Les 5

De oneindige verzoening van Jezus Christus

Inleiding

De verzoening van Jezus Christus — de belangrijkste gebeurtenis die ooit heeft plaatsgevonden — maakt het mogelijk voor alle mensen om vergiffenis van zonden te ontvangen en voor eeuwig bij onze hemelse Vader en Jezus Christus te wonen. Dankzij de verzoening van Jezus Christus zullen alle mensen uit de dood opstaan en in Gods tegenwoordigheid terugkeren om geoordeeld te worden. Omdat de verzoening van Jezus Christus vereist dat hij op ontelbare manieren leed, leeft Hij volmaakt met ieder van ons mee.

Achtergrondinformatie

Boyd K. Packer, ‘De verzoening’, Liahona, november 2012, 75–78.
D. Todd Christofferson, ‘Verlossing’, Liahona, mei 2013, 109–112.

Onderwijsideeën

Mosiah 3:5–11; Alma 34:8–12

Alleen Jezus Christus kon de oneindige verzoening teweegbrengen

Toon het volgende citaat van president James E. Faust (1920–2007) van het Eerste Presidium en laat een cursist het voorlezen:

‘Ik wil spreken over de belangrijkste gebeurtenis in de hele geschiedenis. Die uitzonderlijke gebeurtenis was de onvergelijkelijke verzoening van onze Heer en Heiland, Jezus de Christus. Het was het belangrijkste dat ooit heeft plaatsgehad’ (‘Onze vurigste hoop is in de verzoening’, Liahona, januari 2002, 19).

Vraag twee of drie cursisten beurtelings een vers uit Alma 34:8–12 voor te lezen terwijl de klas sleutelwoorden en -zinsneden aanduidt die verduidelijken waarom de verzoening de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de mens is.

Waarom is de verzoening van Jezus Christus de belangrijkste gebeurtenis in de geschiedenis van de mens? (Beklemtoon deze waarheid: De verzoening van Jezus Christus is oneindig en eeuwig, en maakt de redding van de hele mensheid mogelijk.)

Lees eventueel het volgende citaat van president Russell M. Nelson van het Quorum der Twaalf Apostelen voor:

‘Er was een oneindige verzoening nodig om Adam en Eva, en hun hele nageslacht te verlossen. […] Naar de eeuwige wet eiste de verzoening het persoonlijke offer van een onsterfelijk wezen, op wie de dood geen vat had. Maar toch moest Hij sterven en zijn lichaam weer opnemen. De Heiland was de enige die daaraan kon voldoen. Van zijn moeder erfde Hij het vermogen om te sterven. Van zijn Vader kreeg Hij macht over de dood.’ (Zie ‘Bestendigheid te midden van verandering’, De Ster, januari 1994, 32.)

Waarom was Jezus Christus de Enige die alle mensen kon redden? (Hij is onsterfelijk, waardoor de dood geen blijvend vat op Hem heeft.)
In welke opzichten is het zoenoffer van Jezus Christus oneindig en eeuwig?

Toon het volgende citaat van president Russell M. Nelson en vraag een cursist het voor te lezen om deze vraag te beantwoorden:

‘[De] verzoening [van Jezus Christus] is oneindig en onbeperkt. Zij was ook oneindig in zoverre dat alle mensen verlost zouden worden van een oneindige dood. Zij was oneindig in de betekenis van zijn enorme lijden. […] Zij was oneindig in reikwijdte en moest in één keer voor iedereen worden gedaan. En de genade van de verzoening strekt zich niet slechts uit tot een oneindig aantal mensen, maar ook tot een oneindig aantal werelden, door Hem geschapen. Zij was oneindig, uitstijgend boven alle menselijke meetschalen of sterfelijk begrip.’ (‘De verzoening’, De Ster, januari 1997, 33.)

Leg uit dat koning Benjamin aan het einde van zijn leven heeft verklaard dat een engel hem een boodschap met ‘blijde tijdingen van grote vreugde’ bezorgde die er voor zou zorgen dat de mensen ‘met vreugde vervuld zullen zijn’(Mosiah 3:2–4). Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Mosiah 3:5–11 voor te lezen terwijl de klas meeleest en let op de ‘blijde tijdingen’ die koning Benjamin beschrijft.

Welke boodschappen uit deze verzen hebben volgens u het volk van koning Benjamin met vreugde vervuld? (Beklemtoon bij de antwoorden van de cursisten dat Jezus Christus de verlossing mogelijk maakt.)
Welke woorden of zinsneden beschrijven de prijs die Jezus Christus voor onze verlossing heeft betaald?

Laat een cursist het volgende citaat van ouderling James E. Talmage (1862–1933) van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen:

‘Christus’ zielenstrijd in de hof is voor het beperkte verstand niet te peilen, qua hevigheid noch qua oorzaak. […] Hij worstelde en kreunde onder een last zoals geen ander wezen dat op aarde heeft geleefd zelfs voor mogelijk kon houden. Het was geen lichamelijke pijn of zielensmart alleen die Hem zo deed lijden dat er bloed uit iedere porie kwam, maar een geestelijke foltering zoals slechts God in staat was te ondergaan. Geen ander mens, hoe groot zijn vermogen om lichamelijk of geestelijk leed te verdragen ook moge zijn, zou zo hebben kunnen lijden.’ (Jesus the Christ, 3e editie [1916], 613.)

Wat voor gevoelens en gedachten roept het bij u op als u denkt aan de omvang van het leed dat Jezus Christus voor ons onderging?

2 Nephi 9:6–12, 20–22

Jezus Christus overwon zowel de lichamelijke als de geestelijke dood

Vraag de cursisten zich voor te stellen wat er zou zijn gebeurd als er geen verzoening was. Laat een cursist 2 Nephi 9:6–9 voorlezen zodat de cursisten zich kunnen voorstellen in wat voor toestand de mensheid zou verkeren zonder de verzoening. Laat de klas in hun eigen Schriften meelezen en letten op zinsneden die beschrijven wat ons lot zonder de verzoening zou zijn geweest.

Wat zou er volgens de profeet Jakob gebeuren met ons lichaam als er geen verzoening was? Wat zou er gebeuren met onze geest?

Herinner de cursisten eraan dat de belangrijkste boodschap van het evangelie is dat wij dankzij de verzoening van Jezus Christus dit vreselijke lot niet hoeven te ondergaan.

Vraag twee cursisten beurtelings een vers voor te lezen uit 2 Nephi 9:10–12, 20–22 terwijl de klas let op de middelen waarmee wij van de geestelijke en stoffelijke dood worden gevrijwaard.

Wat is het middel dat ons is gegeven waarmee we aan onze geestelijke en stoffelijke dood kunnen ontsnappen? (Help de cursisten om deze leerstelling samen te vatten: Christus heeft met zijn verzoening de gevolgen van de geestelijke en de stoffelijke dood overwonnen.)
Wat leren we uit deze verzen over de zegeningen van de opstanding? (Ons lichaam en onze geest worden voor eeuwig herenigd. We zullen voor het oordeel in de tegenwoordigheid van God terugkeren.)

Laat het volgende citaat van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en door een cursist voorlezen:

‘Door zijn verzoening en opstanding heeft Jezus Christus alle aspecten van de val overwonnen. De lichamelijke dood is tijdelijk en zelfs de geestelijke dood heeft een einde, daar iedereen, in elk geval tijdelijk, weer in de tegenwoordigheid van God zal komen om te worden geoordeeld.’ (‘De opstanding van Jezus Christus’, Liahona, mei 2014, 112.)

Wanneer bent u dankbaar geweest dat Jezus Christus de stoffelijke en geestelijke dood heeft overwonnen?

Mosiah 3:11, 16; 15:7–9; Alma 7:11–13; Moroni 8:8–12; Leer en Verbonden 137:7–9

Jezus Christus biedt door zijn verzoening verlossing aan alle mensen aan

Druk de cursisten nogmaals op het hart dat Jezus Christus niet alleen het hele mensdom verlost van de lichamelijke en geestelijke dood ten gevolge van de val, maar ons ook van de geestelijke dood wegens onze eigen zonden kan verlossen. Vraag een cursist Mosiah 15:7–9 voor te lezen terwijl de klas oplet hoe Christus mogelijk maakt dat wij van onze zonden verlost worden.

Wat staat er in deze verzen over de manier waarop Christus mogelijk maakt dat wij van onze zonden verlost worden? (Beklemtoon deze leerstelling: door de verzoening heeft Jezus Christus de banden van de dood verbroken en heeft Hij onze overtredingen op Zich genomen, heeft Hij aan de eisen van de gerechtigheid voldaan en de macht om voor ons te bemiddelen verkregen.)
Wat betekent het woord bemiddelen?(Bemiddelen is tussenbeide komen om partijen te helpen met hun geschillen bijleggen. Hier bemiddelt Jezus tussen ons en God om de relatie te herstellen die door onze zonden is verbroken.)

Leg uit dat het Boek van Mormon bijdraagt aan ons begrip van de manier waarop de verzoening van Jezus Christus kleine kinderen en mensen redt die zijn gestorven zonder het evangelie te hebben ontvangen of zich te laten dopen.

Laat een deel van de klas Mosiah 3:16 met Moroni 8:8–12 vergelijken. Laat de rest van de klas Mosiah 3:11 met Leer en Verbonden 137:7–9 vergelijken.

Wat leren we uit deze verzen over de redding van kinderen die sterven voor zij zich kunnen laten dopen?
Wat leren we uit deze verzen over hen ‘die zijn gestorven zonder de wil van God […] te kennen’?(Mosiah 3:11).

Vertel de cursisten dat de Heiland door de verzoening een volmaakte empathie verkreeg om ons te begrijpen en ons door de moeilijkheden van het sterfelijk leven heen te loodsen. Vraag de cursisten Alma 7:11–13 te doorzoeken op woorden die de sterfelijke moeilijkheden beschrijven die Jezus Christus als deel van de verzoening doorstond. Schrijf de volgende woorden op het bord terwijl de cursisten antwoorden: pijnen, benauwingen, verzoekingen, ziekten, de dood, zwakheden (of beperkingen) en zonden. Wijs op de zinsnede ‘allerlei’ in Alma 7:11 en vraag de cursisten voorbeelden te geven van de verschillende toestanden die op het bord staan.

Wijs erop dat de zinsnede ‘op Zich nemen’ meerdere malen herhaald wordt in de verzen 11-13.(Noot: op herhaling letten is een Schriftstudievaardigheid waar u hier eventueel extra aandacht aan kunt schenken. Als cursisten Schriftuurlijke herhalingen opmerken, kunnen ze beter punten herkennen waar nadruk op ligt.)

Waarom heeft Jezus Christus volgens verzen 11–12 onze pijnen, ziekten, zwakheden en andere toestanden die op het bord staan ‘op Zich [genomen]’? (Help de cursisten het volgende beginsel te benoemen: de Heiland heeft onze pijnen, ziekten en zwakheden op Zich genomen zodat Hij ons kon steunen in de beproevingen van het sterfelijk leven.)

Laat de volgende uitspraak van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen zien en laat een cursist die voorlezen:

‘Ik getuig dat de verzoening van de Heiland ons niet alleen ontlast van onze zonden, maar ook van onze teleurstellingen en smarten, ons hartzeer en onze wanhoop [zie Alma 7:11–12]. Vanaf het begin is het zo geweest dat vertrouwen op die hulp zowel een reden voor als een manier tot verbetering was, een stimulans om onze lasten af te leggen en ons heil te bewerken.’ (‘Het beschadigde goed maken’, Liahona, mei 2006, 71.)

Hoe kan vertrouwen in de verzoening van de Heiland uw daden en uw eeuwig perspectief beïnvloeden?
Hoe kan de waarheden in Alma 7:11–13 begrijpen ons sterken als we met moeilijkheden te maken krijgen?

Vraag de cursisten te vertellen wanneer zij de kracht van de verzoening van Jezus Christus in hun leven gevoeld hebben (waarschuw hen dat zij niets vertellen dat te heilig of persoonlijk is).

Vraag de cursisten op te schrijven wat zij kunnen doen om beter de genezende en versterkende kracht van de verzoening van de Heiland in hun leven toe te passen. Moedig ze aan om naar hun indrukken te handelen.

Leesstof voor de cursisten

2 Nephi 9:6–12, 20–22; Mosiah 3:5–11, 16; 15:7–9; Alma 7:11–13; 34:8–12; Moroni 8:8–12; Leer en Verbonden 137:7–9.
D. Todd Christofferson, ‘Verlossing’, Liahona, mei 2013, 109–112.