Digitaal thema-artikel

De genezende kracht van bekering en vergeving aanvaarden

Ouderling Ulisses Soares

van het Quorum der Twaalf Apostelen

Naar zijn toespraak ‘Asking, Seeking, and Knocking: A Compassionate Pattern’, gehouden op 29 januari 2023 aan de Brigham Young University–Hawaii. De volledige toespraak staat op speeches.byuh.edu.

Antwoord op drie vragen over bekering en vergeving vinden.

Enkele maanden geleden nodigde ik studenten van de BYU–Hawaii uit om een vraag aan een apostel te stellen die hen als discipel van Jezus Christus het meest bezig houdt. Ik groepeerde de vragen per onderwerp. Een onderwerp ging over bekering en vergeving van onze zonden, ons waardig voelen om aan het avondmaal deel te nemen, en Gods liefde voor ons voelen, zelfs als wij ons onwaardig voelen. Ik wil dat onderwerp hier graag behandelen.

Zal God mij nog steeds liefhebben als ik gezondigd heb?

Het is opmerkelijk dat het beginsel bekering na geloof in Jezus Christus komt. Ik kan u vertellen dat God ons liefheeft, zelfs als we zwaar gezondigd hebben. We ontvangen vergeving als we ons voor God verootmoedigd hebben, zo nodig met de juiste kerkleiders hebben gesproken, ons hebben bekeerd en onze zonden hebben verzaakt. Deze stappen brengen ons dichter bij de Heiland, die ons uiteindelijk van wroeging, verdriet, en geestelijke en lichamelijke slavernij kan bevrijden.

Waarom voel ik me nog steeds schuldig als ik me heb bekeerd?

We weten niet waarom we ons soms schuldig blijven voelen als we ons van onze zonden hebben bekeerd. In plaats van te speculeren, kunnen we er met onze hemelse Vader over praten. Stel Hem die vraag rechtuit. Ik weet dat Hij u in de loop der tijd zal openbaren wat u nodig hebt. In mijn geval heb ik nog steeds enkele herinneringen aan fouten uit mijn verleden. Toen ik erover bad, zei de Heer dat ik vergeving had ontvangen en dat ik me er geen zorgen meer over moest maken. Maar ik vind ook dat die herinneringen een waarschuwing zijn om niet meer in die fouten te vervallen.

Dus die herinneringen zijn niet alleen negatief. Ik zie ze als een uiting van Gods liefde voor mij, omdat Hij me voortdurend waarschuwt om die weg niet opnieuw te bewandelen. Als we voortdurend ons best doen, en door onze werken het verlangen tonen om het vat eerst van binnen te reinigen (zie Alma 60:23), gaan gevoelens van schuld en ontmoediging vaak weg. Na verloop van tijd kan onze ervaring op die van Alma lijken, die getuigde dat hij zich na zijn bekering ‘zijn zonden nog wel kon herinneren, maar dat de herinnering aan zijn zonden hem niet meer verscheurde en pijnigde, omdat hij wist dat hij vergeving had ontvangen’.¹

Hoe kan ik anderen vergeven die me gekwetst hebben?

Een interessante overweging die uit de ingediende vragen naar voren kwam, heeft te maken met het vergeven van mensen die ons beledigd hebben en ons slechte dingen hebben aangedaan.

Dat is een interessante vraag. Laten we ons op enkele beginselen richten en nagaan hoe we die kunnen toepassen. Als we het woord van God bestuderen, leren we dat het vergeven van anderen grote geestelijke zegeningen met zich meebrengt, waaronder gemoedsrust en hoop. De belangrijkste zegening is misschien wel dat als wij anderen vergeven, wij vergeving van onze zonden kunnen ontvangen. De Heer leert ons dat vergeving een universeel gebod is en dat van ons wordt vereist ‘alle mensen te vergeven’ (Leer en Verbonden 64:10). Maar dat kan nog steeds moeilijk zijn.

Soms laten we ons door hoogmoed, angst, verbolgenheid of verbittering ontmoedigen zodat we geen hoop kunnen voelen. Maar wie hun geloof en vertrouwen in de Heer stellen, krijgen de moed om te vergeven. Met zijn hulp kunnen we de kracht vinden om anderen te vergeven, of de overtreder nu een ernstige zonde of een onbedoelde overtreding heeft begaan. Vergeven betekent dat we het verwijt voor pijn uit het verleden loslaten. Het verlicht ook een aanzienlijke last. En we moeten verder gaan met ons leven.

Wat vergeten betreft, is het belangrijk om te bedenken dat ‘vergeving niet betekent dat we vergeten dat de overtreding heeft plaatsgevonden of doen alsof er niets gebeurd is. Het betekent niet dat u toestaat dat het [kwetsende gedrag] wordt voortgezet. Het betekent niet dat alle relaties genezen kunnen worden. En het betekent niet dat de overtreder niet verantwoordelijk wordt gehouden voor zijn of haar gedrag. Het betekent dat u met de hulp van de Heiland kunt loslaten.’²

Hier zijn enkele suggesties om u bij dat proces te helpen:

Bid om nederigheid. Nederigheid is het tegenovergestelde van hoogmoed, wat het voornaamste obstakel in onze pogingen om te vergeven is. Hoogmoed leidt ertoe dat we ons concentreren op de vijandige gevoelens jegens anderen. Dan zien we onze eigen zwakheden, fouten en zonden over het hoofd. Maar de Heer belooft: ‘Indien zij zich voor mijn aangezicht verootmoedigen en geloof hebben in Mij, zal Ik maken dat zwakke dingen sterk voor hen worden’ (Ether 12:27). Naargelang onze nederigheid en ons geloof zal de Heer ons helpen om meer op Hem te lijken en net als Hij anderen oprecht te vergeven.
Onze dankbaarheid uiten. Als we onze dankbaarheid uiten, nodigen we de Geest uit, die ons hart kan verzachten en veranderen. U kunt eventueel in een dagboek bijhouden waar u dankbaar voor bent. Let elke dag op uitingen van Gods liefde. Als u een dankbare houding ontwikkelt, merkt u misschien dat u zelfs redenen kunt vinden om dankbaar voor uw beproevingen te zijn.
Wees geduldig. Vergeven als u veel pijn hebt, kan tijd kosten. Een vrouw die van een pijnlijke echtscheiding herstelde, kreeg deze wijze raad van haar bisschop: ‘Maak een plaats in je hart voor vergeving, en verwelkom die wanneer die komt.’ U kunt door oprecht gebed, studie en overpeinzing ruimte voor vergeving maken. Als u zich dagelijks aan de woorden van Christus vergast, komt u dichter bij Hem en krijgt u meer genezende kracht (zie 2 Nephi 31:20; Jakob 2:8).
Het verleden achter ons laten. Geschiedenis is geschiedenis en kan niet veranderd worden. Maar u kunt uw energie op vandaag richten; want vandaag kunt u ervoor te kiezen om te vergeven. Werp uw zorg op de Heere. Christus zegt: ‘Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast zijn, en Ik zal u rust geven’ (Mattheüs 11:28). Bedenk dat Christus niet alleen de zonden van de wereld op Zich heeft genomen, maar ook onze pijnen en zwakheden (zie 2 Nephi 9:21; Alma 7:11–12; Leer en Verbonden 18:11). Als u het Hem toestaat, kan Hij uw last verlichten.

Het kan moeilijk zijn om de kracht te vinden om te vergeven, maar de Heiland en zijn verzoening maken dat mogelijk. Als we ons hart echt openstellen om anderen te vergeven, worden we met gemoedsrust gezegend. Ik moedig u aan om de genezende kracht van vergeving te aanvaarden.