Over de hele wereld biedt de kerk hulp aan slachtoffers van rampen
Ieder jaar worden miljoenen mensen getroffen door oorlogen, overstromingen, aardbevingen, wervelstormen, orkanen en andere rampen. In dergelijke wanhopige omstandigheden betekent onmiddellijke hulp vaak het verschil tussen leven en dood.
De kerk zamelt voortdurend voedsel, kleding en medische en andere hulpgoederen in. Deze middelen worden op strategische plaatsen bewaard om ze onmiddellijk te kunnen versturen. Vanwege deze voorbereiding kan de kerk in tijden van nood onmiddellijk hulp bieden.
Als snel reageren essentieel is, nemen hulporganisaties vaak contact met de kerk op voor voedsel en andere hulpgoederen. Naast hulpgoederen helpt de kerk ook met geld en vrijwilligers. Vrijwilligers betekenen vaak heel veel voor mensen in nood die geholpen moeten worden.
Van 1985 tot 2006 heeft de kerk 50 duizend ton voedsel en 96 duizend ton andere hulpgoederen naar meer dan 150 landen gestuurd. In 2006 heeft de kerk ruim tien miljoen euro aan geld en goederen beschikbaar gesteld voor slachtoffers van de oorlog in Libanon en de aardbeving in Indonesië, voor vluchtelingen in Burundi en Oeganda, en na 76 andere rampen.
Grote overstromingen in Engeland
Toen in juli, na grote overstromingen in delen van Midden- en West-Engeland, ruim 15 duizend huizen in Gloucestershire zonder stroom en zo’n 350 duizend mensen zonder stromend water zaten, schonk ouderling Kenneth Johnson van de Zeventig, president van het gebied Europa-West, namens de kerk 25 duizend Engelse ponden aan het hulpfonds van het Rode Kruis in Gloucestershire. Leiders van de kerk in de buurt van Sheffield werkten samen met overheidsinstanties om schoonmaakmiddelen en andere hulpgoederen onder de slachtoffers te distribueren. Na de ergste overstroming in de geschiedenis van Groot-Brittannië hielpen de leden elkaar en hun buren met het opruimen en schoonmaken.
De gebieden die het meest getroffen waren, lagen langs de rivieren de Severn, de Avon en de Theems. Helikopters van de Royal Navy haalden mensen uit de gebieden die onder 180 centimeter water of meer stonden.
Het duurde minstens een week voordat tachtig procent van de huizen weer stromend water had. Maar vanwege een storing in de waterzuiveringsinstallatie was het nog niet te drinken, ook niet als het gekookt werd.
Ook enkele gezinnen van de kerk waren door de overstroming getroffen, maar alle leden en zendelingen bleven ongedeerd. Het ringgebouw van de ring Hull had veel waterschade opgelopen.
Anthony Perry, woordvoerder van de milieubeweging, zei tegen de BBC dat dit gebied nog nooit zo zwaar door een overstroming was getroffen. In maart 1947 liepen de rivieren in Zuid-Engeland, Midden-Engeland, Oost-Anglia en Noord-Yorkshire over, waardoor veel schade werd aangericht. Maar volgens de heer Perry was deze overstroming erger.
Kerk biedt hulp na aardbeving en tyfoon in Japan
Japan wankelde toen de tyfoon Man-Yi het land vanuit het zuiden trof en er in het noorden een aardbeving van 6,8 op de schaal van Richter was.
Op 16 juli 2007 zijn minstens 11 mensen om het leven gekomen en ruim 1990 gewond geraakt toen de aardbeving van 6,8 op de schaal van Richter de westkust van Japan bij Kashiwazaki trof, waar driehonderd van de achthonderd beschadigde of verwoeste huizen stonden.
Zo’n negenduizend mensen kwamen in tijdelijke evacuatiecentra terecht en tienduizenden zaten dagenlang zonder stroom, gas of stromend water.
Het huis van een van de leden werd door de aardbeving vernietigd. Een ouder lid bevond zich in het huis toen het instortte, maar werd zonder ernstig letsel gered. Alle andere zendelingen en leden bleven ongedeerd.
De aardbeving was in Tokio te voelen, ruim tweehonderd kilometer ten zuiden van het epicentrum.
Man-Yi, een tyfoon met windstoten van 160 kilometer per uur, trok op 15 juli 2007 over de zuidelijke eilanden Kyushu en Shikoku, waarbij 6 mensen om het leven kwamen en 79 mensen gewond raakten. Zo’n dertigduizend mensen werden geëvacueerd. Vijftien huizen werden verwoest en vijftienhonderd huizen werden overstroomd. Het huis van een van de leden werd beschadigd toen de tyfoon Okinawa trof. Daarbij raakten geen leden of zendelingen gewond en werd er geen eigendom van de kerk beschadigd.
Na beide rampen werkten de plaatselijke priesterschapsleiders met overheidsinstanties samen om vast te stellen hoe de kerk hulp kon verlenen.
Kerk biedt hulp aan gemeenschap bij bosbrand
De kerk heeft in juni bijdragen uit het fonds humanitaire hulp naar het plaatselijke Rode Kruis gestuurd, nadat honderden mensen uit hun huizen in Meyers (Californië), bij het meer Tahoe, door bosbranden waren verdreven.
Als onderdeel van hun noodhulpplan maakten de leiders van de ring Fallon (Nevada) hulppakketten voor evacués en noodlijdenden. Er zijn door de leden hygiënepakketten en dekens vervaardigd. Hoewel de meeste evacués in hotels verbleven, bood de kerk plaatselijke kerkgebouwen zo nodig als onderdak aan.
Door het vuur zijn 276 gebouwen en huizen verwoest. Sommige huizen werden door het vuur overgeslagen; anderen werden volledig vernietigd. De getroffen buurten bestonden voornamelijk uit houten huizen, eenvoudige huizen en vakantiewoningen.
Ruim achttienhonderd brandweerlieden hebben met behulp van zeven helikopters geprobeerd het vuur te bedwingen, dat nog eens vijfhonderd huizen bedreigde.
Eén gezin van de kerk is hun huis en de meeste van hun bezittingen kwijtgeraakt. Minimaal zeventien andere huizen van leden in het gebied Meyers zijn door het vuur bedreigd, en de gezinnen moesten worden geëvacueerd.
Aardbeving in Guatemala en El Salvador
Op 13 juni 2007 werden Guatemala en El Salvador getroffen door een krachtige aardbeving van 6,8 op de schaal van Richter, waardoor gebouwen dertig seconden lang stonden te trillen, maar waarbij geen doden zijn gevallen.
De aardbeving vond plaats in de Stille Oceaan, 112 kilometer van Guatemala-Stad, op een diepte van 64 kilometer. Een tsunamidreiging was er niet.
Ondanks de kracht van de aardbeving zijn de landen praktisch ongeschonden gebleven — in tegenstelling tot de twee aardbevingen in El Salvador in 2001, waarbij ruim 1.150 mensen om het leven kwamen, de meesten daarvan door de aardverschuivingen bij de hoofdstad San Salvador.
Uit berichten van het gebiedskantoor van Midden-Amerika blijkt dat er door de aardbeving geen leden of zendelingen gewond zijn geraakt of gedood. Plaatselijke priesterschapsleiders hebben de behoeften geïnventariseerd.
Kerk helpt met financiering van hulp aan slachtoffers van de overstroming in Colombia
De kerk heeft noodhulpgelden gestuurd naar verscheidene regio’s in Colombia, waar begin juni door grote overstromingen ruim vijftig mensen om het leven kwamen en duizenden dakloos werden.
Grote delen van het land waren door de zware regenval getroffen, maar het noorden nog het meest. Sinds het regenseizoen in maart 2007 begon, heeft de regen aardverschuivingen veroorzaakt en 270 duizend huizen beschadigd of verwoest.
Leden helpen met opruimwerkzaamheden na overstroming in Australië
Leden en zendelingen hebben op 10 juni 2007 na de avondmaalsdienst zandzakken gevuld en opruimwerkzaamheden verricht tijdens de overstroming in New South Wales, waarbij negen mensen om het leven kwamen en waardoor verzekeringsmaatschappijen een rekening van ruim 300 miljoen dollars tegemoet zagen.
Door het vloedwater moesten 1.700 gezinnen worden geëvacueerd. Plaatselijke hulpdiensten kregen het weekeinde van de overstroming 13.830 hulpoproepen.
Sommige bedrijven in het gebied Wallsend en het industriegebied Cardiff zullen er wellicht nooit meer bovenop komen, zei Doug Parish, directeur van de kamer van koophandel tegen de krant The Australian.
Op 12 juni zaten 30 duizend huizen nog zonder stroom, terwijl in het weekeinde 130 duizend huizen zonder stroom zaten.
Toen de vloedwaters in Chittaway Bay, bij Tuggerah Lake, zich uiteindelijk terugtrokken, konden vierhonderd bewoners naar hun huis terugkeren.