2007
Extra ideeën voor de participatieperiode, december 2007
December 2007


Extra ideeën voor de participatieperiode, december 2007

Jeugdwerkleidsters kunnen de volgende ideeën gebruiken als aanvulling op de participatieperiode in deze uitgave van de Liahona. Voor de les, de instructies en de activiteit die overeenkomen met deze ideeën, raadpleegt u ‘Het mooiste geschenk’ op pp. 4 en 5 van De Kindervriend in deze uitgave.

  1. Laat drie ingepakte cadeautjes zien. Zeg dat we in de kersttijd de gave vieren dat Jezus Christus op aarde is gekomen. Door op aarde te komen en te beloven terug te keren, heeft Jezus ons drie prachtige gaven gegeven! Zeg dat de kinderen erachter kunnen komen wat die drie gaven zijn door vragen over Jezus Christus te beantwoorden. (Zet vóór het jeugdwerk de volgende woorden op papier en knip ieder woord in puzzelstukken: vrede, geluk en liefde.) Laat drie kinderen de cadeautjes vasthouden. Leg uit dat de kinderen na iedere vraag die ze juist beantwoorden een puzzelstuk krijgen waardoor zij achterhalen wat hun cadeau is. Stel vragen als: ‘Wie is de moeder van Jezus?’ (Maria), ‘Wie is de vader van Jezus?’ (onze hemelse Vader), ‘Waar kunnen we over Jezus lezen?’ (in de Schriften), ‘Waar is het brood een symbool van als we van het avondmaal nemen?’ (het lichaam van Jezus). Iedere keer dat er een juist antwoord wordt gegeven, geeft u aan het kind dat de doos vasthoudt een puzzelstuk dat bij de doos hoort. Laat groepjes kinderen samenwerken om de puzzel te voltooien en het woord te vinden. Aan het eind van het spel staat er op de ene doos vrede, op de tweede geluk en op de derde liefde.

    Als de kinderen de woorden hebben gevonden, laat u ze de pakjes openmaken. In iedere doos zit een sleutelwoord en een tekst: Vrede — Johannes 14:27; Geluk — Mosiah 2:41; Liefde — Johannes 15:13. Laat de kinderen die de doos vasthouden de tekst voorlezen. Zing een lied of lofzang over de Heiland en geef uw getuigenis van de vrede, het geluk en de liefde die we ontvangen als wij Hem volgen.

  2. Om meer over Betlehem te leren deelt u het jeugdwerk op in drie groepjes. Geef ieder groepje een van de volgende voorwerpen: een kaart van het Heilige Land (uit de Bijbel of uit de mediatheek); de schriftuurplaats Micha 5:1; en de schriftuurplaats Johannes 6:51. Laat het eerste groepje op de kaart Betlehem opzoeken. Laat het tweede groepje Micha 5:1 opzoeken en uitleggen dat onze hemelse Vader van plan was om Jezus in Betlehem geboren te laten worden. Laat het derde groepje Johannes 6:51 lezen en uitleggen waarom Jezus het brood des levens is. Vertel dat de betekenis van het woord Betlehem ‘Huis van brood’ is. Geef aan dat het brood des levens in het ‘huis van brood’ is geboren.

    Leer de kinderen het eerste couplet van ‘O Betlehem, gij kleine stad’ (lofzang 145) of een andere kerstlofzang. Beschrijf hoe Betlehem eruit kon hebben gezien in de nacht dat Jezus werd geboren. Vertel dat de mensen al vanaf de tijd van Adam en Eva naar de komst van Christus uitkeken. De mensen hoopten dat Hij zou komen, en sommigen waren bang dat Hij misschien niet zou komen.

    Laat de kinderen een tekening van Betlehem maken. (Zie ‘Tekenen’, Onderwijzen — geen grotere roeping [1999], pp. 174–175.) Getuig dat Jezus Christus door op aarde te komen, de profetieën vervulde en het voor ons mogelijk maakte om bij God terug te keren.