‘Het succesverhaal van een zendeling: 60 jaar na dato’, Liahona, juli 2024.
Het succesverhaal van een zendeling: 60 jaar na dato
Het deed me zo goed om te horen dat een evangeliezaadje dat jaren geleden was gezaaid nu vruchten voortbracht.
Ik heb Leer en Verbonden 18:10: ‘De waarde van zielen [is] groot in de ogen van God’, altijd een mooie tekst gevonden. En soms is het getuigenis van velen van ons nodig om zielen tot de Heiland te brengen (zie 2 Korinthe 13:1).
Ik moest aan dit prachtige concept van collectief zendingswerk denken toen ik op een dag een e-mail kreeg. Een broeder zei dat hij de zoon van de zendingspresident in Wichita (Kansas, VS) was en vroeg zich af of ik de vrouw van Robert Monson was. De broeder zei verder dat hij op zoek was naar de ouderling Monson die in 1959 in het zendingsgebied Centrale Staten had gediend. Dat was mijn man.
Hij vertelde over twee jonge zendelingen die onlangs de ingeving kregen om een flatgebouw binnen te lopen. Ze klopten bij de eerste deur aan. Een bejaarde dame deed open en vroeg ze de volgende dag terug te komen. Ze spraken een tijd af.
Tijdens de afspraak kwamen ze erachter dat deze oudere zuster een oude tripelcombinatie had (het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de Parel van grote waarde) die de zendelingen haar in 1959 hadden gegeven. Ze had die al vaak gelezen en wist dat de leringen erin waar waren. Ze was toentertijd geen lid geworden van de kerk, omdat haar man niet wilde dat ze naar de kerk ging of zich liet dopen. Haar man was onlangs overleden en ze had gebeden dat ze de zendelingen weer mocht vinden. In haar tripelcombinatie stonden de namen van de twee zendelingen uit 1959: Robert Monson en Granade Curran, mijn man en zijn collega.
In de weken daarna leerde deze vrouw over het heilsplan en de zegeningen van de tempel. Haar zoon was op 22-jarige leeftijd overleden en ze was dolgelukkig dat ze met hem herenigd kon worden. Toen de zendelingen haar uitnodigden om zich te laten dopen, ging ze graag op die uitnodiging in.
Zowel mijn man als zijn collega, ouderling Curran, is overleden, maar ik kan me voorstellen dat ze deze prachtige doop aan de andere kant van de sluier bijwoonden.
Toen de zoon van de zendingspresident me het verhaal vertelde, moest ik eraan denken dat de Heiland niemand vergeet. Hij is altijd bij ons als we Hem in ons leven toelaten. In het Nieuwe Testament staat het verhaal van Zacheüs, die in een wilde vijgenboom klom om de Heiland te zien (zie Lukas 19:1–10). Zelfs hoog in een boom wist de Heiland Zacheüs te vinden, en Hij nodigde Zichzelf bij hem thuis uit. Hetzelfde geldt voor een oudere zuster die bad en wachtte tot de zendelingen bij haar aanklopten. En dat deden ze. De Heiland kent eenieder van ons. ‘Want de Zoon des mensen is gekomen om te zoeken en zalig te maken wat verloren is’ (Lukas 19:10).
Vier zendelingen – twee ruim 60 jaar geleden en twee nog niet zo lang geleden – brachten deze zuster tot Jezus Christus, versterkten op hun beurt hun eigen getuigenis en vonden vreugde in de Heer. Het stemt mij nederig dat ik deel van dit verhaal mocht uitmaken en de vreugde mocht voelen van alle betrokkenen die deze zuster tot de Heiland hebben gebracht (zie Leer en Verbonden 18:15).
De auteur woont in Utah (VS).