Godsdienstvrijheid is het heilige voorrecht om te geloven en te handelen naar onze keuze — om onszelf te definiëren en dan te leven zoals ons geweten ons ingeeft — en tezelfdertijd de rechten van anderen respecteren (zie LV 134:4). In deze les onderzoeken de cursisten verslagen in het Boek van Mormon waarin wordt beschreven hoe individuen en groepen hebben getracht de kerk van God omver te werpen en godsdienstige rechten en vrijheden te ondermijnen. De cursisten worden eraan herinnerd dat godsdienstvrijheid in onze tijd beschermd en in stand gehouden moet worden.
Het belang van keuzevrijheid en godsdienstvrijheid
Herinner de cursisten eraan dat we voor onze komst naar de aarde aan de raadsvergadering in de hemel deelnamen. Vraag de cursisten wat de belangrijkste doelen en beslissingen van deze raad waren. Toon dan de volgende uitspraken van president Ezra Taft Benson (1899–1994) en lees ze voor:
Afbeelding
President Ezra Taft Benson
‘De centrale kwestie in die voorsterfelijke raadsvergadering was: zullen de kinderen van God onbelemmerde keuzevrijheid hebben om de weg te kiezen die ze willen volgen, hetzij goed of kwaad, of zullen zij gedwongen worden gehoorzaam te zijn? Christus en allen die Hem volgden stonden voor het eerste voorstel — vrijheid van keuze; Satan stond voor het tweede — dwang.’ (Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson [2014], 64.)
‘In de Schriften staat dat er een grote oorlog in de hemel was, een strijd over het beginsel van vrijheid, het recht om te kiezen.’ (Leringen: Ezra Taft Benson, 64.)
‘De oorlog die in de hemel over deze kwestie begon, is nog niet voorbij. Het conflict wordt op het strijdtoneel van de sterfelijkheid voortgezet.’ (Leringen: Ezra Taft Benson, 64.)
Welk bewijs hebt u gezien dat de voorsterfelijke strijd over vrijheid en keuze nog bezig is in het sterfelijk leven?
Waarom wil Satan volgens u vrijheid vernietigen?
Terwijl de cursisten antwoorden, kunt u het volgende citaat van president David O. McKay (1873–1970) geven:
Afbeelding
President David O. McKay
‘Het vermogen leven te scheppen daargelaten, is het recht op zelfbeschikking in dat leven Gods grootste gave aan de mens.’ (Teachings of Presidents of the Church: David O. McKay [2003], 208.)
Herinner de cursisten eraan dat eeuwenlang na Lehi’s aankomst in het beloofde land de Nephieten door koningen werden geregeerd. Koning Mosiah stelde voor een nieuwe regeringsvorm in te stellen. Vraag de cursisten Mosiah 29:10–11, 16–18, 25–26 te bestuderen en te letten op de reden waarom Mosiah een nieuwe regeringsvorm voorstelde.
Welke redenen gaf koning Mosiah op voor zijn verlangen om een nieuwe regeringsvorm in te stellen?
Leg aan de cursisten uit dat het systeem met rechters geschikt en noodzakelijk was om de vrijheid in de Nephitische samenleving te beschermen. Andere samenlevingen hebben ook geprobeerd om vrijheid te vestigen en in stand te houden, hoewel hun regeringsvorm misschien anders georganiseerd was. Laat een cursist Mosiah 29:32 voorlezen terwijl de klas let op waarom Mosiah de vrijheid van zijn volk in stand wilde houden.
Waarom was het nodig de vrijheid van de Nephieten in stand te houden?
Wiens verantwoordelijkheid is het om onze rechten en voorrechten in stand te houden? Hoe kunnen we dat doen?
Leg uit dat persoonlijke vrijheid uitoefenen niet de plaats inneemt van het beginsel dat we de wetten van het land moeten gehoorzamen.
Vraag de cursisten om in Alma 30:7–9 een van de rechten op te zoeken die de nieuwe Nephitische regering garandeerde.
U kunt uitleggen dat deze passage laat zien dat de Heer verbiedt om anderen op grond van hun geloof of ongeloof in God te discrimineren (zie ook LV 134:4).
Wat voor baat heeft de maatschappij bij het beschermen van godsdienstvrijheid?
Laat een cursist het volgende voorlezen om deze vraag te beantwoorden:
‘Godsdienstvrijheid, of gewetensvrijheid, is van kritiek belang voor het welzijn van een gevarieerde samenleving. Het stelt verschillende godsdiensten en overtuigingen in staat om te gedijen. Godsdienstvrijheid beschermt de rechten van alle groepen en individuen, zelfs de kwetsbaarste, of ze nu godsdienstig zijn of niet.’ (‘Religious Freedom’ [Godsdienstvrijheid], mormonnewsroom.org/official-statement/religious-freedom.)
Om te verduidelijken wat die basiselementen van godsdienstvrijheid zijn, toont u de volgende uitspraak van ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen en laat u een cursist die voorlezen:
Afbeelding
Ouderling Robert D. Hales
‘Er zijn vier hoekstenen van godsdienstvrijheid waar wij ons als heiligen der laatste dagen op moeten verlaten en die we moeten beschermen.
‘De eerste is de vrijheid om te geloven. […]
De tweede hoeksteen van godsdienstvrijheid is de vrijheid om anderen te vertellen over ons geloof en onze overtuiging. […]
De derde hoeksteen van godsdienstvrijheid is de vrijheid om een godsdienstige organisatie te stichten en in vrede met anderen te aanbidden. […]
De vierde hoeksteen van godsdienstvrijheid is de vrijheid om ons geloof na te leven — vrije geloofsuitoefening, niet alleen thuis en in de kerk, maar ook in het openbaar.’ (‘Keuzevrijheid in stand houden en godsdienstvrijheid beschermen’,Liahona, mei 2015, 112.)
Vat deze vier hoekstenen samen door het volgende op het bord te schrijven:
Vrijheid om te geloven, te prediken, te organiseren en na te leven.
Hoe zou de beperking van een van deze vier hoekstenen de kansen op geestelijke groei tegenhouden?
Hoe is uw leven beïnvloed door deze elementen van godsdienstvrijheid?
Laat de helft van de klas de eerste passage lezen, en de andere helft de tweede. Vraag de cursisten te letten op het doel van hen die de godsdienstvrijheid bedreigden.
Wat waren volgens deze passages de doelstellingen van Amlici en Amalickiah?
Wat zouden voor de samenlevingen uit deze verslagen de gevolgen van een verlies aan godsdienstvrijheid zijn geweest?
Voeg de volgende tekst in het vet aan de verwijzingen op het bord toe:
Vraag de cursisten de verzen te lezen die zijn toegevoegd aan de passage die ze net hebben gelezen en vraag hen op te letten wat de rechtvaardige mensen deden om hun godsdienstvrijheid te beschermen.
Welke waarheden kunnen we uit deze passages leren over het belang van het behoud van godsdienstvrijheid? (De cursisten dienen de volgende waarheden te vinden: het is onze plicht om ons gezin, onze godsdienst en onze vrijheid te verdedigen. Als we God aanroepen en ons verbinden om zijn geboden te onderhouden, sterkt Hij ons in de verdediging van onze rechten en ons geloof.)
Als de tijd het toelaat, kunt u ook Alma 44:1–5 gezamenlijk lezen en bespreken hoe het geloof van de Nephieten hen sterkte in hun verdediging tegen Zerahemnah en de Lamanieten.
In het Boek van Mormon werd godsdienstvrijheid vaak bedreigd door vervolging en oorlog. Hoe zijn individuen en groepen in onze tijd een bedreiging voor godsdienstvrijheid?
Als het nodig is om deze vraag te beantwoorden, leest u de volgende verklaring over groeiende bedreigingen voor godsdienstvrijheid in de Verenigde Staten. Wijs erop dat hoewel deze verklaring gaat over zaken eigen aan de Verenigde Staten dat veel andere landen gelijkaardige bedreigingen van hun godsdienstvrijheid ondervinden.(Noot: gebruik deze verklaring alleen om voorbeelden te geven hoe bepaalde godsdienstige vrijheden worden bedreigd. Laat dit niet uitmonden in een discussie over homorechten en andere politieke problemen.)
‘Bedreigingen van godsdienstvrijheid komen uit veel verschillende bronnen. De toenemende voorspraak voor homorechten dreigt de godsdienstvrijheid op verschillende manieren in te perken. Veranderingen in de gezondheidszorg bedreigen de rechten van wie bepaalde morele overtuigingen over het menselijk leven hebben. Deze en andere ontwikkelingen leiden tot conflicten en beginnen een last voor godsdienstige organisaties en gewetensvolle mensen te worden. Ze dreigen […] in te perken hoe godsdienstige organisaties hun personeel en hun eigendom kunnen beheren. Ze zijn bezig kerkelijke universiteiten, scholen en instellingen voor sociale diensten onder dwang te plaatsen. […] In deze en veel andere omstandigheden zien we hoe godsdienstvrijheid en gewetensvrijheid subtiel maar gestaag worden uitgehold.’ (‘An Introduction to Religious Freedom’ [Een inleiding tot godsdienstvrijheid], mormonnewsroom.org/article/introduction-religious-freedom.)
Wijs erop dat de kerk ‘billijkheid voor iedereen’ voorstaat. In overeenstemming met Geloofsartikelen 1:11, dienen we ons recht op godsdienstvrijheid op een billijke en evenwichtige wijze op te eisen, rekening houdend met de rechten en belangen van anderen (zie ‘Mormoonse leiders vragen om wetgeving die de godsdienstvrijheid beschermt’, www.nieuws-mormonen.nl/artikel/mormoonse-leiders-vragen-om-wetgeving-die-de-godsdienstvrijheid-beschermt.)
Laat een cursist de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith (1805–1844) voorlezen:
Afbeelding
De profeet Joseph Smith
‘Als het is aangetoond dat ik bereid ben om te sterven voor een “mormoon”, dan ben ik stoutmoedig genoeg om voor de hemel te verklaren dat ik net zo bereid ben om te sterven ter verdediging van de rechten van een presbyteriaan, een baptist of een goed mens die tot een andere godsdienst behoort; want hetzelfde beginsel dat de rechten van de heiligen der laatste dagen zou vertrappen, zou de rechten van de rooms-katholieken vertrappen of van welke andere godsdienst dan ook die te onpopulair en te zwak is om zich te verdedigen.
Het is vrijheidsliefde die mijn ziel inspireert — burgerlijke en godsdienstige vrijheid voor de hele mensheid.’ (Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith [2007], 372.)
Waarom is het belangrijk godsdienstvrijheid voor alle mensen te vrijwaren en niet alleen voor de heiligen der laatste dagen? (Zulke vrijwaringen stellen anderen in staat hun keuzevrijheid volgens het plan van God te gebruiken en bevorderen een vredige en rechtvaardige samenleving. Als we willen dat ons geloof wordt beschermd en gerespecteerd, horen we het geloof van anderen te beschermen en respecteren.)
Wat zijn enkele gepaste dingen die we kunnen doen om godsdienstvrijheid in stand te houden en te versterken?
Vraag een cursist de volgende uitspraak van ouderling Robert D. Hales voor te lezen om antwoord op deze vraag te geven:
Afbeelding
Ouderling Robert D. Hales
‘Broeders en zusters, wij zijn verantwoordelijk voor het waarborgen van deze heilige vrijheden en rechten voor onszelf en ons nageslacht. Wat kunnen u en ik doen?
Allereerst moeten we goed geïnformeerd zijn. Let op kwesties in uw gemeenschap die gevolgen kunnen hebben voor de godsdienstvrijheid.
Sluit u ten tweede bij anderen aan die de zaak van de godsdienstvrijheid ook zijn toegedaan. Werk samen om de godsdienstvrijheid te beschermen.
Leef ten derde zó dat u een goed voorbeeld bent van wat u gelooft — zowel in woord als daad. Hoe we onze godsdienst naleven, is veel belangrijker dan wat we over onze godsdienst zeggen.’ (‘Godsdienstvrijheid bewaren’, 113.)
Hoe kunt u op kwesties in uw gemeenschap letten die de godsdienstvrijheid kunnen beïnvloeden?
Welke andere groepen in uw gebied hebben dezelfde toewijding aan godsdienstvrijheid?
Wat hebt u zelf al gedaan of anderen zien doen om godsdienstvrijheid te bevorderen?
Licht de cursisten in over de informatiebronnen over godsdienstvrijheid op mormonnewsroom.org. Moedig de cursisten aan te bedenken wat zij kunnen doen om godsdienstvrijheid te bevorderen en te verdedigen. Getuig dat onze hemelse Vader hen zal leiden bij hun inspanningen.