Leringen van kerkpresidenten
De Heilige Geest en persoonlijke openbaring


Hoofdstuk 5

De Heilige Geest en persoonlijke openbaring

Wij kunnen door getrouwheid de nabijheid van de Heilige Geest verdienen om ons te verlichten en ons te leiden naar het eeuwige leven.

Uit het leven van Wilford Woodruff

In oktober 1880 zei president Wilford Woodruff de heiligen dat hij kort daarvoor bezocht was door president Brigham Young, die in 1877 overleden was, en door president Heber C. Kimball, die in 1868 overleden was. ‘Toen we op onze bestemming waren aangekomen, vroeg ik president Young of hij tot ons wilde prediken’, aldus president Woodruff. ‘Hij zei: “Nee, ik heb mijn getuigenis in het vlees voleindigd. Ik spreek dit volk niet meer toe.” Hij zei: “Maar ik ben gekomen om jou te spreken. Ik ben gekomen om over je te waken en te kijken wat de mensen aan het doen zijn.” En toen zei hij: “Ik wil dat je de mensen leert — en ik wil dat je die raad zelf ook opvolgt — dat je zo moet werken en leven dat je de Heilige Geest verkrijgt, want zonder Hem kun je het koninkrijk niet opbouwen. Zonder de Geest Gods loop je het risico in het duister te blijven en je roeping als apostel en ouderling in de kerk en het koninkrijk Gods niet te vervullen.”’1

Die raad was niet nieuw voor president Woodruff. Zijn broeders kenden hem als ‘een man die open stond voor de ingevingen van de Geest van de Heer, een man die zich in de uitvoering van zijn taak veel meer liet leiden door inspiratie dan door enige gave van wijsheid of verstand die hij zelf bezat.’2 Hij vertelde vaak over een ervaring die hij met ingevingen van de Geest had gehad. Bijvoorbeeld over dit voorval, dat plaatsvond toen hij met zijn gezin naar het oosten van de Verenigde Staten reisde, waar hij op zending geroepen was.

‘Ik reed op een avond mijn wagen het erf van broeder Williams [een plaatselijk lid van de kerk] op. Broeder Orson Hyde [van het Quorum der Twaalf] zette een wagen naast de mijne. Ik had mijn vrouw en kinderen in de wagen. Toen ik mijn paarden had uitgespannen en mijn avondeten op had, ging ik in de wagen naar bed. Ik lag daar nog maar een paar minuten, toen de Geest tegen me zei: “Sta op en verplaats de wagen.” Ik zei tegen mijn vrouw dat ik moest opstaan om de wagen te verplaatsen. Zij zei: “Waarom?” Ik zei: “Dat weet ik niet.” Meer vroeg ze me bij dergelijke gelegenheden niet. Als ik zei dat ik het niet wist, dan volstond dat. Ik stond op en verplaatste mijn wagen. (…) Toen keek ik om me heen en ging naar bed. Dezelfde Geest zei: “Haal je paarden bij die eikenboom weg.” (…) Ik haalde mijn paarden daar weg en zette ze tussen enkele notenbomen. Ik ging weer naar bed.

‘Een half uur later stak er een wervelstorm op die de eikenboom zestig centimeter boven de grond afbrak. De boom werd over drie of vier hekken geblazen en viel pardoes op de plek naast de wagen van broeder Orson Hyde precies waar de mijne had gestaan. Wat zouden de consequenties zijn geweest als ik niet naar die Geest had geluisterd? Mijn vrouw, kinderen en ik zouden ongetwijfeld de dood hebben gevonden. Dat was de stille, zachte stem voor mij — geen aardbeving, geen donderslag, geen bliksem; maar de stille, zachte stem van de Geest Gods. Hij redde mijn leven. Voor mij was het de stem van openbaring.’3

President Woodruff beklemtoonde de noodzaak voor alle kerkleden om leiding van de Heilige Geest te ontvangen, om naar persoonlijke openbaring te streven. Hij stelde: ‘De kerk van God zou geen vierentwintig uur zonder openbaring kunnen.’4

Leringen van Wilford Woodruff

De Heilige Geest is een geestpersoon die getuigt van God de Vader, Jezus Christus en de waarheid van het evangelie.

De Heilige Geest is een van de Personen in de Godheid. God de Vader en God de Zoon bezitten tabernakels [lichamen van vlees en beenderen], en God heeft de mens naar zijn eigen beeld geschapen. Maar de Heilige Geest is een geestpersoon en getuigt tot de mensenkinderen van de Vader en de Zoon [zie LV 130:22].5

Wat is het grootste getuigenis dat een man of vrouw kan hebben dat dit het werk van God is? Ik zal u zeggen wat het grootste getuigenis is dat ik ooit heb gekregen, het zekerste getuigenis. Dat is het getuigenis van de Heilige Geest, het getuigenis van de Vader en de Zoon.6

Onze ogen en oren zijn door menselijke list en bedrog te misleiden, maar de Heilige Geest misleidt niemand.7

In de Schriften staat dat er een geest in de mens is en dat de inspiratie van de Almachtige hem begrip geeft [zie Job 32:8]. Op grond van dit beginsel raken wij bekend met de waarheid en met de kracht van het evangelie dat wij hebben ontvangen. De beginselen van het eeuwig leven worden aan ons kenbaar gemaakt door de inspiratie van de Heilige Geest, want die Geest rust op ons, beïnvloedt onze gedachten, en als we die leringen met het juiste gevoel bekijken, begrijpen we alles zo duidelijk als het is.8

Iedere getrouwe heilige der laatste dagen kan de gave van de Heilige Geest ontvangen, wat de grootste gave is die iemand in het sterfelijk leven kan krijgen.

Ieder die zich ooit van zijn zonden heeft bekeerd en die voor de vergeving daarvan is gedoopt — naar de orde Gods en naar het voorbeeld van Jezus Christus die in water is begraven om zijn dood voor te stellen — en is voortgekomen om zijn opstanding voor te stellen, heeft recht op de Heilige Geest. Die is hem beloofd en komt hem toe. Het is het recht van alle mensen. En als ze de Heilige Geest en [zijn] gaven ontvangen, hebben zij inspiratie, licht en waarheid. Dan hebben ze ogen om te zien, oren om te horen, en een hart om te begrijpen.9

Als u de Heilige Geest bij u hebt — en iedereen zou dat moeten hebben — dan kan ik tot u zeggen dat er geen grotere gave is, geen grotere zegen, geen groter getuigenis aan de mens op aarde. U kunt de bediening van engelen krijgen; u kunt vele wonderen zien; u kunt vele wonderen op de aarde zien. Maar ik stel dat de gave van de Heilige Geest de grootste gave is die de mens kan ontvangen. Door die macht hebben wij ons werk gedaan. Het ondersteunt ons in alle vervolging, beproeving en kwelling die over ons komen.10

Iedere man of vrouw die tot de kerk van God is toegetreden en is gedoopt voor de vergeving van zonden, heeft recht op openbaring, recht op de Geest Gods, om hem te assisteren in zijn werk, in de opvoeding van zijn kinderen, in de raadgevingen aan zijn kinderen en aan hen die hij geroepen is te presideren. De Heilige Geest is niet alleen voorbehouden aan mannen, noch aan apostelen of profeten, maar behoort elke getrouwe man en vrouw toe, en aan ieder kind dat oud genoeg is om het evangelie van Christus te ontvangen.11

We zouden bekend moeten raken met de stille, zachte stem van de Heilige Geest — de stem van openbaring.

Er is een aangewezen manier (…) waarop openbaring van de Heer ontvangen wordt voor het bestuur van zijn kerk. Er is altijd maar één man op de aarde die deze macht bezit. Maar ieder individueel lid heeft het voorrecht om openbaring van de Heer te ontvangen om hem te leiden in zijn aangelegenheden en om te getuigen van de juistheid van wat in het openbaar geleerd en gedaan wordt.12

Wat is openbaring? Het is de inspiratie van de Heilige Geest aan de mens. Joseph Smith heeft in zijn tijd nog tegen broeder John Taylor gezegd: ‘Broeder Taylor, let op de ingevingen van de Geest Gods. Let op de influisteringen van de Geest. Voer ze uit, dan wordt het een beginsel van openbaring in u, en dan zult u deze Geest en kracht kennen en begrijpen.’ Dat is de sleutel, de basis van alle openbaring. (…) Ik heb geprobeerd zelf bekend te raken met die Geest en te leren hoe Hij werkt.13

Hoevelen van u hebben openbaring ontvangen? Hoevelen van u hebben weleens influisteringen van de Geest Gods gehad — de stille, zachte stem? (…) Ik heb veel getuigenissen gekregen sinds ik bij deze kerk en dit koninkrijk ben gekomen. Ik ben af en toe gezegend met bepaalde gaven en gunsten, bepaalde openbaringen en bedieningen; maar ondanks dat alles heb ik nooit iets gevonden waarop ik meer kon vertrouwen dan de stille, zachte stem van de Heilige Geest.14

De mens is geneigd om te grootse dingen te verwachten, zodat hij vaak de Geest Gods en de inspiratie van de Almachtige niet herkent. We moeten de Geest Gods niet in de aardbeving of de sterke wind zoeken, maar in het suizen van een zachte koelte [oftewel een stille, zachte stem] [zie 1 Koningen 19:11–12].15

Door de gave van de Heilige Geest ontvangen wij zegeningen om ons nu te leiden en ons voor te bereiden op het eeuwige leven.

U kunt elke willekeurige man of vrouw omringen met alle rijkdom en heerlijkheid die de fantasie van de mens kan bevatten, maar is hij of zij dan tevreden? Nee. Er blijft een knagend gevoel van leegte over. Toon mij echter een bedelaar op straat die de Heilige Geest heeft, die vol van de Heilige Geest en kracht is, en ik toon u iemand die gemoedsrust heeft, die ware rijkdom bezit en vreugde die niemand uit enige andere bron kan verkrijgen.16

Als wij de Heilige Geest voelen, als we proberen hier op aarde onze godsdienst na te leven, zijn wij de gelukkigste mensen op aarde, wat onze omstandigheden ook zijn. Het maakt me niet uit of we rijk of arm zijn, of we in gelukkige of gekwelde omstandigheden leven — als iemand zijn godsdienst naleeft en de gunst en Geest Gods geniet, maakt het hem niet uit wat er op aarde gebeurt. Er kan een aardbeving, oorlog, brand of strijd in het land zijn, maar hij heeft het gevoel dat alles in orde is. Zo zie ik het.17

Ieder die deze Geest ontvangt, heeft een innerlijke Trooster — een Leidsman die hem influistert en gidst. De Geest openbaart dagelijks aan elk gelovig mens zaken die hem tot nut zijn. (…) Het is de inspiratie die God zijn kinderen in elk tijdperk van de wereld geeft die een van de gaven is die de mens nodig heeft als ondersteuning en om hem in staat te stellen in geloof te leven en alle bevelen, geboden en openbaringen te gehoorzamen die God zijn kinderen heeft gegeven tot leiding in dit leven.18

Ieder zou de Geest Gods moeten krijgen en zijn bevelen opvolgen. Dat is openbaring. Het maakt niet uit wat de Geest u zegt te doen. Hij zal u nooit iets laten doen wat verkeerd is.19

Wij zijn omringd door (…) kwade geesten die strijden tegen God en tegen ieder die Gods koninkrijk wil opbouwen. En wij hebben zijn Heilige Geest nodig om deze invloeden te kunnen overwinnen. (…)

Dat is de Geest die wij moeten hebben om de doeleinden van God op aarde uit te voeren. Wij hebben die gave harder nodig dan welke andere dan ook. (…) Wij zijn omringd door vijanden, bevinden ons te midden van duisternis en verleiding, en wij moeten geleid worden door de Geest Gods. Wij zouden tot de Heer moeten bidden tot we de Trooster ontvangen. Die wordt ons beloofd bij onze doop. Hij is de Geest van licht, waarheid en openbaring, en Hij kan tegelijkertijd bij ons allen zijn.20

U zult merken dat we, als we iets anders doen dan de bevelen van de Heilige Geest opvolgen, in de mist en duisternis en moeilijkheden terechtkomen en dat we dan niet weten waar we mee bezig zijn. Iedere dag dat we leven, hebben we de macht van de Heer nodig — de macht van zijn Heilige Geest en de kracht van het priesterschap, zodat wij mogen weten wat wij moeten doen. En als wij zo leven voor de Heer, zal de Geest ons dagelijks openbaren wat onze plichten zijn. Het maakt mij niet uit waar wij mee bezig zijn — wij zouden eerst moeten uitzoeken wat de wil van de Heer is, en die uitvoeren, dan zullen wij ons werk goed doen en zal het aanvaardbaar zijn voor de Heer.21

Mijn hele leven, en in al mijn werk, heb ik het altijd goed gevonden om te doen wat de Geest van de Heer mij ook ingaf. Ik ben behouden door die macht. (…) Zorg dat u de geest van openbaring hebt. En als u die hebt, dan bent u veilig, en doet u precies wat de Heer wil dat u doet.22

De gedachte dat wij het evangelie kunnen gehoorzamen en erdoor geheiligd worden, en het ons er zo op voorbereidt om het eeuwige leven te beërven, is een van de heerlijkste beginselen die ooit aan de mens zijn geopenbaard. (…) Wij hebben een hoop die de wereld niet kent, een die ze zich niet kan voorstellen. Als zij niet uit Gods Geest worden geboren, kunnen zij Gods koninkrijk niet zien. Zij kunnen het niet binnengaan tenzij ze uit water en de Geest worden geboren [zie Johannes 3:5]. Daarom kunnen zij niet delen in onze vreugdevolle verwachtingen en hoop. Hun ogen, oren en hart zijn nog niet opengesteld voor het zien, horen en voelen van de kracht van het evangelie van Christus.23

Het is ons voorrecht om de bevelen van de Geest des Heren op te volgen en die als onze Gids en Metgezel te hebben. Op die manier krijgen wij zo snel de zegeningen van de hemel als we ze maar kunnen ontvangen.24

Het voortdurende gezelschap van de Geest vereist onze constante inzet en getrouwheid.

Ik wil graag (…) dat wij als volk onze plicht doen, onze godsdienst naleven, het geloof behouden, en zo voor de Heer leven dat de Heilige Geest onze voortdurende Metgezel is die ons leidt in de dagen die voor ons liggen. Dat is mijn gebed en verlangen.25

Ik weet dat het een voortdurende strijd, inzet en getrouwheid voor de Heer vereist om in overeenstemming met de Heilige Geest te blijven en zo te leven dat we die zegeningen mogen verkrijgen.26

Er is niets waar we ons in het vlees meer voor moeten inzetten dan het verkrijgen van de Geest Gods, de Heilige Geest, de Trooster, waarop wij recht hebben als wij hebben voldaan aan de vereisten van het evangelie.27

De grote belofte die met de verkondiging van het evangelie gepaard gaat, zoals dat in onze tijd vanuit de hemel is geopenbaard, is dat de Heilige Geest zal worden verleend aan de oprecht bekeerlijke die de heilige verordeningen ervan gehoorzaamt. Door de Heilige Geest wordt kennis van zaken uit verleden, heden en toekomst gecommuniceerd en worden de bedoelingen en wil van de Vader bekendgemaakt. Op die manier onthult de Almachtige zijn doeleinden aan hen die zijn geboden gehoorzamen en die een leven leiden dat voor Hem rein en aanvaardbaar is, zodat zij voorbereid kunnen zijn op alle gebeurtenissen en beproevingen die nog op hun pad liggen.

Als er leden van de kerk zijn die niet uit eigen ervaring weten dat dit waar is, dan kan ik hen verzekeren dat zij geen gebruik maken van hun voorrechten. Alle heiligen zouden in nauw contact met de Heilige Geest moeten staan, en door Hem ook met de Vader, want anders bestaat het risico dat zij overweldigd worden door het kwaad en afvallen.

Daarom zeggen wij tot de heiligen der laatste dagen: de Heilige Geest verblijft niet in een onheilige tabernakel. Als u optimaal gebruik wilt maken van de krachten en gaven van uw godsdienst, dan moet u rein zijn. Als u zich schuldig hebt gemaakt aan zwakheden, dwaasheden en zonden, dan moet u zich daarvan bekeren, dat wil zeggen u moet ze grondig verzaken. Wij kunnen op geen enkele andere manier God behagen. ‘Mens der Heiligheid’ is zijn naam [zie Mozes 6:57] en Hij verheugt zich in de pogingen van zijn kinderen om rein te zijn.28

Als wij geen openbaring hebben, dan is dat omdat wij niet leven zoals we zouden moeten leven, omdat we onze [roepingen in het] priesterschap niet grootmaken. Want als we dat deden, zouden we niet zonder openbaring zijn, dan zou geen van ons onvruchtbaar zijn.29

Laten wij alle kwade praktijken opzijzetten, al die gewoonten die verhinderen dat wij nauw contact onderhouden met God. (…) Als die kleine dingen de neiging hebben om onze vreugde te verhinderen en ons te verlagen in de ogen van de Heer, dan moeten we ze opzijzetten en vastberadenheid tonen om de wil van onze Vader in de hemel te doen en het werk te volbrengen dat ons opgedragen is. (…) Als ik iets doe dat mij verhindert om de Geest van de Heer te hebben, dan zet ik het opzij zodra ik dat vaststel.30

Wij proberen ons aan de celestiale wet van God te houden. Wij verkondigen het evangelie van Jezus Christus en proberen de beginselen ervan uit te voeren. Nu is de vraag: heeft het nut als wij dat doen? Heeft het nut als wij getrouw zijn? Heeft het nut voor ons om allerlei beproevingen, kwellingen of vervolgingen te doorstaan, of zelfs de dood, ten behoeve van Gods koninkrijk, het eeuwig heil en eeuwig leven, de grootste van alle gaven die God de mensenkinderen kan geven? Ik zeg van wel, en ik hoop dat de heiligen der laatste dagen — dat alle mensen met enig gezag — de Heer getrouw zullen zijn, dat we onze gebeden zullen gedenken, dat we zullen trachten om de Heilige Geest bij ons te hebben, trachten om de bedoelingen en wil van God te leren kennen, opdat wij mogen weten welk pad wij moeten bewandelen, zodat wij de Geest van de Heer en de Heilige Geest mogen verkrijgen, en dat wij de wereld mogen overwinnen en onze roeping grootmaken tot wij deze proeftijd hebben doorstaan.31

Ideeën voor studie en onderwijs

Denk na over deze ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u zich voorbereidt op uw onderwijs. Zie pp. V–X voor meer informatie.

  • Wat hebt u uit de verhalen op pp. 48–49 gehaald?

  • Wat hebt u bij het bestuderen van dit hoofdstuk over de Heilige Geest en zijn rollen geleerd?

  • Lees de laatste alinea op p. 50. Waarom zouden we de gave van de Heilige Geest beschouwen als ‘de grootste gave’ die we in het sterfelijk leven kunnen krijgen? Lees het laatste deel van het hoofdstuk (pp. 55–57). Hoe bereidt de gave van de Heilige Geest ons voor op het eeuwige leven, ‘de grootste van alle gaven’?

  • Hoe kunnen wij door de leringen van president Woodruff de ingevingen van de Heilige Geest beter leren herkennen? (Zie pp. 49–50, 52; zie ook LV 6:15, 22–23; 11:12–14.) Waarom is het belangrijk om eraan te denken dat de Heilige Geest meestal communiceert met een ‘stille, zachte stem’?

  • Lees de alinea die onderaan pagina 52 begint. Wat zijn enkele ‘ware rijkdommen’ die wij ontvangen als we de Heilige Geest bij ons hebben? (Zie pp. 52–55.)

  • Denk aan een ervaring waarbij u geleid werd door de Heilige Geest. In welke opzichten bent u door de invloed van de Heilige Geest gezegend?

  • Lees het laatste deel van het hoofdstuk (pp. 55–57).Waarom moeten we ons constant inzetten om voortdurend het gezelschap van de Heilige Geest te hebben? Wat kan ons ervan weerhouden om de invloed van de Heilige Geest te voelen? Wat kan ons helpen om de invloed van de Heilige Geest te voelen?

Relevante teksten: Johannes 14:26; 15:26; 16:13; 1 Korintiërs 2:9–14; 1 Nephi 10:17–19; 2 Nephi 32:1–5; Moroni 10:5; LV 8:2–3; 14:7

Noten

  1. The Discourses of Wilford Woodruff, samengesteld door G. Homer Durham (1946), p. 290; zie ook p. 289.

  2. Joseph F. Smith, Gospel Doctrine, 5e editie (1939), p. 171.

  3. Deseret News, 5 september 1891, p. 323.

  4. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 61.

  5. Deseret News, 21 september 1889, p. 393.

  6. Deseret News: Semi-Weekly, 7 september 1880, p. 1.

  7. Deseret News: Semi-Weekly, 30 juli 1878, p. 1.

  8. Deseret News, 26 juni 1861, p. 130.

  9. Deseret News: Semi-Weekly, 2 mei 1876, p. 4.

  10. Deseret Weekly, 6 april 1889, p. 451.

  11. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 53.

  12. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 54.

  13. The Discourses of Wilford Woodruff, pp. 44–46.

  14. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 45.

  15. Dagboek van Wilford Woodruff, 20 januari 1872, archieven van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen.

  16. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 5.

  17. Deseret News: Semi-Weekly, 20 juli 1875, p. 1.

  18. The Discourses of Wilford Woodruff, pp. 7–8.

  19. The Discourses of Wilford Woodruff, pp. 293–294.

  20. Deseret News, 7 november 1896, p. 643.

  21. Deseret News, 4 maart 1857, p. 411.

  22. Conference Report, april 1898, p. 31.

  23. Deseret News: Semi-Weekly, 4 maart 1873, p. 3.

  24. Deseret News, 26 december 1860, p. 338.

  25. Deseret Weekly, 6 maart 1897, p. 371.

  26. Deseret News: Semi-Weekly, 20 juli 1875, p. 1.

  27. Contributor, augustus 1895, p. 637.

  28. ‘Epistle’, Woman’s Exponent, 15 april 1888, p. 174; uit een brief van president Woodruff, geschreven namens het Quorum der Twaalf.

  29. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 51.

  30. Deseret News, 26 februari 1862, p. 274.

  31. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 129.

Afdrukken