Leringen van kerkpresidenten
Getrouw beproevingen en tegenspoed doorstaan


Hoofdstuk 21

Getrouw beproevingen en tegenspoed doorstaan

Als we getrouw en gehoorzaam zijn in zorgelijke tijden zal de Heer ons sterk maken. Hij zal onze tegenspoed gebruiken om ons voor te bereiden op de celestiale heerlijkheid.

Uit het leven van Wilford Woodruff

We zijn veilig zo lang we onze plicht doen’, leerde president Wilford Woodruff. ‘Met welke zorgen of rampspoed we ook te maken krijgen, de hand van God zal ons dragen en schragen.’1 President Woodruff onderwees in dit beginsel uit eigen ervaring. Hij doorstond godsdienstige en politieke vervolging, gewelddadigheden, weerstand in het zendingswerk, ziekte, sterfgevallen onder familie en vrienden, en de alledaagse zorgen. Hij trad die tegenslagen met geloof tegemoet en gaf ontmoediging zo geen kans, vertrouwde op de beloften van de Heer en vond kracht in zijn eigen getuigenis van het evangelie.

Toen Wilford Woodruff in november 1835 een zending vervulde in het zuiden van de Verenigde Staten kregen hij en zijn collega in een hachelijke situatie hulp van de Heer. Hij heeft geschreven: ‘Toen we op een keer ’s avonds op pad waren (…) werden we overvallen door een vliegende regenstorm. We kwamen bij een kreek die door de regen zo diep was geworden, dat onze paarden die alleen zwemmend hadden kunnen oversteken. (…) We probeerden een doorwaadbare plek te vinden, maar het was zo donker en het regende en waaide zo hard dat we de weg kwijtraakten in de dichte bossen met zijn vele kreken en afgebroken boomtoppen. We moeten wel twintig kreken zijn overgestoken. (…) Maar de Heer was ons genadig, want terwijl we in het duister rondtastten en het gevaar liepen om met onze paarden de dood te vinden in een onverwachte afgrond, scheen er opeens een helder licht om ons heen en zagen we in welke gevaarlijke situatie we ons bevonden. We stonden op de rand van een diepe kloof. Het licht bleef schijnen totdat we een huis hadden gevonden en men ons de weg had gewezen.’2

Over deze ervaring zei president Woodruff vervolgens: ‘We vervolgden jubelend onze weg, hoewel de duisternis ons weer opslokte en de regen bleef vallen.’3 Deze uitspraak is illustratief voor zijn benadering van problemen. Hij vervolgde altijd zijn weg, verheugd over Gods zegeningen, zelfs als de problemen bleven bestaan.

Leringen van Wilford Woodruff

Uit zorgen en tegenstand doen wij ondervinding op die ons klaarmaakt voor de celestiale heerlijkheid.

Veel mensen zullen zich ongetwijfeld hebben afgevraagd hoe God de mens ooit in een wereld als deze heeft kunnen neerzetten, waarom Hij toestaat dat zijn kinderen hier met verdriet en ellende te maken krijgen. De Heer heeft ons het een en ander over deze kwestie geopenbaard en we weten er genoeg van om te beseffen dat het noodzakelijk is.4

Het is duidelijk dat God tot doel heeft zijn heiligen terdege te beproeven en te toetsen, zodat ze kunnen bewijzen dat ze onkreukbaar zijn en het fundament leren kennen waarop zij bouwen.5

Hoewel we soms geneigd zijn — en in voorbije dagen geneigd waren — te klagen omdat we met benauwing, vervolging en onheil te maken krijgen, wil ik toch tegen mijn broeders en zusters zeggen dat deze zaken het erfdeel zijn van de heiligen Gods. (…) Ik heb nog nooit over een volk van God gelezen, in welke bedeling dan ook dat, zoals de sektarische wereld wil, een leven van rozengeur en maneschijn had, zonder enige vorm van tegenspoed. (…) Beproevingen zijn nu eenmaal ons lot en ik denk dat we niet moeten klagen, omdat we ons zonder die beproevingen in de andere wereld niet op ons gemak zouden voelen in het gezelschap van de profeten en apostelen die doormidden zijn gezaagd, zijn gekruisigd enzovoort voor het woord Gods en het getuigenis van Jezus Christus.6

Het is voor de heiligen Gods (….) onmogelijk om het celestiale koninkrijk te beërven zonder te worden getoetst of zij trouw blijven aan de verbonden van de Heer of niet.7

Jezus (…) is onder alles neergedaald om boven alles uit te stijgen en alles te doorgronden. Niemand is ooit lager neergedaald dan de Heiland van de wereld. Geboren in een stal, een kribbe als wieg, vond Hij zijn weg naar het kruis, en na bloedig lijden naar de genadetroon; en er was niets in zijn leven dat naar wereldse maatstaven de moeite waard was. Zijn hele leven werd gekenmerkt door armoede, lijden, pijn, smart, arbeid, gebed, treurnis en verdriet totdat Hij de geest gaf aan het kruis. Toch was Hij Gods eerstgeboren Zoon en de Verlosser van de wereld. De vraag kan gesteld worden waarom de Heer zijn Zoon hier naar toe heeft gestuurd en hier liet leven en sterven. Wanneer wij in de geestenwereld komen en de sluier is weggenomen, zullen we daarvan misschien de redenen begrijpen.

In Gods bestel lijkt het erop dat de mens geboren is om pijn te lijden, om kwelling te ondergaan, verdriet te ervaren en zorgen te hebben; God heeft dat zo verordonneerd voor het mensdom. Als we deze proeftijd goed doorkomen, zullen de opgedane ervaringen ons uiteindelijk tot zegen blijken te zijn, en wanneer we onsterfelijkheid en eeuwig leven, verhoging, koninkrijken, tronen, prinsdommen en machten ontvangen, met alle zegeningen van de volheid van het evangelie van Christus, zullen we begrijpen en doorgronden waarom van ons verlangd wordt dat we de weinige jaren die we in dit lichaam doorbrengen, voortdurend strijd moeten leveren.8

Niets wat we kunnen doen of lijden, valt te vergelijken met het veelvoud van koninkrijken, tronen en prinsdommen dat God ons heeft geopenbaard.9

In de oorlog tussen duister en licht zullen De Heer en zijn volk zegevieren.

Vanaf het begin tot aan de huidige dag is er verzet geweest tegen God en zijn Christus, verzet tegen licht en waarheid. Dit is de oorlog die in de hemel is begonnen, die door alle eeuwen heen heeft gewoed en zal voortduren tot de wederkomst, tot Hij regeert wiens recht het is, wanneer Hij in wolken van heerlijkheid zal komen en ieder mens zal belonen naar zijn daden.10

De oorlogvoering die in deze tijd wordt gevoeld, heeft bestaan in alle tijdperken dat het priesterschap op aarde was. Er is altijd oorlog geweest tussen licht en duisternis, God en de duivel, heilige en zondaar, correcte beginselen en valse leerstellingen. Wijzelf hebben oorlog te voeren tegen de kwade neigingen van onze natuur.11

Er zijn twee machten op aarde en onder de inwoners van de aarde — de macht van God en de macht van de duivel. Er zijn in onze geschiedenis een paar heel bijzondere gevallen te noemen. Wanneer God een volk op aarde had, het doet er niet toe in welke tijd, dan voerden Lucifer, de zoon van de morgen, en de miljoenen gevallen geesten die uit de hemel zijn gegooid, oorlog tegen God, tegen Christus, tegen het werk van God en tegen het volk van God. En ook in onze tijd en generatie laten ze zich niet onbetuigd. Telkens wanneer de Heer een werk ter hand neemt, willen die machten het omverwerpen.12

We hebben niet alleen de duistere, onzichtbare machten om ons heen te bevechten, ook hebben we slag te leveren met allerhande wisselvalligheden en de strijd aan te binden met vele moeilijkheden die op ons pad komen. En hoe meer er op ons pad komen, des te meer moeten we in actie komen en met alle macht voor de Heer arbeiden om waarheid en gerechtigheid te vestigen, het werk van God op te bouwen en erop toe te zien dat zijn naam op aarde wordt geëerd.13

De duivel wist dat [het Boek van Mormon], dat door de engel aan Joseph Smith is gebracht, ten grondslag lag aan een stelsel dat zijn koninkrijk ten zou val brengen. De vervolging enzovoort die dit volk had te doorstaan [ontstond] niet omdat ze de wet overtraden — omdat ze slechter waren dan anderen, maar omdat ze het fundament van het koninkrijk Gods legden, dat zou groeien en zich zou uitbreiden, (…) en de weg bereidden voor de komst van de Heer Jezus Christus, die de Koning der koningen is en de Heer der heren, die zal komen en op aarde zal regeren. Alle andere koninkrijken, presidenten en gouverneurs en hun onderdanen zijn dan verplicht te erkennen dat Jezus de Christus is. Het werk van de laatste dagen, waarbij wij betrokken zijn, zal de macht van de duivel, die zo lang de overhand onder de mensenkinderen heeft gehad, aan banden leggen (…). Dan is het ook niet vreemd dat de duivel boos is en de goddelozen ertoe aanzet om oorlog te voeren tegen dit werk. De Heer zal zijn dienstknechten inspireren en hun het vermogen geven om het koninkrijk op aarde te handhaven. Hij staat aan het roer. Ik zou er niet veel heil in zien als het niet zijn werk was. Zonder Hem kan het onmogelijk standhouden tegen de vele aanvallen die het te verduren krijgt.14

We moeten ons bewust worden van onze plicht, de Heer in alle nederigheid aanroepen en dicht bij Hem leven. Dan zullen onze ogen worden geopend, zoals bij de jonge dienaar van de profeet Elisa, en zullen we zien dat er meer voor ons zijn dan tegen ons [zie 2 Koningen 6:8–17]; en dat tegenwerking de vervulling van de doeleinden Gods slechts versnelt. Stel uw vertrouwen in God en verlaat u op Gods beloften, leef naar het licht en de kennis die u hebt en alles zal wel met u zijn, in leven of dood.15

De Heer waakt over ons in tijden van beproeving en sterkt ons naar gelang ons geloof, onze nederigheid en gehoorzaamheid.

Ons lijden valt volkomen in het niet bij het lijden van de Heiland. Maar Hij is zijn hele leven getrouw gebleven aan zijn Vader en aan zijn roeping van Heiland der wereld. Hij heeft veel gebeden en heeft voor God de zonden van de wereld betreurd. Hij bevindt zich nu in ons midden. Hij is onze Voorspraak bij de Vader [zie LV 29:5]. Hij waakt over ons en Hij zal al het mogelijke doen voor ons heil.16

We zijn vervolgd, we zijn gekweld en we hebben heel wat ernstige problemen gehad, maar de Heer heeft ons er doorheen geloodst.17

De rampen en moeilijkheden op aarde nemen toe, en dat is niet zonder betekenis. Onthoud dat en overdenk deze kwesties. Als u uw plicht doet en ik mijn plicht doe, krijgen we bescherming en zullen we onze problemen vredig en veilig afwikkelen.18

Het vergt een onafhankelijke geest, een eerlijk hart, geloof in God en een sterk karakter om het leven van een heilige der laatste dagen te leiden in een sombere wereld te midden van beproevingen, moeilijkheden en vervolgingen.19

Daniël was bereid de leeuwenkuil in te gaan; de drie Hebreeuwse kinderen [Sadrak, Mesak en Abednego] deinsden niet terug voor het lot dat hen wachtte; de apostelen bleven de waarheid trouw en lieten daarvoor hun leven. En waarom kozen deze mannen en anderen in gelijke omstandigheden willens en wetens voor hun overtuiging? Omdat zij, in de eerste plaats, de waarheid bezaten en die geheel waren toegedaan; en omdat zij, op de tweede plaats, door de Heilige Geest, de Trooster, geschraagd werden in de moeilijke omstandigheden waarmee de mensen Gods te maken kregen, zoals alleen de Geest dat kan. En dat geldt ook nu nog.20

Ik heb vaak gedacht dat ik dit volk nooit gelukkiger heb gezien dan in de tijden dat ze arm waren en vervolgd en beproefd werden voor het woord Gods en het getuigenis van Jezus. De Geest Gods is bij hen geweest. En toen ze vernederd werden en lijden ondergingen was de Heilige Geest hun voortdurende metgezel. Vreugde en troost was hun deel. Daarvoor hebben ze de Heer bejubeld. Dat was niet zo geweest als ze niet uit alle macht de geboden Gods hadden nageleefd.21

Wij dienen ons te bekeren en ons voor de Heer onze God te verdeemoedigen, opdat we het gezelschap van de Heilige Geest meer mogen genieten om ons voor te bereiden op wat komen gaat.22

Ik wil mijn getuigenis geven aan de heiligen der laatste dagen. God is met zijn volk. Hij bepaalt onze koers en zal dat blijven doen als we maar naar Hem luisteren. Hij zal ons voldoende genade blijven schenken om de dag van verdrukking en kommer te kunnen doorstaan. De Heer is zijn volk in elk tijdperk van de wereld genadig geweest; maar zoals Christus heeft geleden, en zoals de apostelen hebben geleden — sommigen zelfs tot in de dood — voor het getuigenis van Jezus, zo hebben ook de heiligen der laatste dagen geleden, en sommigen hebben hun getuigenis ook bezegeld met hun levensbloed. Van hen werd gevergd dat zij omwille van het evangelie lijden ondergingen, maar we hebben nooit meer moeten doorstaan dan we hadden aankonden en hoeven dat ook niet zolang we ons houden aan de raadgevingen van de hemel.23

God heeft zijn hand uitgestrekt ten gunste van het heil van dit volk. Hoeveel donkere wolken zich ook samenpakken, hoe hevig de vervolging, de verdrukking en het verzet tegen dit werk ook worden, de Heer heeft, vanaf het begin van dit werk tot op de huidige dag, zijn belangen behartigd en het werk gesteund en bewaard. En dat zal Hij tot op de laatste dag blijven doen, totdat Zion opstaat en haar prachtige gewaden aantrekt en alle grote gebeurtenissen van de laatste dagen zijn volbracht.24

Ideeën voor studie en onderwijs

Denk na over deze ideeën terwijl u het hoofdstuk bestudeert of u zich voorbereidt op uw onderwijs. Zie pp. V–X voor meer informatie.

  • Neem het verhaal op pagina’s 225–227 door. Wat leert u van dit verhaal?

  • Veel mensen vragen zich af waarom God toelaat dat zijn kinderen ‘met verdriet en ellende te maken krijgen’ (zie p. 227). Hoe beantwoordde president Woodruff deze vraag? (Zie pp. 227–228.)

  • Waarom moest Jezus lijden? (Zie p. 228; zie ook Alma 7:11–12; LV 88:6.) Hoe reageerde Hij op tegenstand? (Zie pp. 231–232.) Hoe kunnen we zijn voorbeeld volgen?

  • President Woodruff zegt dat de oorlog tussen licht en duisternis ‘door alle eeuwen heen heeft gewoed’ (p. 229). Waarin ziet u deze oorlog tegenwoordig voortgezet worden? Wat kunnen we doen om onszelf en ons gezin in deze oorlog te verdedigen? (Zie pp. 231–232.)

  • Hoe bent u ‘in actie gekomen’ (p. 229) als gevolg van beproevingen?

  • Bestudeer 2 Koningen 6:8–17. Wat maakt in dit verhaal indruk op u? Waarin onderwees president Woodruff toen hij naar dit verhaal verwees? (Zie p. 230.)

  • Op welke manieren helpt de Heer ons bij onze beproevingen? (Zie pp. 231–232; zie ook Mosiah 24:13–16.) Wat moeten we doen om de troost en de kracht te ontvangen die de Heer ons biedt? Hoe heeft de Heer u in moeilijke tijden gezegend?

Relevante teksten: 2 Nephi 2:11–24; Alma 36:3; LV 58:2–5; 101:1–5; 121:7–8, 29; 122:5–9

Noten

  1. The Discourses of Wilford Woodruff, samengesteld door G. Homer Durham (1946), p. 212.

  2. ‘History of Wilford Woodruff (From His Own Pen)’, Millennial Star, 15 april 1865, p. 231.

  3. ‘My First Mission Continued’, Juvenile Instructor, 15 juni 1867, p. 91.

  4. Deseret News: Semi-Weekly, 20 juli 1875, p. 1.

  5. ‘Epistle’, Woman’s Exponent, 15 april 1888, p. 174.

  6. Deseret News: Semi-Weekly, 15 januari 1883, p. 1.

  7. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 263.

  8. Deseret News: Semi-Weekly, 20 juli 1875, p. 1.

  9. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 85.

  10. Deseret News, 21 september 1889, p. 394.

  11. Deseret News, 26 september 1860, p. 234.

  12. Deseret Evening News, 17 oktober 1896, p. 9.

  13. Deseret News, 4 maart 1857, p. 411.

  14. Deseret News, 22 februari 1865, p. 163.

  15. Deseret News: Semi-Weekly, 20 maart 1883, p. 1.

  16. Millennial Star, 5 maart 1896, p. 150.

  17. Deseret Weekly, 25 april 1889, p. 555.

  18. The Discourses of Wilford Woodruff, p. 230.

  19. Deseret News: Semi-Weekly, 31 januari 1882, p. 2.

  20. Deseret News: Semi-Weekly, 13 juni 1882, p. 1.

  21. Deseret News, 22 februari 1865, p. 162.

  22. Deseret News: Semi-Weekly, 12 januari 1875, p. 1.

  23. Salt Lake Herald Church and Farm, 15 juni 1895, p. 386.

  24. Deseret News: Semi-Weekly, 4 maart 1873, p. 3.