De omstandigheden en gebeurtenissen die met het bezoek van Jezus Christus aan Amerika worden geassocieerd zijn een patroon voor zijn wederkomst. Deze les helpt de cursisten met het toepassen van beginselen uit het Boek van Mormon om beter voorbereid te zijn op de ‘grote en geduchte dag’ (3 Nephi 25:5) waarop Christus wederkomt.
Tekens zijn ons gegeven ter ondersteuning van ons geloof in, en ter voorbereiding op, de wederkomst
Vraag de cursisten te vertellen over gebeurtenissen of activiteiten in hun leven die voorbereiding vereisten (bijvoorbeeld een zending). Vraag dan:
Wat voor verschil maakte de voorbereiding voor het grote geheel?
Hoe anders zou het zijn geweest als u zich niet had voorbereid?
Laat het volgende citaat van president Ezra Taft Benson (1899–1994) zien en door een cursist voorlezen. Vraag de klas waar het Boek van Mormon ons op volgens president Benson op kan voorbereiden:
Afbeelding
President Ezra Taft Benson
‘In het Boek van Mormon staat […] een patroon waarmee we ons op de wederkomst kunnen voorbereiden. Een groot deel van het boek richt zich op de paar decennia die voorafgaan aan de komst van Christus naar Amerika. Door die tijd zorgvuldig te bestuderen, wordt het ons duidelijk waarom sommigen in de verschrikkelijke oordelen omkwamen die aan zijn komst voorafgingen en waarom anderen bij de tempel in het land Overvloed waren om met hun handen de wonden in zijn handen en voeten te voelen.’ (Leringen van kerkpresidenten: Ezra Taft Benson [2014], 148–149.)
Waarom dienen we volgens president Benson het verslag in het Boek van Mormon over het bezoek van Jezus Christus aan zijn volk in Amerika aandachtig te bestuderen? (Zorg ervoor dat de cursisten het volgende begrijpen: door in het Boek van Mormon het verslag van de gebeurtenissen rond het bezoek van Jezus Christus aan Amerika te bestuderen, kunnen wij leren hoe we ons op de wederkomst moeten voorbereiden.)
Vraag de cursisten op beginselen en leerstellingen te letten bij het bestuderen van het verslag van het bezoek van de Heiland aan Amerika die hen zullen helpen met hun voorbereiding op de wederkomst.
Herinner de cursisten eraan dat voor de geboorte van de Heiland Samuel de Lamaniet profeteerde over de tekens die de geboorte en de dood van de Heiland zouden vergezellen. Vraag de cursisten Helaman 14:20–27 vluchtig te doorlezen en de tekens van de dood van Christus te benoemen.
Wat zijn enkele van de tekens waarvan Samuel aan de Nephieten vertelde dat ze de dood van Jezus Christus zouden vergezellen?
Draag de helft van de cursisten op om Helaman 14:28–30 te lezen en de andere helft om Helaman 16:4–5 te lezen. Vraag hen te letten op redenen waarom deze tekens aan de Nephieten werden gegeven. U kunt de cursisten aanmoedigen om vooral te letten op de zinsnede ‘met de bedoeling dat …’
Waarom geeft de Heer volgens deze verzen tekens? (Help de cursisten om de volgende leerstelling te benoemen: de Heer voorziet in tekens en wonderen opdat we in Hem geloven en we verlost kunnen worden. U kunt deze leerstelling op het bord zetten.)
Wat wordt in Helaman 14:29 aangegeven dat zal gebeuren met wie niet in de tekens en wonderen geloven? (Een rechtvaardig oordeel zal op hen komen.)
Verklaar dat in het verslag in 3 Nephi, de beloofde tekens en wonderen — waaronder de vernietiging die de dood van de Heiland aankondigde — stilaan werden vervuld. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 3 Nephi 9:1–5, 12–14; 10:12 voor te lezen terwijl de klas let op wat er gebeurde met hen die in de boodschappen van Samuel en Nephi geloofden en wat er gebeurde met hen die dat niet deden.
Waarom zijn volgens deze verzen sommige mensen vernietigd? Waarom zijn er sommigen gespaard?
Wijs erop dat volgelingen van Jezus Christus in deze tijd is geleerd om uit te kijken naar tekens die voorafgaan aan zijn wederkomst. Vraag de cursisten te bespreken hoe het begrijpen en herkennen van de tekens van de wederkomst, die door de profeten is voorspeld, hedendaagse kerkleden kan helpen om beter op zijn komst voorbereid te zijn.
Toon een afbeelding van Jezus Christus die aan de Nephieten verschijnt. Terwijl de cursisten het verslag van het bezoek van de Heiland aan de Nephieten bestuderen, vraagt u hen te letten op de zegeningen ontvangen door hen die in de tekens van de dood van de Heer geloofden en zich op zijn komst voorbereidden.
Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit 3 Nephi 11:1–12 voor te lezen.
Hoe bereidde geloof in de beloofde tekens van de komst van de Heer het volk voor op deze ervaring?
Hoe kunnen deze verzen ons aan onze eigen behoefte tot voorbereiding herinneren?
Vraag de cursisten om de beurt een vers uit 3 Nephi 11:13–17 voor te lezen en vraag de klas zich in te beelden hoe het zou voelen om daar aanwezig te zijn.
Hoe kunnen we uit deze ervaring leren wat de Heer Jezus Christus voor ieder van ons verlangt? (Antwoorden dienen de volgende waarheid te omvatten: Jezus Christus nodigt iedereen uit tot Hem te komen en een getuigenis te krijgen dat Hij de God van de hele aarde is.)
Hoe zouden deze gebeurtenissen kunnen lijken op wat er met de wederkomst van Jezus zal plaatsvinden?
Wat kunt u doen om op de uitnodiging van de Heiland in te gaan zodat u voorbereid bent om op een dag voor Hem te staan?
Besluit met het volgende citaat van ouderling Dallin H. Oaks, lid van het Quorum der Twaalf Apostelen, te tonen:
Afbeelding
Ouderling Dallin H. Oaks
‘Als de dag van zijn komst [nou eens] morgen is? Als we wisten dat we de Heer morgen zouden ontmoeten — door onze voortijdige dood of door zijn onverwachte komst — wat zouden we dan vandaag doen? Welke bekentenissen zouden we doen? Met welke gewoonten zouden we ophouden? Welke oneffenheden zouden we gladstrijken? Wie zouden we vergiffenis schenken? Wat voor getuigenis zouden we geven?
Als we dat dan zouden doen, waarom dan niet nu? Waarom geen vrede zoeken nu het nog kan?’(‘Voorbereiding op de wederkomst’,Liahona, mei 2004, 9.)
Waarom is het belangrijk om ons voor te bereiden alsof de wederkomst van de Heer morgen is?
Vraag de cursisten te streven naar inspiratie en gehoor te geven aan de influisteringen van de Geest bij hun voorbereiding om de Heer te ontmoeten.