen ons af wat er was gebeurd met de mensen die in de Duitse fabrieken werkten.
Op een avond kwam papa onverwachts thuis, uitgeput en ongeschoren. Hij vertelde ons over zijn wonderbaarlijke ontsnapping uit Duitsland en zijn reis te voet, per fiets en trein door Hongarije en Tsjecho-Slowakije.
Ons gezin was weer bij elkaar en we waren opgetogen.
Onbetwistbare antwoorden
Een aantal jaren later werd het eeuwige belang van het bij elkaar zijn – en bij elkaar brengen – van ons gezin duidelijk, toen ik de leringen aanvaardde van twee jonge mannen die bij de chocoladefabriek van mijn man aanklopten. Zij zeiden dat ze zendelingen van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen waren.
Mijn man, Gerard, had na zijn werk bij ons thuis met ze afgesproken, maar was vergeten dat aan mij te vertellen. Toen ik deze twee jongens zag aankomen, liet ik ze in de woonkamer op Gerard wachten. Ik was niet erg vriendelijk voor ze.
Ik was gelovig, maar mijn geloof vergde niet veel van mij. Ik had een gelukzalig leven gehad en nooit echt de behoefte gehad om te studeren of vragen te stellen. Ik voelde me niet op mijn gemak bij de gedachte dat ik vraagtekens bij mijn geloof moest zetten, en ik meende dat ik niet moedig genoeg was om van kerk te veranderen.
Gerard ging lange tijd zonder mij naar de kerk. De kleine gemeente waar hij naartoe ging, kwam in een woonwagen bijeen, omdat het eerste kerkgebouw in Frankrijk nog werd gebouwd. Gerard hielp zelfs met het uitgraven van de fundering.
Hij kwam gelukkig thuis en probeerde me over zijn indrukken te vertellen. Uiteindelijk begon ik de zendelingenlessen te volgen en stelde ik vragen die voornamelijk bedoeld waren om die twee arme zendelingen in verlegenheid te brengen. Ze gaven vol geduld en volkomen eerlijk toe dat ze bepaalde dingen niet wisten, boden me aan om mijn vragen te onderzoeken en kwamen de week erna terug met onbetwistbare antwoorden.
Toen een pastoor ons bezocht en ontdekte dat de zendelingen langskwamen, probeerde hij ons duidelijk te maken dat de leerstellingen van de kerk vals waren. Maar zijn inspanningen hadden het tegenovergestelde effect. Toen hij de leden van de kerk in een kwaad daglicht probeerde te stellen, besloot ik de beginselen van de zendelingen te aanvaarden en me te laten dopen.
Gerard was al lang klaar om zich te laten dopen, maar wilde dat niet zonder mij doen. In mei 1964 plaatsten de zendelingen een draagbaar zwembad middenin de woonkamer van hun appartement, dat ze door middel van een buis uit de gootsteen met water vulden. Al onze vrienden uit de kerk waren erbij. Ik werd zo emotioneel dat ik dacht dat mijn tranen het zwembad zouden laten overlopen!
Voor eeuwig verbonden
Een jaar later werden mijn man en ik in de Berntempel (Zwitserland) aan elkaar verzegeld, waarna onze twee dochters aan ons verzegeld werden. Daar deden we ook tempelwerk voor onze voorouders. Ik vind het geweldig wat de kerk ons leert over familiegeschiedenis, verzegelingen en de vergadering van Israël. Ik waardeer het dat het bij elkaar brengen van families zo centraal staat.
Aan je familiegeschiedenis werken, was in die tijd niet makkelijk in Frankrijk, maar ik voelde me geïnspireerd om het te doen. Er bestonden geen gedigitaliseerde documenten, dus reisde ik vaak naar de woonplaats van een voorouder om papieren documenten aan te vragen. Ik had zo’n bijzonder gevoel toen ik documenten vasthield die waren geschreven door eenvoudige mensen die bij de geboorte, het huwelijk of de dood van een van mijn voorouders aanwezig waren geweest.
Door mijn leeftijd ben ik nu wat beperkt, maar ik ben erg dankbaar dat ik via FamilySearch werk voor mijn voorouders kan blijven doen, zowel door te indexeren als nieuwe namen te zoeken. Met de beschikbare hulpmiddelen heb ik meer dan 35.000 namen geïndexeerd en meer dan 5.000 namen gevonden om mee naar de tempel te nemen.
Het geluk dat we in het evangelie vinden, is compleet als we er samen met onze familie van kunnen genieten. Ik ben dankbaar voor de kans om hen samen te brengen – om ze voor eeuwig naar huis te brengen.