Hoofdstuk 12
Rijkdommen in de Schriften
Als we de Schriften onderzoeken in dezelfde Geest waarin ze zijn gegeven, begrijpen we Gods wil beter.
Uit het leven van Wilford Woodruff
Op 1 maart 1845 kreeg ouderling Wilford Woodruff, die toen de presiderende autoriteit van de kerk in Groot-Brittannië was, een brief van een vriend in de Verenigde Staten. Bij die brief zat een afschrift van een andere brief waarin iemand aangaf van plan te zijn om de Leer en Verbonden in Engeland te drukken en daar zelf het auteursrecht van te registreren. Daarmee wou hij de kerk verhinderen om het boek in Engeland te drukken. Ouderling Woodruff schreef in zijn dagboek: ‘Wat een brutale zet voor een afvallige of afvalligen om de werken van de kerk te willen uitgeven en de kerk van de rechten te beroven. Ik zie het [als] niets meer dan de barmhartigheid van God dat Hij mij hiervan op de hoogte heeft laten stellen. Ik heb de hele dag de wet bestudeerd om te zien wat ik kon leren over het vastleggen van auteursrecht.’1 Hij huurde een drukker in om de tekst van het boek te zetten en er drieduizend exemplaren van te drukken.2 Toen hij de Britse wetgeving op het gebied van het auteursrecht eenmaal begreep, registreerde hij op 7 juni 1845 — ’48 uur nadat de laatste vellen van de drukker waren gekomen’ — het auteursrecht op zijn eigen naam. Zo beschermde hij het wettelijke recht van de kerk om het boek in Engeland te drukken.
Dit was niet de eerste keer dat Wilford Woodruff zich ervoor inzette dat de heiligen der laatste dagen de Schriften in handen kregen. Voordat de Leer en Verbonden ooit werd gedrukt, schreef hij veel openbaringen met de hand over en nam ze mee op zijn zendingsreizen. Toen hij van januari 1840 tot en met april 1841 voor het eerst op zending was in Engeland werkte hij samen met president Brigham Young en anderen aan het uitgeven van de eerste editie van het Boek van Mormon buiten de Verenigde Staten. Later assisteerde hij de profeet Joseph Smith in Nauvoo (Illinois) met het zetten van de krant van de kerk, de Times and Seasons. Van 1 maart 1842 tot en met 16 januari 1843 verschenen de volgende documenten in de Times and Seasons — vele jaren voordat ze in de Parel van grote waarde werden gepubliceerd: het boek Abraham; de Geschiedenis van Joseph Smith; de Wentworthbrief, die de geloofsartikelen bevatte; en een deel van het boek Mozes.
President Woodruff droeg er niet alleen toe bij dat de heiligen de Schriften in handen kregen, maar hij spoorde hen ook aan om ‘ze te bewaren in [hun] hart.’4 Hij zei: ‘Wij moeten onze godsdienst naleven. Wij moeten zelf doen wat wij verkondigen. Wij moeten de woorden des levens koesteren. Wij moeten de verslagen met goddelijke waarheid onderzoeken. Wij moeten ernaar streven om de tijd waarin wij leven te begrijpen. Zo denk ik over onze huidige situatie. Ik zie de openbaringen in deze boeken over de bedeling van de volheid der tijden niet als iets dat onvervuld voorbij zal gaan.’5
Leringen van Wilford Woodruff
Wij moeten de waarheden in de Schriften bestuderen, ze in ons hart bewaren en ze in praktijk brengen.
Lees de Bijbel, het Boek van Mormon, de Leer en Verbonden en de verslagen die de Heer ons heeft gegeven. Koester die openbaringen en kijk wat de Heer ons heeft beloofd. Als we dat doen, bewaren we iets dat voor ons van waarde is.6
Het is onze plicht (…) als heiligen der laatste dagen om het woord Gods te overdenken en te lezen en te proberen onze toestand, positie en verantwoordelijkheid tegenover de Heer te begrijpen.7
De wereld staat ver van de Heer af. Ook wij zelf, als volk, staan te ver van de Heer af. Wij moeten nader tot de Heer komen en ons best doen om de Heilige Geest te ontvangen zodat we de openbaringen van God met dezelfde geest mogen lezen als waarmee ze zijn gegeven. Dan kunnen we begrijpen wat ze [betekenen] voor de mensenkinderen.8
De duivel waart rond over de aarde en hij zal elke persoon vernietigen die hij kan. Onderzoek de Schriften die wij rechtstreeks hebben ontvangen en de Schriften in de Bijbel; en leer de bedoeling en wil van God kennen door ze te lezen met het licht van de Heilige Geest en u zo voor te bereiden op de gebeurtenissen in het leven.9
Deze dingen [de beginselen die in de Schriften staan] zijn waar. We moeten ze bestuderen, ze bewaren in ons hart en ze in praktijk brengen.10
De profeten, apostelen en patriarchen hebben hun geïnspireerde geschriften opgetekend voor ons nut en voordeel en wij zullen verantwoordelijk worden gehouden voor de manier waarop wij onze keuzevrijheid gebruiken en het woord Gods behandelen dat tot ons is gekomen.11
De Bijbel en het Boek van Mormon verkondigen samen de volheid van het evangelie.
Ik schaam mij niet om te erkennen dat ik vast geloof in de letterlijke vervulling van de Bijbel en van alle communicaties van God aan de mens. (…) Ik geloof dat heilige mannen vanouds schreven en spraken wat hen door de Heilige Geest werd ingegeven, en dat zij meenden wat zij zeiden en zeiden wat zij meenden, met name ‘dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat.’ [2 Petrus 1:20.]12
Ik getuig dat Joseph Smith door de almachtige God is opgewekt als profeet in de laatste bedeling en de volheid der tijden, dat hij het Boek van Mormon voort heeft doen komen en het heeft vertaald door de gave en kracht Gods ten bate van de wereld in de laatste dagen. Ik weet dat het Boek van Mormon waar is en dat het een verslag is dat onder inspiratie van God is geschreven.13
Wij hebben de Bijbel — het hout van Juda — dat de wet van God bevat die Mozes en de profeten en patriarchen vanouds ontvingen. Het is in de voorbije duizenden jaren aan ons overgeleverd. Terwijl bibliotheken zoals die in Alexandrië (…) verloren zijn gegaan, is de Bijbel voor ons bewaard gebleven en we hebben hem gelezen. Hij geeft ons de wet van God die aan de mensen vanouds gegeven is. Maar er is sinds die tijd niets veranderd aan die wet, wat het evangelie betreft. De Bijbel — het Oude en het Nieuwe Testament — bevat de wet waardoor wij de verhoging kunnen ontvangen en terugkeren naar de tegenwoordigheid van God en voor eeuwig en eeuwig bij Hem wonen. Hij geeft de koers aan die wij moeten volgen om deel te hebben aan de eerste opstanding, waarin wij mogen opstaan bekleed met heerlijkheid, onsterfelijkheid en eeuwig leven. Hij bevat ook de geschiedenis, niet alleen van wat er is gebeurd met de Joden, maar ook wat nog moet gebeuren. En dan hebben we ook het Boek van Mormon — het hout van Jozef in de handen van Efraïm — dat in [Amerika] is geschreven door apostelen en profeten. Het bevat onder meer de leringen die Jezus Christus gaf toen Hij hier na zijn opstanding verscheen in zijn onsterfelijke, heerlijke lichaam, en in het evangelie onderwees. Die openbaringen bevatten veel beginselen. Zij tonen ons de laatste slotscène, de situatie van het grote Babylon en de oordelen die in de laatste dagen vóór de komst van de Zoon des mensen zullen geschieden.14
Ezechiël zegt dat het hout van Jozef in de handen van Efraïm in de laatste dagen voor de ogen der naties in de handen van de Heer samengevoegd zou worden met het hout van Juda, met als doel de vergadering van het huis Israëls in de laatste dagen tot stand te brengen. [Zie Ezechiël 37:15–28.] Die twee verslagen dienen ook om te gebruiken bij de verkondiging van de volheid van het eeuwig evangelie aan zowel de Joden als de niet-Joden, en zij zullen de generatie die op aarde leeft als zij tevoorschijn komen, veroordelen.15
Hier is de Bijbel, het verslag van de Joden, door inspiratie van de Heer gegeven aan Mozes en de patriarchen en profeten vanouds. Is het bedrog en, zoals de ongelovigen zeggen, het werk van de mens? Nee, het ligt niet in de macht van enig mens die ooit de adem des levens heeft geademd om zo’n boek te schrijven zonder de inspiratie van de Almachtige. Dat geldt ook voor het Boek van Mormon: alle vindingrijkheid van alle mensen onder de hemelen kan de wereld geen boek geven als het Boek van Mormon. De beginselen die daarin staan zijn goddelijk, ze komen van God. Ze zouden nooit kunnen ontspringen aan het brein van een bedrieger of de auteur van een roman. Waarom niet? Omdat de beloften en profetieën die erin staan voor het oog van de hele wereld worden vervuld.16
Bevat het Boek van Mormon een ander evangelie dan de Bijbel? Nee. Het verschaft een geschiedenis van de mensen die vroeger in Amerika woonden, vertelt waar ze vandaan kwamen en hoe ze hier kwamen, vertelt van Gods handelingen met hen en van de vestiging van de kerk van Christus onder hen. Zij werden door Jezus bezocht na zijn opstanding. Daarom zei Hij: ‘Nog andere schapen heb Ik, die niet van deze stal zijn; ook die moet Ik leiden en zij zullen naar mijn stem horen en het zal worden één kudde, één herder.’ [Johannes 10:16.] (…) Beide boeken bevatten hetzelfde evangelie. Er is altijd maar één evangelie geweest en er zal nooit een ander aan de mensenkinderen geopenbaard worden.17
De Leer en Verbonden is ons testament in de laatste dagen.
We hebben ook de Leer en Verbonden, die u thuis hebt en die u kunt lezen. Dit wetboek met openbaringen is ons gegeven bij monde van de profeet Joseph Smith, door middel van de Urim en Tummim en anderszins. Dat boek bevat enkele van de heerlijkste en allesovertreffende openbaringen die God de mens ooit heeft gegeven. Het toont ons wat er nog voor ons ligt, wat dit volk en de andere volken der aarde nog wacht, en wat de inwoners der aarde te wachten staat. Die dingen zijn duidelijk en sterk; ze zijn de openbaringen van God en zullen vervuld worden, of de mens ze nu gelooft of niet.18
Ik heb hier de Leer en Verbonden in mijn hand, met openbaringen die ons gegeven zijn door middel van de profeet Joseph Smith toen hij nog in het vlees was. Lees die openbaringen, dan ziet u dat ze van begin tot einde alle bedelingen samenbrengen die God op aarde heeft gehad.19
Ik ben van mening dat de Leer en Verbonden, ons testament, een verzameling van de heiligste, goddelijkste verklaringen bevat ooit aan de mensheid gegeven. Alleen al het ‘visioen’ [in afdeling 76] is een openbaring waarin meer licht, waarheid en beginselen worden gegeven dan in enige andere openbaring in wat voor boek dan ook. Er wordt duidelijk in uitgelegd wat onze huidige staat is, waar we vandaan komen, waarom we hier zijn en waar we heen zullen gaan. Ieder mens kan door die openbaring te weten komen wat zijn rol en toestand zal zijn. Want ieder weet aan welke wetten hij zich houdt, en de wetten die hij hier houdt bepalen zijn positie in het hiernamaals. Hij wordt behouden door die wetten en ontvangt de daarbij behorende zegeningen.20
De Leer en Verbonden [is] een wetboek met openbaringen die de Heer aan Joseph Smith heeft gegeven. Dit boek bevat enkele van de heerlijkste openbaringen over leerstellingen, beginselen en bestuur, over het koninkrijk van God en de verschillende heerlijkheden, en over nog veel andere zaken die tot in de eeuwige werelden strekken.21
De Parel van grote waarde bevat heerlijke waarheden die aan de profeet Joseph Smith geopenbaard zijn.
Noot: De Parel van grote waarde was het grootste deel van Wilford Woodruffs leven geen standaardwerk van de kerk. De leringen die erin stonden werden echter wel wijd en zijd gelezen onder de heiligen. Delen van het boek werden voor het eerst in tijdschriften van de kerk gepubliceerd. Op 10 oktober 1880 werd de Parel van grote waarde een standaardwerk van de kerk na een beslissing van het Eerste Presidium en een steunverlening tijdens de algemene conferentie.
In de volgende citaten uit zijn dagboek schrijft ouderling Woodruff over zijn getuigenis van het boek Abraham, dat de profeet Joseph Smith vertaald had door de kracht Gods en dat later in de Parel van grote waarde werd opgenomen.
De Heer zegent Joseph met de kracht om de verborgenheden van Gods koninkrijk te openbaren, om oude verslagen en hiërogliefen (…) te vertalen die zo oud zijn als Abraham of Adam, die ons hart in ons laten branden terwijl wij de heerlijke waarheden aanschouwen die erin worden ontvouwd. Joseph de ziener heeft ons het boek Abraham gegeven dat door [Abraham] zelf is geschreven, dat de afgelopen vierduizend jaar verborgen is geweest voor de mens, maar nu aan het licht is gekomen door de barmhartigheid van God.22
De waarheden van het boek Abraham zijn echt opbouwend, groots en heerlijk, en bevinden zich onder de rijke schatten die ons in de laatste dagen zijn geopenbaard.23
Met de profetieën in de Schriften kunnen wij ons beter voorbereiden op de gebeurtenissen in de laatste dagen.
Broeders en zusters, laten wij de openbaringen van God voor onszelf lezen. En als we ze gelezen hebben, laten we er dan in geloven en proberen zo te leven dat we klaar zijn voor welke bedelingen de Heer ook voor ons heeft, en zo dat wij zijn hand erkennen zoals Job deed, en Hem niet bekritiseren wegens zijn voorzienigheid jegens ons. Als we ze nu niet kunnen begrijpen, dan duurt dat nog maar even.24
‘Wie ben Ik […], zegt de Heer, [dat Ik gebied en niet word gehoorzaamd?] Wie ben Ik, zegt de Heer, die heb beloofd en niet heb vervuld?’ [Zie LV 58:30–32.] (…) Wij hebben telkens weer, jaar in jaar uit, gezegd dat wij in een uiterst merkwaardige tijd, generatie en bedeling leven, en dat is waar. De tijd schrijdt voort, brengt gebeurtenissen met zich mee en vervult de openbaringen van God, vooral voor ons. Wij leven in een tijd vol duisternis; ongeloof en ontrouw zijn wijd verbreid over de hele aarde. (…) Het verbaast de heiligen der laatste dagen om te zien hoeveel duisternis en ontrouw er op aarde zijn. Daarom denk ik dat het van ons, als heiligen der laatste dagen, een toename aan getrouwheid aan het uitoefenen van onze godsdienst vereist en aan de openbaringen van God in de Bijbel, het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden.
Jaar in jaar uit zien wij de tekens van hemel en aarde voor onze ogen en zien we de vervulling van profetie. Maar hoezeer vergroten wij als volk ons geloof in God? Vergroten wij ons geloof evenzeer als de ongelovigheid in de wereld toeneemt? Misschien kan ik hierover niet oordelen, maar het schijnt mij toe dat wij het niet begrijpen. Het werk dat wij doen, en de Bijbel, het Boek van Mormon en de Leer en Verbonden zijn nu nog net zo waar als twintig, dertig of veertig jaar geleden. (…) Ik zeg u dat dit werk nu nog net zo waar is als toen, en dat geldt ook voor de uitspraak die ik aanhaalde: ‘Wie ben Ik […], zegt de Heer, [dat Ik gebied en niet word gehoorzaamd]? Wie ben Ik, zegt de Heer, die heb beloofd en niet heb vervuld?’ Ik geloof dat de Heer zal vervullen wat Hij zegt. Ik geloof dat Hij zijn beloften aan de heiligen der laatste dagen en aan de wereld, aan Zion en aan Babylon, gestand zal doen. En als Hij dat doet, dan hebben wij, heiligen der laatste dagen, iets te doen.25
Ik wil tot de heiligen der laatste dagen zeggen: heb geloof in God, oefen geloof in zijn openbaringen; lees en overdenk ze en bid oprecht dat u een goed begrip zult krijgen van al wat God heeft geopenbaard opdat u mag groeien in het licht en de kennis van God en het belang inzien van het naleven van uw godsdienst en goed leven voor zijn aangezicht.26
Ideeën voor studie en onderwijs
Denk na over deze ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u zich voorbereidt op uw onderwijs. Zie pp. V–X voor meer informatie.
-
Wat zou het betekenen om de Schriften te lezen ‘met dezelfde Geest waarmee ze zijn gegeven’? (pp. 121--122.)
-
Lees de eerste alinea op pagina 122. In hoeverre bieden de Schriften bescherming tegen de invloed van de duivel?
-
In de tweede alinea op pagina 122 raadt president Woodruff ons drie dingen aan om met de Schriften te doen. Waarom zijn die belangrijk?
-
Waarom is het belangrijk om zowel de Bijbel als het Boek van Mormon te bestuderen? (Zie pp. 121–124; zie ook 1 Nephi 13:40; 2 Nephi 3:12.)
-
Wat raakt u in president Woodruffs getuigenis van de Leer en Verbonden? (Zie pp. 120–121.) In welke opzichten is de Leer en Verbonden ‘ons testament’?
-
Wilford Woodruff heeft gezegd dat de waarheden in het boek Abraham ‘rijke schatten’ zijn (pagina 126). Welke schatten hebt u in de Parel van grote waarde gevonden?
-
In hoeverre helpen de Schriften ons met onze voorbereiding op ‘de gebeurtenissen in het leven’? (Zie pp. 122, 126–127.)
-
Wat hebt u gedaan om uw schriftstudie zinvoller te maken? Welke schriftpassages zijn u vooral tot nut geweest? Wat hebt u aan die passages gehad?
-
Hoe kunnen ouders, grootouders en leerkrachten kinderen en jongeren helpen om de Schriften te bestuderen en de leringen daaruit in praktijk te brengen?
Relevante teksten: 1 Timoteüs 4:13–16; 2 Timoteüs 3:16; 1 Nephi 15:24; Helaman 3:29–30; Moroni 10:3–5