Eén miljoen zendelingen, dertien miljoen leden
Net zoals de Salt Laketempel en het Mormoons Tabernakelkoor staan ze evenzeer symbool voor de kerk: goed verzorgde en geklede jonge mannen en vrouwen te voet of op de fiets die de evangelieboodschap langs de deuren brengen. Al vanaf het begin van de kerk reizen mormoonse zendelingen over de hele wereld, en ondertussen is er een belangrijke mijlpaal bereikt.
‘We hebben de afgelopen jaren veel vooruitgang geboekt in ons zendingswerk’, zei president Gordon B. Hinckley tijdens de meest recente opleidingsbijeenkomst voor nieuwe zendingspresidenten in het opleidingscentrum voor zendelingen in Provo. ‘We hebben meer zendelingen — en meer effectieve zendelingen. Uit betrouwbare schattingen blijkt dat er sinds de organisatie van de kerk al een miljoen zendelingen zijn geweest.’
‘Het is niet mogelijk om aan te geven wie de miljoenste zendeling is’, zei ouderling M. Russell Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen tijdens een persconferentie gedurende de opleiding van 118 nieuwe zendingspresidenten. ‘Maar we weten dat jonge mannen en vrouwen, oudere zusters en echtparen vrijwillig en op eigen kosten deze boodschap in 145 landen en gebieden hebben verkondigd.’
Om aan te geven hoe belangrijk het is dat wij begrijpen wat deze mijlpaal betekent, sprak ouderling Ballard over de unieke eigenschappen waardoor deze miljoen zendelingen zo bijzonder zijn.
‘Een jonge zuster uit Peru heeft op een straathoek hamburgers verkocht om in haar eigen land op zending te kunnen gaan. Een jonge zendeling uit India is in Toronto (Canada) werkzaam geweest, en een gepensioneerd echtpaar heeft hun kinderen en kleinkinderen achtergelaten om in West-Afrika waterputten te slaan. Zendelingen zijn bereid om overal te dienen, zonder van te voren te weten waar dat in de wereld zal zijn.’
Het werk dat deze vrijwilligers verrichten is in feite zo verscheiden als de zendelingen zelf. Op een willekeurige dag kunnen zendelingen humanitaire hulp verlenen, anderen helpen bij het opzoeken van hun voorouders, betrokken zijn bij de public relations of het herstelde evangelie van Jezus Christus verkondigen.
‘Uit persoonlijke ervaring kan ik vertellen dat ze studeren, bidden en zich oprecht zorgen maken over alle kinderen van God, maar in het bijzonder over de mensen die zij onderwijzen’, zei ouderling Ballard. ‘Zij worden vaak verworpen en soms uitgescholden. Maar ze werken onverdroten verder. Ze dienen, ze helpen anderen en gaan de extra mijl om mensen uit alle lagen van de bevolking op te bouwen en van dienst te zijn.’
Tijdens de persconferentie was ouderling Ballard omgeven door zendelingen die volgens hem een toonbeeld van de zendingsgeest waren: een zendingsechtpaar uit Kenia was geroepen om een zendingsgebied in Nigeria te presideren; een stel jonge zendelingzusters, één uit Zuid-Korea en één uit Mexico, dat op Temple Square in Salt Lake City werkzaam was; een echtpaar uit Utah dat een humanitaire zending vervult, waarbij ze over de hele wereld gemeenschappen van schoon water voorzien; en een stel jonge mannen, één uit Brazilië en één uit Idaho, die net in het opleidingscentrum voor zendelingen waren aangekomen, ter voorbereiding op hun zending in Japan.
De jonge mannen, Samuel Pelaquim en Brandon Soelberg, stellen hun opleiding uit om twee jaar van hun leven zonder televisie, meisjes en andere activiteiten voor jongeren het evangelie te prediken. ‘Sommige mensen denken dat ik veel opgeef om op zending te gaan’, zei ouderling Soelberg. ‘Maar ik vind dat ik veel te bieden heb. Ik heb altijd geweten dat ik op zending zou gaan, dus het is eigenlijk geen offer voor me. Ik vind dat ik dit moet doen; ik wil dit doen.’
Ouderling Pelaquim was het daarmee eens: ‘Het is een bijzondere kans om te dienen. Al op jonge leeftijd merkte ik het verschil tussen mij en mijn vrienden. Zij hadden problemen waar ik me geen zorgen over hoefde te maken. Ik heb altijd geweten dat het evangelie een groot verschil uitmaakte.’
Volgens de 22-jarige Unbyul Cho uit Seoul (Zuid-Korea) is het dat verschil dat zijn ouders tot de kerk heeft gebracht: ‘Ik heb me altijd afgevraagd wat er met mij en ons gezin zou zijn gebeurd als de zendelingen niet naar Korea waren gekomen. Ik wil op zending gaan om andere mensen dezelfde zegeningen te bieden.’
In haar geboorteland Mexico had Gazelem Munoz gezien dat gezinsleden van haar lid van de kerk werden: ‘Ons gezinsleven onderging een verandering. Mijn leven is erdoor veranderd en hopelijk zal het leven van andere mensen ten goede veranderen als ik ze in het evangelie onderwijs.’
De persconferentie werd gehouden naast een levensgroot bronzen beeld van Samuel Smith, de eerste zendeling van de kerk. In 1830, het jaar dat de profeet Joseph Smith de kerk organiseerde, werden er slechts zestien zendelingen geroepen. Nu, 177 jaar later, zijn er zo’n 53 duizend zendelingen — jonge mannen, jonge vrouwen, zusters en echtparen — in bijna 350 zendingsgebieden over de hele wereld werkzaam.
En hun werk spreekt veel mensen aan. President Hinckley heeft aangekondigd dat het ledental van de kerk over de hele wereld de dertien miljoen heeft bereikt. Er zijn nog steeds meer leden buiten de Verenigde Staten dan daarbinnen, waaruit blijkt hoe gediversifieerd het ledental van de kerk is.