‘Openbaring ontvangen tot we onwankelbaar geloof ontwikkelen’, Liahona, april 2024.
Kom dan en volg Mij
Enos
Openbaring ontvangen tot we onwankelbaar geloof ontwikkelen
‘Ik raad u aan de nodige stappen te zetten zodat u de Heer duidelijker en vaker hoort. Hij wil dat u het onderricht ontvangt dat Hij wil geven.’1 – president Russell M. Nelson
Het verslag van Enos in het Boek van Mormon is een goede bron om te leren hoe we de raad van president Nelson kunnen opvolgen om ‘de Heer duidelijker en vaker [te horen]’.2 Dit prachtige, korte verhaal in de Schriften laat ons zien hoe we voor openbaring in aanmerking kunnen komen, hoe we openbaring meestal ontvangen en waarom we naar openbaring moeten streven. We leren van Enos ook hoe ons geloof ‘onwankelbaar [wordt] in de Heer’ (Enos 1:11) en dat we met onze Verlosser zullen rusten (zie vers 27).
Naar openbaring streven
‘De worsteling die ik heb gehad voor het aangezicht van God’ (vers 2). Enos noemt zijn inspanningen om openbaring te ontvangen een ‘worsteling’. Dat bevestigt wat president Nelson heeft gezegd, dat ‘openbaring ontvangen [inzet] vergt’.3 We kunnen niet verwachten dat we die ontvangen uit nonchalante of minimale inspanning (zie Leer en Verbonden 9:7–8).
‘Ik ging op dieren jagen in de wouden’ (vers 3). Enos ontving zijn openbaring toen hij alleen in het bos was, en liet zien dat ‘stiltetijd gewijde tijd [is] – tijd die persoonlijke openbaring vergemakkelijkt en ons met vrede vervult’.4 President M. Russell Ballard, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen, maakte zich zorgen dat ons gebrek aan stiltetijd tegenwoordig ons vermogen om openbaring te ontvangen beperkt. Hij zei: ‘De mensen in vroegere tijden konden alleen zijn op manieren die wij ons in onze overvolle, drukke wereld niet kunnen voorstellen. Tegenwoordig kunnen we ons zelfs als we alleen zijn toch nog amuseren en bezighouden met allerlei mobiele apparaten, laptops en televisies. Als apostel vraag ik je nu: Heb je weleens stiltetijd voor jezelf?’5
‘De woorden die ik mijn vader dikwijls had horen spreken aangaande het eeuwige leven […] drongen tot diep in mijn hart door’ (vers 3). Enos begon deze dingen in zijn stiltetijd te overpeinzen. Overpeinzen, of overwegen, is ‘mediteren, diep nadenken, vaak in verband met de Schriften of andere zaken die verband houden met God’.6 De ervaring van Enos bevestigt wat president Henry B. Eyring, tweede raadgever in het Eerste Presidium, heeft gezegd: ‘Door te overpeinzen stellen we ons open voor openbaring van de Geest.’7
‘En mijn ziel hongerde’ (vers 4). Net als iemand die honger heeft, had Enos een intens verlangen en smachtte hij ernaar om de dingen van God te leren kennen en ervaren. Dat verlangen motiveerde Enos om naar openbaring te streven en daardoor kwam hij in aanmerking om die te ontvangen. President Nelson heeft beloofd: ‘Als u net zo intens naar de macht van de Heer omhoog reikt als een drenkeling die naar adem snakt, zult u macht van Jezus Christus ontvangen. Als de Heiland weet dat u echt naar Hem omhoog wilt reiken – als Hij voelt dat het uw grootste verlangen is om zijn macht in uw leven te brengen – zal de Heilige Geest u precies laten weten wat u moet doen.’8
‘Ik riep Hem [de gehele dag] aan in machtig gebed […] en toen de avond viel, verhief ik mijn stem nog steeds, zodat zij tot de hemelen reikte’ (vers 4). Uit de ervaring van Enos blijkt dat intens, vasthoudend gebed openbaring uitnodigt. Maar dat hoeft niet één lang gebed te zijn. Ouderling David A. Bednar van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Een korte spurt lijkt op de korte termijn misschien indrukwekkend, maar vastigheid na verloop van tijd is veel effectiever, veel minder gevaarlijk en levert veel betere resultaten op. […] Een poging om één keer een paar uur lang te bidden, levert waarschijnlijk niet dezelfde geestelijke resultaten op als enkele weken consequent en zinvol in de ochtend en avond bidden.’9
Net als Enos zullen wij momenten hebben waarop we de openbaring waar wij naar streven niet meteen ontvangen. Als dat gebeurt, moeten we zijn voorbeeld volgen en in geloof blijven bidden en trouw op de Heer wachten.
Openbaring herkennen
‘De stem van de Heer [klonk] opnieuw in mijn binnenste’ (vers 10). Enos wist dat zijn gebed ‘tot de hemelen reikte’ (vers 4) omdat hij antwoord van de Heer kreeg. Hij schreef daarover: ‘Er kwam een stem tot mij, die zei: Enos, uw zonden zijn u vergeven’ (vers 5). Hoewel Enos een stem hoorde, verduidelijkte hij later dat hij die stem niet met zijn oren hoorde, maar dat het een geestelijke stem in zijn binnenste was. Hij schreef daarover: ‘De stem van de Heer [klonk] opnieuw in mijn binnenste’ (vers 10).
President Boyd K. Packer (1924–2015), president van het Quorum der Twaalf Apostelen, heeft gezegd: ‘Die tere, verfijnde geestelijke mededelingen worden niet met onze ogen gezien, noch met onze oren gehoord. En hoewel het als een stem wordt beschreven, is het een stem die eerder wordt gevoeld dan gehoord.’10
Uit de ervaring van Enos blijkt dat de Heer in de meestvoorkomende vorm van openbaring niet hoorbaar tot onze oren spreekt of zichtbaar aan onze ogen verschijnt, maar door zijn Geest subtiel tot ons verstand en hart spreekt (zie Leer en Verbonden 8:2–3).
Zegeningen van openbaring
‘Enos, uw zonden zijn u vergeven’ (vers 5). Door persoonlijke openbaring wist Enos dat zijn zonden hem waren vergeven. Dat is een van de grootste zegeningen die we door openbaring kunnen ontvangen. Elke keer dat we door de Heilige Geest openbaring ontvangen, is zelfs bewijs dat ons hart verandert en dat we dichter tot God komen. President Henry B. Eyring heeft gezegd: ‘Als u vandaag de invloed van de Heilige Geest hebt gevoeld, mag u dat als bewijs beschouwen dat de verzoening werkzaam is in uw leven.’11
‘Mijn geloof [begon] onwankelbaar te worden’ (vers 11). Toen Enos de zegening ontving waar hij naar op zoek was, richtte zijn verlangen zich naar buiten – naar het geestelijk welzijn en eeuwig heil van anderen. Hij bad voor zijn familie onder de Nephieten en vervolgens voor de Lamanieten. Tijdens het bidden maakte hij iets heiligs mee. Hij zei: ‘Nadat ik, Enos, deze woorden had gehoord, begon mijn geloof onwankelbaar te worden in de Heer’ (vers 11).
Een van de zegeningen van persoonlijke openbaring van de Heer is dat deze geestelijke ervaringen ons geloof in Hem versterken. Telkens als we Hem horen, groeit ons geloof in Jezus Christus. Na verloop van tijd kan voortdurende openbaring ons geloof in Hem onwankelbaar maken.
President Joseph F. Smith (1838–1918) sprak over zijn eigen ervaring: ‘Toen ik als jongen begon in de bediening, ging ik geregeld naar de Heer en vroeg Hem om mij iets wonderbaarlijks te tonen zodat ik een getuigenis mocht verkrijgen. Maar de Heer liet wonderen achterwege, en toonde me de waarheid, regel op regel en gebod op gebod, hier wat en daar wat, totdat ik van top tot teen een getuigenis van de waarheid had, en twijfel en angst van mij waren weggenomen. Hij hoefde daarvoor geen engel uit de hemel te sturen, noch hoefde hij ervoor te spreken met de bazuin van een aartsengel. Maar door de influisteringen van de stille, zachte stem van de Geest van de levende God heeft Hij mij het getuigenis gegeven dat ik bezit. En door dat beginsel en die macht zal Hij aan alle mensenkinderen kennis van de waarheid geven die hen bij zal blijven.’12
‘Hun geloof was als het uwe’ (vers 18). Toen Enos voor het eerst vergeving van zijn zonden ontving, zei de Heer dat dat kwam ‘door uw geloof in Christus, die u nooit tevoren hebt gehoord of gezien’ (vers 8). Vele openbaringen later had Enos uiteindelijk hetzelfde geloof als zijn vaderen ontwikkeld: ‘hun geloof was als het uwe’ (vers 18). Het geloof dat Enos in Christus had, was vergelijkbaar met dat van Lehi, Jakob en Nephi, die allemaal de Heer in een visioen hadden gezien. Hoewel zijn getuigenis eenvoudigweg het gevolg was van persoonlijke openbaring door de Heilige Geest, was het net zo zeker alsof hij de Heer had gezien. De ervaringen van Enos illustreren een beginsel dat ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen ons over het getuigenis van de apostel Thomas van de Heiland heeft geleerd: ‘Iemand [kon] hetzelfde geloof of getuigenis krijgen als Thomas zonder Hem te zien of aan te raken [zie Johannes 20:29].’13
Aan het eind van zijn boek schrijft Enos dat hij spoedig zal sterven en ‘zijn aangezicht [zal] aanschouwen’ (vers 27). Zijn laatste getuigenis herinnert ons aan dat van ouderling Bruce R. McConkie (1915–1985) van het Quorum der Twaalf Apostelen. In de algemene aprilconferentie van 1985, slechts enkele dagen voor zijn dood, zei hij over de Heiland:
‘Ik ben een van zijn getuigen en eens zal ik de tekens van de nagels in zijn handen en zijn voeten voelen en zal ik zijn voeten baden in mijn tranen.
‘Maar ik zal dan niet zekerder weten dan nu dat Hij Gods almachtige Zoon is, dat Hij onze Heiland en Verlosser is.’14
‘Ik ga weldra naar de plaats van mijn rust, die bij mijn Verlosser is; want ik weet dat ik in Hem zal rusten’ (vers 27). Enos wist door persoonlijke openbaring dat hij door Jezus Christus in het celestiale koninkrijk zou worden verlost. Sommige mensen denken dat we dat in dit leven nooit te weten kunnen komen. Anderen denken dat voor deze kennis iets indrukwekkends nodig is, zoals een bezoek van de Heiland. De Heer heeft echter gezegd dat de Heilige Geest mensen de belofte van het eeuwige leven kan geven als zij voortdurend trouw in het nakomen van hun verbonden blijven.15 Deze geestelijke zekerheid hangt af van onze getrouwheid: ‘De Heilige Geest trekt zijn goedkeuring in als er verbonden verbroken worden.’16
Als we ‘voorwaarts streven’ op het verbondspad en ernaar streven ‘tot het einde [te] volhard[en]’, zal de Heer ons onderweg geestelijke zekerheid geven, totdat we vol vertrouwen weten dat ‘[wij] het eeuwige leven [zullen] hebben’ (2 Nephi 31:20). ‘In de Schriften wordt dit proces het zeker stellen van onze roeping en verkiezing genoemd.’17
Als we voor het aangezicht van God worstelen, als onze ziel hongert en we in ons hart overpeinzen, als we in machtig gebed voor onszelf en anderen gaan, kunnen wij net als Enos op stille momenten van openbaring tot openbaring gaan, totdat we onwankelbaar geloof in Jezus Christus ontwikkelen en weten dat we op een dag met Hem zullen rusten.