Zij hebben ook tot ons gesproken
Verslag van de 172ste aprilconferentie van 6–7 april 2002 voor de kinderen van de kerk
President Gordon B. Hinckley: Net als de Poolster aan de hemel, ongeacht wat de toekomst brengt, staat de Verlosser van de wereld. (…) In zonneschijn en schaduw zien wij naar Hem op, en Hij is er om ons gerust te stellen en ons toe te lachen. Hij is het middelpunt van onze aanbidding.
President Thomas S. Monson, eerste raadgever in het Eerste Presidium: In veel families zijn er gekwetste gevoelens en aarzeling om te vergeven. Het maakt niet uit wat de kwestie was. We mogen niet toestaan dat het ons blijft schaden. Beschuldigingen houden de wonden open. Alleen vergeving geneest.
President James E. Faust, tweede raadgeefster in het Eerste Presidium: Ten eerste: gebed is een nederige erkenning dat God onze Vader is en dat de Heer Jezus Christus onze Heiland en Verlosser is. Ten tweede bekennen we oprecht onze zonden en overtredingen, en we vragen om vergeving. Ten derde erkennen we dat we hulp nodig hebben waarin we zelf niet kunnen voorzien. Ten vierde is het een gelegenheid om uiting te geven aan onze dankbaarheid jegens onze Schepper.
President Boyd K. Packert, waarnemend president van het Quorum der Twaalf Apostelen: Niets is te vergelijken met een vader met verantwoordelijkheidsbesef die dat op zijn beurt aan zijn kinderen leert. Niets is te vergelijken met een moeder die aanwezig is om hen te troosten en hun zelfvertrouwen te geven.
Ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen: Vrede — werkelijke vrede, van ganser harte — kan alleen in en door geloof het in de Heer, Jezus Christus, worden verkregen.
Ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen: Licht verjaagt duisternis. Waar licht is, [moet] duisternis (…) weggaan. Nog belangrijker: duisternis kan licht niet overwinnen, tenzij het licht verzwakt of weggaat. Wanneer het geestelijk licht van de Heilige Geest er is, gaat de duisternis van Satan weg.
Ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen: [We kunnen] bijvoorbeeld beginnen door naar de Vader terug te keren. Dat moeten we met zoveel moge-lijk spoed en nederigheid doen. Onderweg kunnen we onze vele zegeningen tellen, en kunnen we de prestaties van anderen toejuichen. Maar we kunnen vooral anderen dienen, de beste oefening die ooit voor het hart is voorgeschreven.
Ouderling Henry B. Eyring van het Quorum der Twaalf Apostelen: Nieuwe leden (…) moeten zelf in geloof kiezen om zich te laten dopen en vertrouwen op hun volmaakte Vriend, de Heiland. (…) Zij moeten ervoor kiezen de gave van de Heilige Geest te ontvangen. (…) En die keuze moet niet eenmaal worden gemaakt, maar elke dag, elk uur, elke minuut. Zelfs als de Heilige Geest ze aanzet tot bepaalde zaken, hebben ze de keuze om het wel of niet te doen.
Ouderling Earl C. Tingey van het Presidium der Zeventig: Een bijzondere rust die alle begrip te boven gaat, zal op u en uw gezin neerdalen als u een eerlijke tiende betaalt. (…) U zult merken dat uw hemelse Vader van u houdt.
Zuster Gayle M. Clegg, tweede raadgeefster in het algemeen jeugdwerkpresidium: Het is een zegen om kinderen zo ver te laten rennen als ze op eigen kracht kunnen, zodat ze kracht ontwikkelen voor hun eigen getuigenis.