Les 16
Bekering en vergeving
Inleiding
Om van zonde gereinigd te worden, moeten we geloof tot bekering in Jezus Christus hebben. Als wij ons oprecht bekeren, ontvangen we vergeving van onze zonden, wat leidt tot vreugde en gemoedsrust. Wij kunnen vergeving van onze zonden behouden door de geboden van God trouw te gehoorzamen, elkaar lief te hebben en elkaar te dienen.
Achtergrondinformatie
-
D. Todd Christofferson, ‘De goddelijke gave van bekering’, Liahona, november 2011, 38–41.
-
Neil L. Andersen, ‘Bekeert u […] opdat ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, 40–43.
-
Craig A. Cardon, ‘De Heiland wil vergeven’, Liahona, mei 2013, 15–17.
Onderwijsideeën
Alma 34:15–17; 3 Nephi 9:13–14, 19–22
Geloof tot bekering in Christus hebben
Laat de cursisten zich voorstellen dat hun gevraagd is om in de avondmaalsdienst een toespraak over bekering te houden. Vraag enkele cursisten wat zij zouden zeggen om de kerkleden deze leerstelling beter te laten begrijpen. Nadat ze geantwoord hebben, toont u de volgende uitspraak van president Dieter F. Uchtdorf van het Eerste Presidium en leest die voor:
‘We hebben groot geloof in Christus nodig om ons te kunnen bekeren.’ (‘Het punt van veilige terugkeer’, Liahona, mei 2007, 100.)
-
Waarom is deze uitspraak waar?
Vraag een cursist om Alma 34:15–17 voor te lezen. Hierin staat wat Amulek de Zoramieten over bekering leerde. Moedig de klas aan mee te lezen en te letten op wat Amulek heeft gezegd dat wij moeten doen om vergeving te ontvangen.
-
Welk beginsel aangaande vergeving ontvangen wordt in deze verzen onderwezen? (Terwijl de cursisten antwoorden, zet u dit beginsel op het bord: om de barmhartige zegeningen van vergeving te ontvangen, moeten we geloof tot bekering in Jezus Christus hebben. Wijs de cursisten erop dat de zinsnede ‘geloof tot bekering’ viermaal in deze verzen vermeld wordt. Dit is een gelegenheid om aandacht te besteden aan de Schriftstudievaardigheid woordherhalingen te herkennen.)
-
Waarom moeten we geloof in Jezus Christus oefenen om ons te bekeren en vergeving te ontvangen? (Wij moeten in zijn zoenoffer geloven om het werkzaam voor ons te maken. Alleen door zijn verzoening kunnen we vergiffenis ontvangen zodat ons hart wordt veranderd en van zonde gezuiverd [zie Mosiah 5:2].)
Om de cursisten duidelijker te maken hoe we tot de Heiland komen en ons bekeren, legt u uit dat de Heiland het volk na de wijdverbreide vernietiging in Amerika als getuigenis van zijn kruisiging leerde wat zij moesten doen om zich te bekeren en vergiffenis van Hem te ontvangen. Vraag de cursisten om 3 Nephi 9:13–14, 19–22 met een partner te bestuderen en te letten op zinsneden die beschrijven wat we volgens de Heiland moeten doen om tot Hem te komen en ons te bekeren. Geef de cursisten voldoende tijd en vraag ze dan naar hun bevindingen.
-
Welk beginsel onderwijst de Heer in deze verzen over wat we moeten doen om ons te bekeren? (De strekking van de antwoorden van de cursisten dient het volgende beginsel te omvatten: als wij met een gebroken hart en een verslagen geest tot Jezus Christus komen, zal Hij ons aannemen en ons van onze zonden verlossen.)
-
Hoe kan de uitnodiging van de Heiland om ‘als een klein kind tot Mij [te komen]’ (vers 22) en ‘tot Mij terug [te] keren’ (vers 13) ons beter laten begrijpen wat het wil zeggen om een gebroken hart en een verslagen geest te hebben?
-
Welke levenservaringen kunnen ertoe leiden dat iemand een gebroken hart en een verslagen geest heeft?
Vraag een cursist het volgende citaat van ouderling Bruce D. Porter van de Zeventig voor te lezen. Geef eventueel een afdruk ervan aan iedere cursist. Zet de cursisten ertoe aan om bij het luisteren te letten op inzichten hoe we een gebroken hart en een verslagen geest offeren als we ons bekeren.
‘Wat houdt het in om een gebroken hart en een verslagen geest te hebben? […] De volmaakte onderwerping van de Heiland aan de eeuwige Vader is de kern van een gebroken hart en een verslagen geest. Christus’ voorbeeld leert ons dat een gebroken hart een eeuwige, goddelijke eigenschap is. Wanneer ons hart gebroken is staan we volledig open voor de Geest van God en erkennen we dat we van Hem afhankelijk zijn voor alles wat we hebben en alles wat we zijn. Het noodzakelijke offer is de offerande van hoogmoed in al haar vormen. De gebrokene van hart kan, als zachte klei in de handen van een bekwame pottenbakker, in de handen van de Meester geboetseerd en gevormd worden.
Een gebroken hart en een verslagen geest zijn ook de eerste voorwaarden van bekering [zie 2 Nephi 2:6–7]. […] Wanneer we gezondigd hebben en vergiffenis willen, houden een gebroken hart en een verslagen geest in dat we ‘overeenkomstig de wil van God bedroefd’ zijn, die tot bekering leidt (2 Korinthe 7:10). Dat vindt plaats als ons verlangen naar reiniging zo groot is dat ons hart gepijnigd wordt door verdriet en we ernaar smachten om in harmonie met onze hemelse Vader te zijn. Wie een gebroken hart en een verslagen geest hebben, zijn bereid om alles te doen wat God vraagt zonder weerstand te bieden of wrok te koesteren. Niet langer doen we het op onze manier, maar we leren het op Gods manier te doen. Met een dergelijke onderworpenheid kan de verzoening in werking treden en kan ware bekering plaatsvinden.’ (‘Een gebroken hart en een verslagen geest’, Liahona, november 2007, 32.)
-
Wat betekent het volgens ouderling Porter om met een gebroken hart en verslagen geest tot Christus te komen?
Laat de cursisten bedenken wat zij kunnen doen om hun geloof in Jezus Christus te versterken door Hem een gebroken hart en een verslagen geest te offeren. U kunt hen enkele minuten de tijd gunnen om de ingevingen van de Geest op te schrijven.
Getuig dat de barmhartige gave van bekering voor ieder van ons beschikbaar is. Vraag enkele cursisten naar hun gevoelens over het zoenoffer van de Heiland en de gave van bekering.
Enos 1:4–8; Mosiah 4:1–3; Alma 19:29–30, 33–36; 36:19–21
Vergiffenis van zonden leidt tot gevoelens van vreugde en vrede
-
Hoe kunt u reageren op individuen die te weten willen komen of een vroegere zonde al dan niet vergeven is?
Vraag de cursisten Enos 1:4–8; Mosiah 4:1–3; en Alma 36:19–21 te doorzoeken op manieren waarop iemand kan weten dat hij vergeving van hun zonden heeft ontvangen.
-
Hoe kunnen we volgens deze verzen weten dat we vergeving van onze zonden hebben ontvangen? (Maak de cursisten het volgende beginsel duidelijk: als we ons oprecht bekeren en vergeving van onze zonden ontvangen, wordt onze schuld weggevaagd, worden we met de Geest van de Heer vervuld en voelen we vreugde en vrede. Als de Geest u ertoe aanzet, kunt u de volgende uitspraak van ouderling Neil L. Andersen van het Quorum der Twaalf Apostelen voorlezen: ‘De oprechte boetvaardige die maar geen verlichting lijkt te vinden, moedig ik aan om de geboden te blijven onderhouden. Ik beloof u dat verlichting zal komen op de tijd van de Heer. Genezen kost ook tijd.’ [‘Bekeer u opdat Ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, 42].)
Vraag enkele cursisten om de verzen die de bekering van koning Lamoni en zijn volk beschrijven voor te lezen (Alma 19:29–30, 33–36) om dit beginsel verder te verduidelijken. Vraag de klas te letten op zegeningen die het volk ontving vanwege hun bekering en geloof.
-
Welke zegeningen hebben koning Lamoni, zijn vrouw en vele andere Lamanieten vanwege hun bekering en geloof ontvangen? (Hun hart werd veranderd, engelen dienden hen, zij lieten zich dopen, de kerk werd gevestigd en de Heer stortte zijn Geest over hen uit.)
-
Wanneer hebt u gezien dat anderen sommige van dezelfde zegeningen hebben ervaren toen zij zich bekeerden en dichter tot de Heer kwamen?
Vraag een cursist de volgende uitspraak voor van president Boyd K. Packer (1924–2015) van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen om de cursisten de waarheid en het belang van dit beginsel duidelijk te maken:
‘Er komen brieven van mensen die tragische vergissingen hebben begaan. Zij vragen: “Kan ik ooit vergiffenis ontvangen?”
Het antwoord is: ja!
Het evangelie leert ons dat wij door bekering verlichting van kwelling en schuld kunnen verkrijgen. Behalve voor hen die overlopen naar de zonen des verderfs nadat zij een volheid hebben gekend, is er geen gewoonte, geen verslaving, geen opstandigheid, geen overtreding en geen wandaad uitgesloten van de belofte van volledige vergiffenis.
“Kom nu, laten wij samen een rechtszaak voeren, zegt de HEERE. Al waren uw zonden als scharlaken, ze zullen wit worden als sneeuw; al waren ze rood als karmozijn, ze zullen worden als witte wol.” Maar wel op de voorwaarde die Jesaja noemt: “Als u gewillig bent en luistert” [Jesaja 1:18–19].’ (‘The Brilliant Morning of Forgiveness’, Ensign, november 1995, 19.)
Vraag de cursisten te denken aan ervaringen waarbij zij de vreugde en gemoedsrust hebben gevoeld die met volledige bekering gepaard gaan.
Mosiah 4:11–12, 26
Vergeving van zonden behouden
Vraag een cursist Mosiah 4:11–12, 26 voor te lezen. Vraag de cursisten op te letten hoe we volgens koning Benjamin vergeving van zonden kunnen behouden.
-
Hoe kunnen we volgens deze woorden van koning Benjamin ons hele leven lang vergeving van onze zonden behouden? (De cursisten horen het volgende beginsel te benoemen: als we Gods liefde en goedheid naar ons toe indachtig zijn, standvastig in ons geloof blijven, en anderen liefhebben en dienen, kunne we bekering van onze zonden behouden.)
Om de cursisten dit beginsel beter te laten begrijpen, vraagt u een cursist om de volgende uitspraak van ouderling D. Todd Christofferson van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen:
Bekering betekent een streven naar verandering. Het zou de spot drijven met het lijden van de Heiland in de hof van Gethsémané en aan het kruis als we zouden verwachten dat Hij ons zonder enige inzet van onze kant tot engelachtige wezens zou omtoveren. In plaats daarvan vult zijn genade onze uiterste inzet aan en beloont het die (zie 2 Nephi 25:23). Misschien zouden we net zo vurig als we om genade bidden, moeten bidden om de tijd en de kans om hard te werken, te streven en te overwinnen. De Heer lacht beslist degene toe die het oordeel wil ondergaan na een goed leven, die er dag in dag uit vastbesloten aan werkt om zijn zwakheid plaats te laten maken voor kracht. Om ware bekering, ware verandering, te bereiken, moeten we misschien wel meerdere pogingen doen, maar zo’n streven heeft iets zuiverends en heiligends.’ (‘De goddelijke gave van bekering’, Liahona, november 2011, 39.)
-
Welke gedachten en gevoelens komen in u op als u zich indenkt dat de Heer u ‘toelacht’ wanneer u zich inzet om zonde en sterfelijke zwakheid te overwinnen?
Geef uw getuigenis van de verzoening van Jezus Christus. Verzeker de cursisten ervan dat zij vreugde en gemoedsrust zullen ervaren als zij zich bekeren. Moedig de cursisten hun leven te bekijken en geloof tot bekering in Jezus Christus te hebben.
Leesstof voor de cursisten
-
Enos 1:4–8; Mosiah 4:1–3, 11–12, 26; Alma 19:29–30, 33–36; 34:15–17; 36:19–21; 3 Nephi 9:13–14, 19–22.
-
Neil L. Andersen, ‘Bekeert u […] opdat ik u moge genezen’, Liahona, november 2009, 40–43.