Participatieperiode
De grootste gave
‘Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen’ (Handelingen 1:11).
Krijg je graag cadeautjes? Dat vinden we allemaal leuk. Als je een cadeautje krijgt, betekent het dat er iemand om je geeft. Als we weten dat er iemand om ons geeft en van ons houdt, maakt dat ons gelukkig. Als we van mensen houden, willen we hen cadeautjes geven.
Wat voor cadeautjes geef jij graag aan mensen van wie je houdt? De cadeautjes die je geeft, hoeven niet mooi of duur te zijn. Je kunt bijvoorbeeld ook een cadeautje geven door een jonger kind een verhaaltje voor te lezen, je mama of papa te helpen met koken, of iets aardigs tegen iemand te zeggen.
Omdat onze hemelse Vader van ons houdt, heeft Hij ons heel veel cadeautjes gegeven. In Johannes 3:16 lezen we over een heel belangrijk cadeau: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat eenieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.’
Jezus is als baby op aarde gekomen, Hij werd geboren in Betlehem. Zijn leven is een voorbeeld voor ons. Bovendien bracht Hij verzoening voor onze zonden en gaf Hij ons de kans om later weer bij onze hemelse Vader te wonen. Als we in geloof Jezus Christus volgen, kunnen we een ander prachtig cadeau krijgen: ‘Indien gij goed doet, ja, en tot het einde getrouw blijft, zult gij behouden worden in het koninkrijk Gods, hetgeen de grootste van alle gaven Gods is’ (LV 6:13).
Als we Jezus Christus in geloof volgen, kunnen we al uitzien naar de tijd waarop Hij weer op aarde terugkomt. Wij weten dat Hij terugkomt en dat wij ooit het grootste van al Gods cadeaus aan ons zullen krijgen, het eeuwige leven.
Spelletje
Elk van de versieringen op de tegenoverliggende pagina is een symbool van Jezus Christus. Lees de schriftteksten om erachter te komen in welk opzicht de versieringen symbolen zijn. Kleur de versieringen. Plak de versieringen op stevig papier en knip ze uit. Knip de schriftteksten uit. Plak elke tekst achterop de bijbehorende versiering om je eraan te herinneren in welk opzicht de versiering een symbool van Christus is. Haal een lintje door de bovenkant van de versiering en hang hem ergens op waar je huisgenoten hem vaak zien.
Ideeën voor de participatieperiode
-
1. Laat een vlag, een hart en een lachend gezichtje zien. Vraag de kinderen wat die voorstellen (een land, liefde, blijdschap). Leg uit dat het symbolen zijn. Profeten hebben de mensen vroeger gezegd dat Jezus Christus op aarde zou komen. Sommige profeten gebruikten symbolen om de mensen over Christus te leren. Laat een plaat van een lammetje zien (zie het lesboek Jeugdwerk 2, p. 123). Leg uit dat een lammetje een symbool van Jezus Christus is. Bespreek in welke opzichten Jezus Christus net een lam is. Deel de volgende tekstverwijzingen uit: Genesis 22:3–8; Exodus 12:21–28; Jesaja 53:7; Johannes 1:29; 1 Nephi 12:6. Lees de schriftteksten en bespreek wat elk ons over Christus vertelt. Leg uit dat we, als we symbolen begrijpen, kunnen inzien dat de profeten in het verleden de komst van Christus op aarde voorspeld hebben. Geef uw getuigenis dat de profeten net zo zeker wisten dat Christus zou worden geboren als ú zeker weet dat Kerstmis spoedig aanbreekt.
-
2. Laat twee kinderen de volgende platen vasthouden: Evangelieplaten 238 (De wederkomst) en 239 (De opgestane Jezus Christus). Laat de kinderen de overeenkomsten en de verschillen aanwijzen. Vraag de kinderen die de platen vasthouden om de titel en de samenvatting op de achterkant voor te lezen. Leg uit dat de ene een plaat is van hoe Jezus er uit kan zien als Hij weerkomt en dat de andere een plaat is van hoe Hij er uit kan hebben gezien toen Hij was opgestaan. Vertel ze dat er een reden is voor de overeenkomsten. Laat de kinderen Handelingen 1:11 opzoeken. Laat een wereldbol zien. Verwijder bij het lezen van de tekst ‘ten hemel hebt zien varen’ de plaat van de opgestane Jezus steeds verder van de wereldbol. Breng bij het lezen van de tekst ‘zal op dezelfde wijze wederkomen’ de plaat van de opgestane Jezus steeds dichter bij de wereldbol. [NB: Wegens de volgorde van de zinsneden in de Nederlandse schrifttekst, zult u voor deze demonstratie de volgorde moeten wijzigen.] Vraag een week van te voren enkele kinderen om zich voor te bereiden zodat ze tijdens de participatieperiode kunnen vertellen wat ze dit jaar hebben geleerd om zich beter voor te bereiden op de wederkomst. Zing de liedjes die u dit jaar hebt ingestudeerd en bespreek de beginselen die erin behandeld worden. Geef uw getuigenis dat wij het eeuwige leven kunnen krijgen als we Jezus in geloof volgen.