Ouderling William R. Walker
van de Zeventig
Toen William Walker nog een kleine jongen was in het kleine Raymond (Alberta, Canada), een plaats met veel heiligen der laatste dagen, bezocht hij vaak zijn grootouders, die dichtbij woonden. Zij hadden een foto van het Eerste Presidium aan de muur hangen. ‘Ik kan me die foto nog herinneren. Hij had in mijn jonge jaren een grote uitwerking op me. Ik groeide op met liefde voor de leiders van de kerk’, zegt hij.
Ouderling William R. Walker is op 25 mei 1944 geboren in het gezin van J. Harris en Beth Russell Walker. Na een voltijdzending in Japan ging hij naar de Brigham Young University, waar hij kennismaakte met zijn vrouw, Vicki Van Wagenen. Op 10 juni 1968 trouwden zij in de Salt Lake-tempel. Ze hebben vijf kinderen.
Toen hij afgestudeerd was, verhuisden de Walkers naar Vancouver (British Columbia, Canada), waar hij aan zijn carrière als effectenmakelaar begon. De Walkers hebben gewoond in Salt Lake City; Concord (Californië); Dunwoody (Georgia); en Kenilworth (Illinois), waarna ze in 1988 terugkeerden naar Utah. Hij was president van een dochteronderneming van American Express, en was later manager bij twee van de grootste banken ter wereld, de Citibank en Barclays Bank.
Ouderling Walker zorgt graag voor de bloemen en fruitbomen in zijn tuin. Maar zijn vrouw en hij hebben ook veel gelegenheid gehad om de tuinen van de Heer te bewerken. In 1990 werden ze geroepen om het zendingsgebied Tokio (Japan) te presideren, en hij was ten tijde van zijn roeping als lid van het Tweede Quorum der Zeventig president van de ring Sandy-Cottonwood Creek (Utah). Hij is twee keer bisschop geweest, lid van de hoge raad, en regionaal vertegenwoordiger van de welzijnszorg.
‘De zending die ik als jonge man heb vervuld, was een belangrijk onderdeel van mijn leven’, zegt ouderling Walker. ‘President Hinckley heeft drie keer Japan bezocht toen ik daar was. Bij een van de bezoeken die hij aan het zendingshuis aflegde, zei hij tegen mijn collega en mij dat we ons moesten voorbereiden om bisschop en ringpresident te worden. Dat verbaasde ons echt. Maar ik ben gezegend met de vervulling van die fijne aanmoediging van een profeet van God.’