2007
Het kerstfeest delen
December 2007


Het kerstfeest delen

We wisten dat ons eerste kerstfeest als heiligen der laatste dagen anders zou zijn. Maar door het met iemand te delen, werd het heel bijzonder.

Toen ik zeventien was, werkte mijn moeder als naaister voor een poppenfabriek. Ze werkte thuis, maar ze ging regelmatig naar de fabriek om werk weg te brengen en op te halen. De man bij wie ze haar naaiwerk indiende, had iets bijzonders.

Toen mijn moeder hem beter leerde kennen, begon ze te merken dat er iets was gebeurd waar hij verdrietig van was geworden. Ze nodigde hem uit om eens langs te komen, wat hij diezelfde dag nog deed. Hij bleef urenlang bij ons. Hij vertelde dat hij op zoek naar werk van Argentinië naar Brazilië was gegaan, maar nooit meer was teruggekeerd, terwijl hij dat eigenlijk wel wilde.

Nou was het bij ons thuis een gewoonte om iemand uit te nodigen voor ons kerstfeest. En in december begonnen altijd de discussies over wie we zouden vragen. Maar dit keer was het kerstfeest om een bijzondere reden anders: het was ons eerste kerstfeest als leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Ik dacht meteen aan moeders collega, maar zei er niets over. Later zei mijn moeder dat ze hem wilde uitnodigen.

De daaropvolgende keer dat mijn moeder naaiwerk ging inleveren, vroeg ze met wie hij de feestdagen doorbracht, en hij zei dat hij dat niet wist. Mijn moeder zei dat het leuk zou zijn als hij op kerstavond naar ons huis kwam, en hij zei dat hij erover na zou denken.

Laat op kerstavond kwam er iemand aan de deur. Toen we open deden, stond mijn moeders collega daar met zijn zoontje van drie. Het was erg leuk om kennis te maken met het jongetje en de avond met hem door te brengen. Hij had dezelfde liefdevolle geest als zijn vader. We hadden allemaal het gevoel dat er belletjes rinkelden in ons hart toen we het jongetje op kerstavond hoorden zingen.

Ik ben dankbaar voor het evangelie, dat met ingang van dat jaar zo veel toevoegde aan onze kerstgeest en ons gezinsvoornemen versterkte om ‘broederliefde [en] naastenliefde’ (LV 4:6) in gedachte te houden.