Het evangelie van Jezus Christus is een boodschap van vrede voor een wereld vol problemen. Wie een werktuig in Gods handen wordt, kan het evangelie verkondigen en anderen tot bekering leiden. In deze les bestuderen de cursisten beginselen uit verslagen van zendelingen in het Boek van Mormon die een werktuig in Gods handen werden en anderen hielpen om het eeuwig leven te ontvangen.
Er zijn zegeningen beloofd aan wie het evangelie verkondigen
Schrijf de volgende uitspraak van de profeet Joseph Smith (1805–1844) uit Leringen van kerkpresidenten: Joseph Smith (2007), 356, op het bord:
‘Uiteindelijk komt het erop neer dat het onze grootste en belangrijkste taak is om het evangelie te prediken.’ (De profeet Joseph Smith)
Nodig de cursisten uit om de uitspraak stil te lezen. Vraag dan:
Waarom is het onze belangrijkste plicht om het evangelie te verkondigen?
Welke zegeningen hebt u verkregen door deze plicht te aanvaarden en te vervullen?
Leg uit dat Nephi de herstelling van het evangelie en het tevoorschijn komen van het Boek van Mormon voorzag (zie 1 Nephi 13:34–36). Hij beschreef ook de zegeningen die beschikbaar zijn aan wie het evangelie verkondigt en anderen helpt om tot Christus te komen.
Vraag de cursisten 1 Nephi 13:37 stil te lezen en moedig hen aan om de zegeningen markeren die beloofd zijn aan wie in de laatste dagen het evangelie verkondigt.
Hoe worden zij gezegend die proberen Zion voort te brengen en vrede te verkondigen? (De cursisten horen het volgende beginsel te begrijpen: als we proberen het evangelie te prediken, worden we gezegend met de Heilige Geest en kunnen we in het koninkrijk van God behouden worden.)
Deel de studenten mee dat Abinadi Jesaja aan heeft gehaald en heeft verduidelijkt wat vrede verkondigen betekent, en waarom we horen te proberen het evangelie te prediken (zie Jesaja 52:7). Vraag enkele cursisten een vers uit Mosiah 15:14–19, 26–28 voor te lezen terwijl de klas let op wat Abinadi onderwees.
Wat houdt vrede en heil verkondigen in? (Zie vers 14.)
Waarom moet heil aan elke natie, elk geslacht, elke taal en elk volk worden verkondigd?
Vraag een cursist het volgende citaat van ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen voor te lezen zodat de cursisten de woorden van Abinadi beter gaan begrijpen:
Afbeelding
Ouderling Jeffrey R. Holland
‘Vrede en vreugde; vreugde en vrede. Dat zijn onder meer de heerlijke zegeningen die het evangelie van Jezus Christus brengt aan een woelige wereld en haar verontruste bewoners; oplossingen voor persoonlijke worstelingen en menselijke verdorvenheid, een bron van kracht voor dagen van vermoeidheid en uren van waarachtige wanhoop. [Het] is […] de eniggeboren Zoon van God zelf [die] ons die hulp en die hoop geeft. […]
Dit zoeken naar vrede is een van de fundamenteelste speurtochten van de mens. […] Wij maken allemaal momenten mee dat groot verdriet of lijden of angst of eenzaamheid ons doet smeken om de vrede die alleen God verschaffen kan. Dat zijn tijden van doordringende geestelijke honger, wanneer zelfs de dierbaarste vrienden u niet afdoende kunnen helpen.’ (‘The Peaceable Things of the Kingdom’, Ensign, november 1996, 82.)
In welke opzichten is het evangelie van Jezus Christus een boodschap van vrede?
Bespreek eventueel de volgende uitspraak van president Marion G. Romney (1897–1988) van het Eerste Presidium om deze vraag te beantwoorden:
Afbeelding
President Marion G. Romney
‘Het verkrijgen van vrede vergt het uitschakelen van Satans invloed. Waar hij is, kan nooit vrede zijn. Voorts is vreedzame coëxistentie met de duivel onmogelijk. […] Hij bevordert slechts de werken van het vlees. […]
Voordat de vrede tot stand gebracht kan worden, moet dus de invloed van Satan volledig overwonnen worden. […]
Zoals de gevolgen van de werken van het vlees universeel van toepassing zijn, zo zijn ook de gevolgen van het evangelie van vrede universeel van toepassing. Als één mens het naleeft, heeft hij vrede in zijn hart. Als twee het naleven, hebben beiden vrede in hun hart en met elkander. Als de burgers van een land het naleven, geniet het volk binnenlandse vrede. Wanneer voldoende landen de vrucht van de Geest genieten om de aangelegenheden van de wereld te beheersen, dan, en pas dan zal er geen oorlog meer zijn.’ (‘The Price of Peace’, Ensign, oktober 1983, 4, 6.)
Wanneer hebt u gezien dat het evangelie iemand vrede bracht?
Op welke manieren kunnen we het evangelie doeltreffend verkondigen?
Zet de cursisten ertoe aan eens na te denken of zij iemand kennen die zij kunnen helpen om de vrede te ervaren die uit het evangelie voortkomt. Vraag hun een plan op te stellen om aan die persoon het evangelie te verkondigen. Moedig hen aan om na te denken hoe zij de beginselen kunnen toepassen die zij in de loop van de les leren.
Toon de cursisten eventueel één of alle bovenstaande afbeeldingen (viool, gereedschap, medische instrumenten) of gelijkaardige afbeeldingen. Vraag dan:
Wat kan een vaardig iemand doen door deze voorwerpen in de hand te nemen?
Wat betekent het om een werktuig in Gods handen te zijn?
Vraag een cursist om Alma 17:2–3, 9–11 voor te lezen. Laat de cursisten opletten wat de zonen van Mosiah deden waardoor ze werktuigen in de handen van God werden.
Wat kunnen we leren uit het voorbeeld van de zonen van Mosiah over hoe we een werktuig in Gods handen kunnen worden? (Terwijl de cursisten antwoorden, zet u het volgende beginsel op het bord: als we bidden, vasten, de Schriften onderzoeken en een goed voorbeeld zijn voor anderen, kunnen we een werktuig in Gods handen worden.)
Verduidelijk dat het Boek van Mormon veel andere voorbeelden bevat van de manieren waarop Alma en de zonen van Mosiah doeltreffende werktuigen in Gods handen werden. Zet de volgende tekstverwijzingen op het bord (zonder de samenvatting die tussen haakjes staat). Wijs aan iedere cursist één of meer passages toe. Vraag de cursisten op te letten wat de dienstknechten van de Heer deden dat bijdroeg aan hun succes in de evangelieverkondiging.
Mosiah 28:3 (Zij verlangden ernaar heil te verkondigen zodat er geen ziel verloren zou gaan.)
Alma 17:6 (Zij waren gewillig om wereldse erkenning op te geven zodat ze het evangelie konden verkondigen.)
Alma 17:11–12 (Zij waren geduldig, moedig en een goed voorbeeld.)
Alma 17:16 (Zij verlangden ernaar anderen te helpen zich te bekeren en hun het verlossingsplan te leren.)
Alma 17:25; 18:10 (Hij verlangde ernaar om een dienstknecht te zijn.)
Alma 22:12–14 (Hij onderwees uit de Schriften over Christus en het verlossingsplan.)
Alma 26:11–12 (Zij waren nederig en erkenden God als de Bron van hun kracht.)
Alma 26:26–29 (Zij gaven niet op toen zij ontmoedigd waren. Zij waren bereid geduldig te lijden voor de zaak van Christus. Zij onderwezen het evangelie in verschillende omstandigheden.)
Alma 31:30–34 (Zij baden om hulp zodat ze anderen tot Christus konden brengen. )
Vraag de cursisten na verloop van tijd naar hun bevindingen. Vat hun antwoorden desgewenst samen door de samenvattingen van de passages op het bord te schrijven. U kunt de cursisten aanmoedigen om deze Schriftverwijzingen op te schrijven en achteraf, na de les, een tekstenreeks te maken met als titel ‘Belangrijke elementen van evangelieverkondiging’.
Kunt u, als u de kans hebt gehad het evangelie aan anderen te verkondigen, over de ervaring vertellen of getuigen hoe deze elementen aan uw succes hebben bijgedragen?
Hoe kunt u de beginselen die in deze passages staan toepassen op andere roepingen of gebruiken om een betere vriend of buur te zijn?
Wanneer hebt u de kans gehad anderen te steunen als een werktuig in de handen van God?
Herinner de cursisten eraan dat het Boek van Mormon ons niet alleen leert dat wij een werktuigen in Gods handen kunnen zijn, maar ook welke uitwerking wij als zo’n werktuig op anderen hebben.
Laat een cursist Alma 18:33–35 voorlezen terwijl de klas let op wat Ammon zou bereiken als werktuig in de handen van God. Laat de cursisten samenvatten welk beginsel ze hierin ontdekt hebben. (Maak de cursisten het volgende duidelijk: als we een werktuig in de handen van God worden, schenkt Hij ons kracht om anderen tot de kennis van de waarheid te brengen.)
Laat de klas Alma 23:5–6 stil lezen om te ontdekken welk effect het heeft als ze anderen tot kennis van de waarheid brengen. Vraag de cursisten te letten op wat er met de Lamanieten gebeurde toen zij tot kennis van de waarheid werden gebracht.
Welke woorden of zinsneden beschrijven het effect dat de verkondiging van het evangelie op de Lamanieten had?
Welk beginsel kunnen we leren over wat er kan gebeuren als wij anderen tot kennis van de waarheid brengen? (De cursisten dienen de volgende waarheid te vinden: als we anderen tot kennis van de waarheid brengen, helpen we hen zich tot de Heer te bekeren.)
Verduidelijk dat zowel Ammon als Alma getuigden van deze waarheden. Vraag enkele cursisten beurtelings een vers uit Alma 26:2–5, 15 en Alma 29:9–10 voor te lezen, terwijl de klas let op de invloed die wij op anderen kunnen hebben als wij als werktuig in de handen van God het evangelie verkondigen.
Wat viel u op aan de gevoelens die Ammon en Alma hebben samengevat?
Vraag de cursisten te vertellen over hun ervaringen bij het verkondigen van het evangelie.
Moedig de cursisten aan te denken over de kansen die zij hebben om anderen het evangelie te leren en hen te helpen om zich te bekeren. Vraag hen na te denken over de beginselen en toepassingen die zij in deze les hebben geleerd, en hoe zij die kunnen toepassen op hun dagelijkse inspanningen om het evangelie te verkondigen.