‘Les 14 Voorbereidend studiemateriaal: Een werktuig in Gods handen worden’, De leringen in het Boek van Mormon: leerkrachtenmateriaal (2021)
‘Les 14 Voorbereidend studiemateriaal’, De leringen in het Boek van Mormon: leerkrachtenmateriaal
Les 14 Voorbereidend studiemateriaal
Een werktuig in Gods handen worden
Bedenk even hoeveel mensen je elke dag ziet die niets afweten van de zegeningen van het evangelie van Jezus Christus. Hoe anders zou hun leven eruitzien als zij meer van het plan van geluk van onze hemelse Vader wisten? Je bestudeert in deze les voorbeelden van zendelingen in het Boek van Mormon. Laat intussen met een gebed in je hart je gedachten gaan over iemand aan wie je het evangelie kunt vertellen. Denk eraan dat je aan de vergadering van Israël deelneemt als je anderen over het evangelie vertelt.
Sectie 1
Hoe kan een diepere bekering van invloed zijn op mijn verlangen om het evangelie uit te dragen?
De vier zoons van Mosiah (Ammon, Aäron, Omner en Himni) waren bij Alma de jonge toen er een engel verscheen die hem tot bekering riep. Alle vijf jonge mannen hadden veel berouw over hun daden, bekeerden zich van hun zonden en bekeerden zich tot de Heer. Na hun bekering ‘waren zij een werktuig in de handen van God om velen tot de kennis van de waarheid te brengen, ja, tot de kennis van hun Verlosser’ (Mosiah 27:36).
Na vele jaren zendingswerk onder de Lamanieten zei Ammon het volgende tot zijn broers: ‘En dat is de zegen die Hij ons heeft geschonken, dat wij een werktuig in de handen van God zijn gemaakt om dat grote werk [van heil] teweeg te brengen’ (Alma 26:3).
President Dallin H. Oaks van het Eerste Presidium heeft aangegeven hoe onze bekering ons verlangen om het evangelie uit te dragen beïnvloedt:
Het evangelie uitdragen is geen last maar een vreugde. Wat wij ‘zendingswerk door leden’ noemen is geen programma, maar een houding van liefde en hulp aan mensen om ons heen. Het is ook een gelegenheid om te getuigen van onze gevoelens voor het herstelde evangelie van onze Heiland. Zo heeft ouderling Ballard gezegd: ‘Een uiterst belangrijk bewijs van onze bekering en van wat wij ervan vinden om het evangelie te hebben, is onze bereidheid om anderen erover te vertellen.’ [M. Russell Ballard, ‘Dit is de tijd’, Liahona, januari 2001, 89.] (‘Het herstelde evangelie uitdragen’, Liahona, november 2016, 60.)
Sectie 2
Hoe kan ik een doeltreffend werktuig in Gods handen worden?
De zoons van Mosiah en zij die met hen meegingen om tot de Lamanieten te prediken, kregen te maken met ‘een wild en verstokt en woest volk’ (Alma 17:8, 14). Hun zendingswerk onder dit volk ging niet zonder slag of stoot, want deze zendelingen ‘hadden veel geleden, zowel lichamelijk als geestelijk, zoals honger, dorst en vermoeidheid, en ook veel kwelling in de geest’ (Alma 17:5).
Sectie 3
Hoe kan de Geest mij helpen om anderen te dienen en het evangelie uit te dragen?
De zoons van Mosiah werden werktuigen in de handen van God en brachten vele Lamanieten tot de Heiland. Ammon ging alleen naar het land Ismaël, werd daar gevangengenomen en voor koning Lamoni geleid. De koning vroeg Ammon wat zijn bedoelingen waren. Ammon zei dat hij onder de Lamanieten wilde wonen, misschien wel zijn verdere leven. Dat beviel de koning, waarna Ammon een van zijn dienstknechten werd. (Zie Alma 17:19–25.)
Ammon moest de kudde van de koning bewaken. Toen dieven probeerden de schapen uiteen te drijven, voorkwam Ammon dat met zijn slinger en zwaard. De rovers waren verbaasd over Ammons kracht en sloegen op de vlucht. (Zie Alma 17:25; 33–38.)
Toen koning Lamoni hoorde dat Ammon zijn kudden met succes had beschermd, verbaasde hem dat zeer en vroeg hij zich af of Ammon misschien ‘de Grote Geest [was] die zulke grote bestraffingen over dit volk doet komen’ (Alma 18:2). ‘Ammon, omdat hij met de Geest van God was vervuld’ (vers 16), doorzag de gedachten van de koning, stelde hem gerust en begon hem in het evangelie te onderwijzen (zie Alma 18:15–24).
Koning Lamoni geloofde Ammons woorden en werd tot het evangelie van Jezus Christus bekeerd. Ammon onderwees ook de vrouw van Lamoni en diens dienaren. Velen geloofden Ammons leringen en getuigden dat ‘hun hart was veranderd’ (Alma 19:33). Omdat Ammon een werktuig in de handen van God was geworden, ‘ving het werk van de Heer aan onder [dat deel van] de Lamanieten’ (Alma 19:36).
Hoewel onze ervaringen niet zo spectaculair zullen zijn als die van Ammon, kunnen wij wel degelijk onze stempel drukken op het leven van anderen als we datgene doen wat van ons een werktuig in de handen van God maakt.
Ouderling Dieter F. Uchtdorf van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft uitgelegd hoe we het evangelie aan anderen kunnen uitdragen:
Waar we ons ook op aarde bevinden, er zijn voldoende mogelijkheden om het goede nieuws van het evangelie van Jezus Christus te verkondigen – aan mensen die we ontmoeten, met wie we studeren, leven, werken of anderszins omgaan. […]
Op wat voor manier het voor u natuurlijk en normaal is, vertelt u anderen waarom Jezus Christus en zijn kerk belangrijk voor u zijn. […]
Bid niet alleen dat de zendelingen de uitverkorenen mogen vinden. Bid dagelijks met heel uw hart dat u mensen kunt vinden die zullen komen en zien, komen en helpen, en komen en blijven. (‘Zendingswerk: verkondigen wat u in uw hart voelt, Liahona, mei 2019, 15, 17.)