2008
Langetermijnhulp voor slachtoffers van tsunami
Juli 2008


Langetermijnhulp voor slachtoffers van tsunami

Het duurde lang voordat Sukardi uit Indonesië en zijn gezin de klap te boven waren gekomen van de tsunami die in 2004 de kusten van Zuidoost-Azië had verwoest.

‘We dachten dat de wereld verging; het was ongelooflijk’, zegt Sukardi in terugblik op 26 december 2004 — toen een enorme aardbeving onder water buiten de kust van Indonesië ruim 225 duizend mensen in elf landen van het leven beroofde. ‘Maar we leven nog, we hebben elkaar en we zijn gelukkig.’

Sukardi is net als duizenden andere mensen familieleden en vrienden kwijtgeraakt; maar ook zijn huis, zijn land en bijna zijn eigen leven. Toen hij door de tsunami werd weggespoeld, kon hij een kokosboom vastgrijpen en zich daaraan vasthouden totdat het vloedwater zich had teruggetrokken.

Samen met familieleden, die soortgelijke overlevingsverhalen hebben, woont Sukardi nu in een huis dat, als onderdeel van de hulpverlening van de kerk, is gebouwd met de hulp van Latter-day Saint Charities, een afdeling van Church Humanitarian Services.

Toezegging hulpverlening op de lange termijn

De hulpverlening van de kerk gedurende de eerste maanden na de ramp omvatte hulpgoederen als voedsel, hygiënepakketten, medische hulpgoederen en kleding. Door de enorme bijdragen van de leden kon de kerk ook hulp op de lange termijn organiseren. Als onderdeel van die hulpverlening hebben vissers en timmerlieden ruim 130 vissersboten gebouwd. Er werden mannen ingehuurd om met grote graafmachines de dijken rond de garnalenkwekerijen te herbouwen. Er werden naaimachines, weefgetouwen en andere handwerktuigen geschonken om de terugkeer naar zelfredzaamheid te bevorderen.

‘Het hele eerste jaar was erop gericht om de bestaansmiddelen te herstellen en mensen weer aan het werk te krijgen’, zegt Brett Bass, directeur van Church Humanitarian Services. ‘Vervolgens hebben we naar de beschikbare hulpmiddelen gekeken, de belangrijkste behoeften geïnventariseerd en onze inspanningen op duurzame wederopbouw gericht.’

De kerk heeft gemeenschapscentra, huizen, scholen, medische centra en waterzuiveringsinstallaties gebouwd — alles dankzij de enorme stroom bijdragen in het humanitaire fonds. In tijden van nood dragen leden van de kerk over de hele wereld bij om dergelijke hulpverlening mogelijk te maken.

De hulpverlening van de kerk in Indonesië is in december 2007 afgerond. Er zijn onder andere 902 huizen gebouwd, maar ook drie gemeenschapscentra, 15 scholen, drie volledig ingerichte medische centra, een deel van een ziekenhuis en 24 waterzuiveringsinstallaties.

Huizen en levens herbouwen

Abdul Samad woonde tweeënhalf jaar in een gemeenschapsbarak voordat hij en zijn familie naar hun nieuwe huis konden verhuizen. Hij verloor zijn vrouw en haar moeder in de tsunami. Nu hoopt hij op een beter leven voor zijn kinderen, drie dochters en een zoon.

Elk van de 902 geschonken huizen heeft een vloeroppervlakte van 44 m2. De honderden ontvangers zeggen herhaaldelijk dat zij van mening zijn dat hun huis het best gebouwd is, en dat ze het aan hun kinderen en kleinkinderen willen doorgeven. Ze houden van de kleuren en de tegelvloeren en spreken hun dank uit dat ze weer iets in hun bezit hebben dat stevig en betrouwbaar is.

‘Tijdens de aardbeving en de tsunami renden de meeste mensen hun huis uit’, zegt Jeff McMurdo van de Internationale Organisatie voor Migratie, die met de kerk heeft samengewerkt om de huizen te bouwen. ‘Vanaf het allereerste moment begonnen ze te vluchten. Dus toen ze de sleutel van een huis kregen, was dat in zekere zin een einde aan de hele tsunamiramp.’

Scholen en hoop

De kerk bleef hulp verlenen in samenwerking met Islamic Relief en de Adventist Development and Relief Agency om vijftien scholen te bouwen, nieuwe leerkrachten op te leiden en leerplannen en onderwijssystemen op te zetten.

Veel leerkrachten in het gebied verloren bij de tsunami het leven, waardoor er een schrijnend tekort aan leerkrachten ontstond. Kamaruzzaman, een leerkracht uit Banda Atjeh, is een van de twee leerkrachten in zijn school die de ramp hebben overleefd. Door het verlies van gebouwen, leerkrachten en kinderen, verkeerde het schoolsysteem in grote nood, totdat deze nieuwe scholen waren gebouwd.

‘Ze moesten naar school in een noodgebouw — een gemeenschapsruimte met veertig leerlingen in één lokaal’, zegt Kamaruzzaman, die nu hoofd van de nieuwe school is. ‘De leerlingen hebben nu een betere school waar ze meer kunnen leren. Ze hebben weer hoop voor de toekomst.’

Ieder schoolgebouw werd voorzien van bureautjes, schoolborden en boeken om een goede leeromgeving voor de kinderen te creëren. Toen er meer leerkrachten beschikbaar kwamen, werd er nadruk gelegd op de verdere opleiding van de leerkrachten en de ontwikkeling van nieuwe leerplannen.

Herliana, opleidingscoördinatrice bij Islamic Relief, zegt dat ze heel trots is dat ze bij dit project betrokken is. ‘Er waren geen scholen meer en bijna geen leerkrachten’, zegt ze. ‘Dit is een grote bijdrage aan de gemeenschap. Samen kunnen we veel betekenen voor de kinderen, leerkrachten, ouders en gezinnen.’

Schoon water

Fauziah, een opgewekte vrouw met een brede glimlach, is nu verantwoordelijk voor de watervoorziening in haar kleine dorp bij Bireuen in de provincie Atjeh. Ze houdt verslagen bij en collecteert de plaatselijke waterschapsbelasting van hen die water uit de nieuwe waterzuiveringsinstallatie gebruiken.

Samen met International Relief and Development, heeft de kerk 24 waterzuiveringsinstallaties voor verscheidene dorpen aangelegd. Er moesten bronnen worden aangelegd, opslagtanks geïnstalleerd, riolen verbeterd en waterleidingen vernieuwd. Door deze voorzieningen hebben twintigduizend mensen nu schoon water.

‘Voorheen was het moeilijk om schoon water te vinden en het was ver om te gaan halen’, zegt Fauziah, die dankbaar is dat ze nu water vlak bij haar huis heeft. ‘Nu zullen onze kinderen gezonder zijn en een betere toekomst hebben.’

Er zijn in de dorpen ook bad- en wasgelegenheden aangelegd. De dorpelingen hebben geleerd hoe ze ervoor moeten zorgen en hoe ze ze schoon moeten maken.

Verbeterde gezondheidszorg

Hoewel in elk dorp persoonlijke hygiëne is bijgebracht, is er uitgebreider werk verricht om de gezondheidszorg te verbeteren, zoals de bouw van drie volledig ingerichte gezondheidscentra en de herbouw van een deel van een ziekenhuis.

‘Dat was hard nodig’, zegt Syarman, gemeenschapsleider in het district Bireuen. Voorheen moest je er vijftien kilometer lopen om medische zorg te krijgen. ‘Onze mensen kunnen nu dicht bij hun huis medische zorg vinden. Dat is beter dan ooit tevoren. We zijn heel dankbaar!’

De kerk heeft ook opleidingen voor artsen en medisch personeel verzorgd en in medische benodigdheden voorzien.

Op ‘s Heren wijze

Voor Bill and Linda Hamm uit Anchorage (Alaska, VS) was het werk een persoonlijke uitdaging: zij waren geroepen als zendelingen belast met humanitaire diensten om de hulpverlening na de tsunami in Indonesië te leiden. ‘We waren gestimuleerd door de uitdaging en overweldigd door de gelegenheid’, zegt broeder Hamm.

Jim en Karen Greding uit Thousand Oaks (Californië, VS) kregen ook die kans. Zij werden geroepen om de projecten over te nemen toen de zending van broeder en zuster Hamm na achttien maanden voorbij was. Met de opdracht om aanwezig te zijn en het verrichte werk te controleren, vertegenwoordigden deze mensen niet alleen de kerk, maar ook de vele mensen die een bijdrage hadden gegeven.

‘Wij moesten toezien op de kwaliteit van het werk en ervoor zorgen dat het geld voor het project op de juiste wijze werd gebruikt’, zegt zuster Greding. Bij iedere fase van het proces waren vertegenwoordigers van de kerk aanwezig, waarmee de kerk zich van de andere organisaties onderscheidde.

‘Wij beschouwen onze financiën als heilige fondsen en hebben ons uiterste best gedaan om ervoor te zorgen dat het geld niet verspild werd’, zegt Bill Reynolds, directeur hulpverlening tsunamislachtoffers. ‘Veel organisaties schenken geld en wachten af om te zien wat er gebeurt. Wij verschaffen geld gebaseerd op specifieke verwachtingen waar we persoonlijk toezicht op houden. De organisaties waar we mee samenwerken weten dat als wij zeggen dat er iets op een bepaalde manier gedaan moet worden, zij ook aan die verwachtingen moeten voldoen.’

Herstelde hoop

De hulpverlening van de kerk aan Indonesië en haar bevolking kan zich nu — in plaats van op de ellende en de pijn — gaan richten op de toekomst en het herstellen van een menswaardig leven. Hoewel de hulpverlening van de kerk slechts een klein deel uitmaakt van de vele personen en organisaties die hulp aan slachtoffers hebben geboden, waren de zendelingen in staat om hun liefde, de liefde van de leden en de reine liefde van Christus over te brengen.

‘We mochten geen zendingswerk doen, maar we vertegenwoordigden de Heer en probeerden ons getuigenis te geven door ons werk, door aardig en beleefd te zijn en gewoon te glimlachen’, zegt zuster Hamm. ‘Soms hadden we de gelegenheid om uit te leggen waar het geld vandaan kwam, en vertelden we over onze profeet, die alle leden had gevraagd om 24 uur te vasten en het geld dat daarmee werd uitgespaard in een speciaal fonds te storten. Volgens mij heeft de Geest tot hen getuigd en hebben zij begrepen dat er over de hele wereld mensen zijn die om hen geven.’

De gevolgen van de tsunami zijn nog altijd duidelijk zichtbaar, maar de mensen hebben hun dank uitgesproken voor alle hulp die ze hebben ontvangen.

‘Dit is gewoon een ervaring om nooit te vergeten. Iedereen die naar dat gebied reist, kan duidelijk de gevolgen zien van de verwoesting waar het land nu zee is geworden en zoveel mensen zijn omgekomen of dierbaren hebben verloren,’ aldus zuster Greding. ‘Velen die achterdochtig waren ten opzichte van christenen zijn van gedachten veranderd. Sommige mensen staarden ons alleen maar aan, maar de meeste zeiden in gebroken Engels: “Dank u wel, meneer.” Dat hebben we vaak gehoord.’