‘Mijn ziel smachtte ernaar daar te zijn’, Liahona, juli 2024.
Onder heiligen der laatste dagen
Mijn ziel smachtte ernaar daar te zijn
Als antwoord op mijn verlangen om dicht bij mijn hemelse Vader en zijn Zoon te zijn, moest ik aan een van mijn lievelingsverhalen uit de Schriften denken.
Op een dag ging ik naar de tempel met de vraag hoe ik er in het evangelie voor stond.
Mijn tekortkomingen waren die week duidelijk zichtbaar geweest. Net als Nephi voelde ik de last van de zonden die mij zo gemakkelijk overvallen. Maar net als Nephi wist ik op wie ik had vertrouwd (zie 2 Nephi 4:18–19). Ik hoopte dat de Heer minder ver weg zou voelen als ik een ochtend met Hem in zijn huis doorbracht.
Ik luisterde aandachtig tijdens de begiftigingsdienst en was dankbaar voor de kracht en inzichten die ik ontving. Maar toen ik de celestiale zaal binnenliep, voelde ik me nog steeds verdrietig. Hoe kon ik erachter komen wat de Heer van mij vond?
Ik ging zitten en dacht hier even over na. Toen maakte ik berustend aanstalten om op te staan. Maar iets hield me tegen, waardoor ik dieper in de kussens wegzakte. ‘Ik wil niet weg’, dacht ik.
Ik keek om me heen en zag een bekend schilderij van Jezus Christus, omringd door engelen, met zijn armen naar mij uitgestrekt. Ik moest denken aan een van mijn lievelingsteksten, waarin staat: ‘Mijn ziel smachtte ernaar daar te zijn’ (zie Alma 36:22).
Ik heb vaak nagedacht over de belangrijke rol die dat vers in het verhaal van Alma speelde. Vanwege zijn zonden vervulde de gedachte voor God te moeten staan Alma eerst met ‘onuitsprekelijk afgrijzen’ (Alma 36:14). Maar toen hij zich tot Christus wendde, zag hij God, omringd door engelen, en zijn ‘ziel smachtte ernaar daar te zijn’. Ik heb dat altijd een prachtig contrast in de Schriften gevonden. Het kleine beetje inzet van Alma om naar de Heer op te zien, was van grote invloed op zijn hart.
Ik besefte dat ik de celestiale zaal niet wilde verlaten omdat mijn ziel, net als die van Alma, ernaar smachtte om daar te zijn – die dag in de tempel en uiteindelijk bij onze hemelse Vader en Jezus Christus in mijn hemelse thuis. De Heilige Geest gebruikte mijn lievelingsverhaal uit de Schriften om me te laten weten dat God mijn hart kende. Ik werd eraan herinnerd dat de Heer, ondanks mijn tekortkomingen, het aanvaardt dat ik dicht bij Hem probeer te zijn. Hij wist dat ik ernaar smachtte om daar te zijn.