Een bezoeker met de kerst
‘Ik ben vervuld van […] troost, overstelpt van […] blijdschap’ (2 Korintiërs 7:4).
Gebaseerd op een waar gebeurd verhaal
‘Mam, kunnen we zuster Fuhriman alsjeblieft nog één keertje uitnodigen?’ smeekte Greg. De gezichtjes van Gregs jongere broertjes keken, netjes op een rijtje, van achter Gregs rug mee.
‘Het is dan kerstavond en ze zou niet alleen hoeven zijn’, zei Layne. Scott en Jim knikten.
‘Weet je wel hoe vaak we geprobeerd hebben om zuster Fuhriman hier thuis te krijgen’, zei mama. ‘Ze gaat bijna nooit het huis uit. Maar je mag haar best voor kerstavond uitnodigen, als je wilt.’
De jongens juichten en renden naar buiten.
Al gauw knalde de deur weer open. ‘Het is een wonder, mam!’ riep Greg. ‘Ze zei dat ze graag zou komen. Is dat niet geweldig?’
De volgende dag begon het te sneeuwen. Greg wist dat zuster Fuhriman niet graag in slecht weer naar buiten ging, zelfs niet naar de brievenbus. ‘Denk je dat ze morgen toch nog wil komen?’ vroeg Greg. Mama was er niet zeker van.
Op kerstavond kwamen tante Carolyn en haar drie kinderen vlak voordat Layne klaar was met het opruimen van de afwas. ‘Kunnen we nu zuster Fuhriman halen?’ vroeg Layne.
‘In orde’, zei papa. ‘Denk eraan dat je haar helpt bij het oversteken. Het is glad buiten.’
‘Doen we, pap’, zei Scott.
‘En als ze besluit om toch niet te komen, zeg dan maar dat het niet hindert’, zei papa.
‘Oké, pap’, zei Greg. De jongens gingen naar buiten, de sneeuw in. Het sneeuwde niet meer en er was nog een beetje licht zodat ze konden zien waar ze liepen.
Adam van acht hielp Bekah en Jill in hun kostuum voor de kerstopvoering van de familie toen de jongens binnenkwamen — met zuster Fuhriman! Ze glimlachte vrolijk. Haar wangen waren rood van de kou. De familie probeerde niet te laten blijken dat ze verbaasd waren dat hun eregast toch gekomen was.
Papa heette zuster Fuhriman welkom en bood haar een zitplaats aan naast mama. Greg deed zijn jas uit en ging aan de piano zitten. Na een openingsgebed begon hij zachtjes kerstliederen te spelen. Scott las voor uit de Bijbel terwijl de jongere kinderen het verhaal van de geboorte van het kerstkind naspeelden. De driejarige Bekah, die een badjas droeg, speelde eerbiedig de rol van Maria, terwijl Dan Jozef speelde. Jill speelde een engel, met een gouden slinger in het haar gespeld. Hun neven speelden herders en wijzen, die allemaal gekomen waren om het Kerstkind, de Koning, te aanbidden.
Al gauw stierven de tonen van ‘Stille nacht’ weg en maakte de eerbied voor het heilige verhaal plaats voor omhelzingen, glimlachjes en complimenten. Tot slot genoten ze nog van moeders kaneelbroodjes. Maar al te gauw was de avond voorbij.
De jongens deden weer hun jas, muts en wanten aan om zuster Fuhriman naar de overkant van de straat te begeleiden. Het licht van de lamp bij de voordeur verdreef de duisternis en maakte hun wandeling over de besneeuwde landweg plezierig ondanks de kou.
‘Goedenacht, zuster Fuhriman’, riep Greg toen hij met zijn broers terugliep naar hun huis.
‘Vrolijk kerstfeest’, riep zuster Fuhriman. ‘En bedankt.’
Greg keek nog over zijn schouder voordat hij weer naar binnen ging. Zuster Fuhriman stond nog bij haar voordeur te wachten. Ze wuifde.
* * *
Er gingen enkele maanden voorbij en het gezin verhuisde naar een andere plaats. De daaropvolgende december kwam Greg het huis binnen met een envelop. ‘We hebben een brief van zuster Fuhriman’, riep hij. Hij scheurde hem open en las:
‘Ik zal jullie missen met Kerstmis. Ik geloof niet dat ik jullie ooit verteld heb hoe fijn ik het vond om kerstavond bij jullie thuis te vieren. En ik moet nu toch vertellen wat ik eerder niet verteld heb.
‘Enkele jaren voordat jullie kwamen wonen in het huis tegenover dat van mij, had ik een droom. Ik kon jullie huis zien, helemaal verlicht. Toen ik wakker werd, had ik een heerlijk, blij en vredig gevoel — iets wat ik sinds de dood van mijn echtgenoot niet erg vaak meer had meegemaakt.
‘Er gingen maanden voorbij, en ik vergat mijn droom helemaal. En toen nodigden jullie me uit voor kerstavond. Ik vond het zo fijn om mee te doen aan de kerstviering van jullie familie.
‘Toen de jongens met me naar mijn huis waren gelopen, bleef ik voor de deur staan om te zien of ze weer veilig thuiskwamen. En toen zag ik jullie huis, fel verlicht. Het was hetzelfde wat ik jaren geleden in mijn droom had gezien en ik had hetzelfde vredige gevoel. Ik wilde jullie alleen maar even laten weten hoezeer ik jullie waardeerde.’
Toen Greg zuster Fuhrimans brief las, dacht hij aan de fijne gevoelens die hij die avond zelf had. Hij was blij dat zijn familie zuster Fuhriman had uitgenodigd voor hun kerstviering, zodat zij kerstvreugde en troost kreeg.
‘Kerstmis is meer dan een boom met kerstverlichting. (…) Het is vrede.’
President Gordon B. Hinckley, ‘A Season for Gratitude’, Engelstalige Liahona, december 1997, p. 6.