Les 11
Ons beschermen tegen de valse leerstellingen van de laatste dagen
Inleiding
Het Boek van Mormon bevat niet alleen ‘de volheid van het evangelie van Jezus Christus’ (LV 20:9) maar beschermt volgelingen van Christus bovendien tegen de valse leringen en ideeën die in de laatste dagen bestaan. Dit wordt bewerkstelligd door de vijanden van Christus te ontmaskeren en aan te geven welke valse leerstellingen zij verspreiden. Als de cursisten verslagen over valse leraren in het Boek van Mormon bestuderen, leren zij de waarheden van het evangelie van de verkeerde ideeën van de wereld te onderscheiden.
Achtergrondinformatie
-
Dallin H. Oaks, ‘Niet misleid worden’, Liahona, november 2004, 43–46.
-
Dallin H. Oaks, ‘Zoals iemand in zijn hart bedacht heeft’ (Een avond met ouderling Dallin H. Oaks, 8 februari 2013), lds.org/broadcasts.
-
Neil L. Andersen, ‘Geestelijke wervelwinden’, Liahona, mei 2014, 18–21.
Onderwijsideeën
2 Nephi 28:3–9, 12–15; Jakob 7:1–12; Alma 1:2–6; 30:12–18, 39–44; Mattheüs naar Joseph Smith 1:22
Valse leerstellingen herkennen en ons ertegen beschermen
Laat de cursisten nadenken over de verschillende meningen in de wereld aangaande onderwerpen zoals: de waarheid Gods versus moreel relativisme (de gedachte dat er geen universeel goed of kwaad is), godsdienstvrijheid versus de rechten van groepen met een bijzonder doel, en het recht op abortus versus het recht op leven. U kunt de onderwerpen tijdens de bespreking op het bord noteren. Gun de cursisten enkele ogenblikken zodat zij kunnen bespreken waarom wij erop moeten letten dat wij juiste denkbeelden omarmen.
Leg uit dat Jezus Christus aan het einde van zijn leven profeteerde over de geestelijke gevaren in de laatste dagen. Laat een cursist Mattheüs naar Joseph Smith 1:22 voorlezen. U wilt misschien duidelijk maken dat de zinsnede ‘die volgens het verbond de uitverkorenen zijn’ naar leden van de Kerk van Jezus Christus verwijst.
-
Welk bedreiging vormen ‘valse christussen ’ en ‘valse profeten’ in onze tijd?
Toon de volgende uitspraak van president Ezra Taft Benson (1899–1994) en lees ze voor:
‘Het Boek van Mormon ontmaskert de vijanden van Christus. Het weerlegt valse leerstellingen en legt geschillen bij. (Zie 2 Nephi 3:12.) [Het versterkt de nederige volgelingen van Christus tegen de kwade plannen, methoden en leerstellingen van de duivel in onze tijd. De afvalligen in het Boek van Mormon zijn te vergelijken met die van tegenwoordig. Met zijn oneindige voorkennis heeft God het Boek van Mormon zo samengesteld dat wij kunnen herkennen en weten hoe we de valse educatieve, politieke, religieuze en filosofische denkbeelden van onze tijd kunnen bestrijden.’ (Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson (2014), 140–141.)
-
Wat vermeldt deze stelling over onze bescherming tegen valse leringen als wij het Boek van Mormon bestuderen? (Zorg ervoor dat de cursisten het volgende beginsel begrijpen: Bestuderen we het Boek van Mormon en passen we de leringen uit het boek toe, dan worden we gesterkt tegen de invloed van de duivel en de valse leringen en denkbeelden in onze tijd.)
-
Welk voordeel biedt het om de strategieën van Satan al te kennen voor u ze in de praktijk ondervindt?
Vraag enkele cursisten om de beurt een stukje uit 2 Nephi 28:3–9 hardop voor te lezen terwijl de klas op valse denkbeelden let waarvan Nephi heeft gezegd dat die in onze tijd zouden bestaan. Moedig de cursisten aan om belangrijke woorden en zinsneden te markeren. Laat een aantal cursisten vertellen wat ze hebben opgeschreven en vraag dan:
-
Wat zijn enkele hedendaagse voorbeelden van die valse denkbeelden? (Mogelijke voorbeelden: moreel relativisme, de overtuiging dat God, vanwege zijn grote liefde voor ons, zonde niet zal bestraffen; en vooroordelen tegen christenen, die vaak als bekrompen of fanatiek worden beschouwd.)
Lees het volgende citaat van ouderling Russell M. Ballard van het Quorum der Twaalf Apostelen voor om de cursisten in staat te stellen deze vraag te beantwoorden: Vraag de cursisten te letten op valse leringen die zij al zijn tegengekomen.
Valse profeten en leraren zijn mensen die beweren dat de profeet Joseph Smith een onbetrouwbare oplichter was; zij zetten vraagtekens bij het eerste visioen. Zij beweren dat het Boek van Mormon en andere canonieke boeken geen oude schriftuurlijke verslagen zijn. Ze proberen de aard van God opnieuw te definiëren, en ontkennen dat God openbaringen heeft gegeven en aan zijn geordende profeten openbaringen zal blijven geven. […]
Maar wat waarschijnlijk nog het ergste is, zij verloochenen de opstanding en de verzoening van Christus, en beweren dat geen enkele God ons kan redden. Ze verwerpen de behoefte aan een Heiland. In het kort proberen deze lasteraars de leerstellingen van de kerk opnieuw te interpreteren zodat ze in hun eigen kraampje te pas komen. En ondertussen verloochenen ze Christus en zijn Messiaanse rol.
Valse profeten en valse leraren zijn ook mensen die verandering proberen aan te brengen in de door God gegeven, en door de Schriften bevestigde, leer van het huwelijk, het gezin en de zedelijke reinheid. Zij willen zedelijke reinheid opnieuw definiëren om ontucht, overspel en homoseksuele relaties te rechtvaardigen.’ (‘Pas op voor valse profeten en leraren’, Liahona, januari 2000, 75.)
Vraag de cursisten 2 Nephi 28:12–15 op de gevolgen van het geloven in valse leringen te doorzoeken.
-
Wat zijn enkele gevolgen als men in valse leringen en denkbeelden gelooft?
Toon het volgende citaat van ouderling Ulisses Soares van het presidium der Zeventig en laat een cursist het voorlezen:
‘We mogen onszelf niet laten verwarren door populaire boodschappen die makkelijk door de wereld aanvaard worden en de leer en ware beginselen van het evangelie van Jezus Christus tegenspreken. Veel van die wereldse boodschappen zijn in feite niets meer dan een poging van de samenleving om zonde te rechtvaardigen.’ (‘Ja, we kunnen en zullen winnen!’, Liahona, mei 2015, 75.)
-
Wat is volgens ouderling Soares het doel van vele van de populaire boodschappen die het evangelie van Jezus Christus tegenspreken? (Zorg ervoor dat de cursisten deze waarheid begrijpen: Satan gebruikt valse leringen om ons tot zonde te verlokken. U kunt verwijzen naar Alma 30:53 voor meer informatie over deze waarheid.)
Deel de klas op in drie groepjes. Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord en wijs er een aan elke groep toe: Jakob 7:1–7; Alma 1:2–6; of Alma 30:12–18. Vraag de cursisten sommige valse leringen van Sherem, Nehor en Korihor te benoemen en schrijf ze op het bord onder de bijbehorende passage.
Sherem (Jakob 7:1–7) |
Nehor (Alma 1:2–6) |
Korihor (Alma 30:12–18) |
-
Op welke manier beïnvloeden valse leringen en ideeën zoals die op het bord tegenwoordig kerkleden?
Vraag de cursisten om Jakob 7:5, 8–12 met Alma 30:39–44 te vergelijken teneinde te zien hoe Jakob en Alma zich tegen de valse leringen van Sherem en Korihor beschermden. (Noot: vergelijken is een Schriftstudiemethode. De overeenkomsten ‘tussen leringen, mensen of gebeurtenissen opmerken kan evangeliewaarheden scherper doen uitkomen’ [Het evangelie leren en erin onderwijzen: een handboek voor leerkrachten en leiders in seminaries en instituten voor godsdienstonderwijs (2012), 22].)
-
Wat beschermde Jakob en Alma tegen valse leringen? (De cursisten behoren het volgende te noemen: geestelijke ervaringen, kennis van de Schriften, kennis door de Heilige Geest en een getuigenis van Christus.)
-
Welk beginsel kunnen wij leren uit de antwoorden die Jakob en Alma op de valse leringen gaven? (Help de cursisten het volgende beginsel te benoemen: als we op ons getuigenis van Christus vertrouwen en naar de leiding van de Heilige Geest streven, kunnen we aanvallen op ons geloof weerstaan.)
-
Hoe beschermt uw getuigenis u tegen valse leringen of kritiek op uw overtuigingen?
Moedig de cursisten aan te vertellen wat zij doen om zich te beschermen tegen de valse leringen die hun geloof in Jezus Christus en zijn herstelde evangelie kunnen ondermijnen.
2 Nephi 26:29; 3 Nephi 18:24; 27:27
De gevaren van priesterbedrog herkennen
Vertel de cursisten dat er geestelijke gevaren voor de kerk zijn die van leden van de kerk komen. Vraag een cursist 2 Nephi 26:29 hardop voor te lezen terwijl de klas let op het geestelijk gevaar dat Nephi beschrijft.
-
Wat is priesterbedrog volgens deze passage? (Als mensen het evangelie prediken om beroemd of rijk te worden in plaats van het eeuwig welzijn van Gods kinderen te beogen.)
-
In welke opzichten kan priesterbedrog voor leden van de kerk een geestelijk gevaar vormen?
Vraag een cursist de volgende uitspraak van ouderling M. Russell Ballard voor te lezen om antwoord op deze vragen te geven:
‘Laten we oppassen voor valse profeten en valse leraren, zowel mannen als vrouwen, die op eigen titel zogenaamde leerstellingen van de kerk verkondigen, en die hun valse leer prediken en volgelingen proberen te vinden door symposiums, boeken en tijdschriften te propageren waarvan de inhoud niet overeenstemt met de leer van de kerk. Pas op voor zulke mensen, die zich door het geschreven of gesproken woord tegen de ware profeten van God keren, en die actief volgelingen proberen te vinden, zonder rekening te houden met het eeuwig welzijn van de mensen die zij misleiden.’ (‘Pas op voor valse profeten en leraren’, Liahona, januari 2000, 74.)
-
Hoe kunt u zichzelf en anderen tegen priesterbedrog beschermen?
-
Hoe kunt u de leerstellingen van de kerk beschermen als anderen Gods hedendaagse profeten tegenspreken?
Vertel de cursisten dat de Heiland zijn discipelen leerde hoe wie Hem vertegenwoordigt anderen hoorde te onderrichten en te beïnvloeden. Vraag de cursisten om 3 Nephi 18:24 en 3 Nephi 27:27 in stilte te doorzoeken en te letten op waarin echt evangelisch dienstbetoon van priesterbedrog verschilt.
-
Waarin verschillen de motieven en daden van rechtvaardige leerkrachten en leidinggevenden van de motieven en daden van wie zich schuldig maken aan priesterbedrog? (De cursisten dienen de volgende waarheid te vinden: volgelingen van Christus dienen andere mensen en zijn hen tot zegen door hen naar Christus te verwijzen.)
Moroni 7:12–17; Ether 4:11–12
Waarheid en dwaling onderscheiden
Vraag de cursisten te denken aan een keer dat iemand hun geloof in twijfel trok of er kritiek op uitte. Nodig één of twee cursisten uit om kort over hun ervaringen te vertellen.
Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Moroni 7:12–17 en Ether 4:11–12 voor te lezen terwijl de klas meeleest en let op hoe zij kunnen onderscheiden of iets van de Heer of van de duivel is.
-
Wat leert u van deze passage over de vraag hoe we over goed en kwaad kunnen oordelen? (De cursisten dienen de volgende waarheid te begrijpen: wat van God is, nodigt ons uit om goed te doen, in Jezus Christus te geloven en God lief te hebben en te dienen.)
Laat een cursist het volgende citaat van president Ezra Taft Benson voorlezen:
‘Ik wil graag drie korte proeven voorstellen om misleiding te vermijden. […]
‘1. Wat staat erover in de standaardwerken? […]
‘2. Ten tweede: wat zeggen de hedendaagse presidenten van de kerk over het onderwerp — vooral de huidige president? […]
‘3. De derde en laatste proef is de Heilige Geest — de proef van de Geest. […] Die proef kan alleen doeltreffend zijn als onze communicatiekanalen met God zuiver en deugdzaam zijn, en niet vervuild door zonden.’ (Conference Report, oktober 1963, 16–17.)
Vraag de cursisten tenslotte te bedenken hoe zij beter gebruik kunnen maken van de Schriften, de woorden van de profeten en de Heilige Geest om valse leringen te herkennen en misleiding te vermijden. Moedig hen eventueel aan om Jakob 7, Alma 1 en Alma 30 nader te bestuderen en te overwegen hoe deze hoofdstukken hen beter waarheid van dwaling laten onderscheiden.
Leesstof voor de cursisten
-
2 Nephi 26:29; 28:3–9, 12–15; Jakob 7:1–12; Alma 1:2–6; 30:12–18, 39–44; 3 Nephi 18:24; 27:27; Ether 4:11–12; Moroni 7:12–17; Mattheüs naar Joseph Smith 1:22.
-
Neil L. Andersen, ‘Geestelijke wervelwinden’, Liahona, mei 2014, 18–21.