2011
Het permanente studiefonds vervult profetische beloften
mei 2011


Het permanente studiefonds vervult profetische beloften

Tien jaar geleden stipte president Gordon B. Hinckley (1910–2008) een probleem aan — het onvermogen van vele teruggekeerde zendelingen en andere waardige jongeren in ontwikkelingslanden om te ontkomen aan de armoede — en stelde een oplossing voor: het permanente studiefonds. Het permanente studiefonds is een zogenaamd roulerend fonds dat donaties van leden en vrienden van de kerk gebruikt om educatieve leningen aan jonge mensen te verstrekken, waarmee ze een opleiding kunnen bekostigen en een baan kunnen zeker stellen, waarna ze de lening terugstorten, zodat anderen dezelfde mogelijkheden krijgen. Hij zei dat de kerk daarbij terugvalt op vrijwilligers en bestaande kerkelijke middelen.

Teweeggebrachte wonderen

Toen president Hinckley op 31 maart 2001 opstond en de visie van het permanente studiefonds aan de priesterschap van de kerk uitlegde, was het voor velen duidelijk dat de profeet des Heren hemelse leiding had ontvangen.

De kans dat het plan zou mislukken was niet denkbeeldig toen de leiders die waren toegewezen aan het studiefonds in de herfst van 2001 leningen begonnen te verstrekken, zoals president Hinckley had aangegeven. Behalve de geïnspireerde aanwijzingen van de profeet bestond er geen ondernemingsplan, geen uitgewerkt voorstel. Het programma ging van start op basis van de toespraak van president Hinckley. Er stroomden honderden aanvragen voor een lening bij de hoofdzetel van de kerk binnen terwijl de bestuurders nog geroepen moesten worden en het basisplan nog op schrift moest worden gesteld.

Maar er gebeurden al wonderen. In het eerste jaar werden er miljoenen Amerikaanse dollars aan het fonds gedoneerd. Verschillende mensen wier achtergrond hen uitermate geschikt maakte voor het werk rond het fonds waren onmiddellijk beschikbaar om als vrijwilliger-bestuurders te fungeren. De infrastructuur om het fonds mondiaal in goede banen te leiden, was al voorhanden in de vorm van het instituutsprogramma van de kerkelijke onderwijsinstellingen, en de loopbaancentra van de kerk. Wat er ook nodig was, kwam er snel, en dat gaf het programma, om met de woorden van president Hinckley te spreken, een ‘solide basis’.1

Rex Allen, momenteel werkzaam als vrijwilliger-bestuurder instructie en contact van het permanente studiefonds, zegt: ‘Lang geleden strekte Mozes zijn staf over de Rode Zee uit, waarna de wateren zich scheidden. President Hinckley gaf blijk van hetzelfde geloof toen hij zijn profetische mantel boven de donkere zee van armoede hield en het studiefonds startte.’

‘Het is een wonder’, bevestigde president Hinckley herhaaldelijk.

Na tien jaar zou het echter zo kunnen zijn dat de grootste wonderen nog staan te gebeuren.

Vervulde beloften

Toen hij het studiefonds aankondigde, en in latere toespraken, beloofde president Hinckley dat er verschillende zegeningen uit het fonds zouden vloeien. Elk van die beloften gaan in vervulling nu meer deelnemers afstuderen en hun lening aan het fonds terugbetalen.

Werkgelegenheid

‘[Deelnemers] worden in staat gesteld om een goede opleiding te volgen waarmee ze kunnen uitstijgen boven de wanhopige situatie van armoede’, zei president Hinckley in 2002.2

Per februari 2011 heeft negentig procent van de afgestudeerden werk gevonden. 78 procent van wie nu een baan hebben, zegt dat hun huidige werk een verbetering is ten opzichte van wat ze deden voordat ze een opleiding konden volgen. Het gemiddelde inkomen na een opleiding is voor de deelnemers aan het fonds drie tot vier keer hoger dan het inkomen dat ze voor hun opleiding hadden, een grote sprong voorwaarts in hun economische status.

Familie en gemeenschap

‘Ze zullen trouwen en vaardigheden gebruiken waarmee ze in aanmerking komen voor een goede baan, en ze zullen hun plaats in de gemeenschap innemen om een grote maatschappelijke bijdrage te leveren’, verklaarde president Hinckley.3 Iets meer dan een derde van de fondsdeelnemers zijn nu getrouwd.

Ouderling John K. Carmack, algemeen bestuurder van het studiefonds, zegt: ‘Een van de bemoedigendste resultaten van het studiefonds tot nu toe is dat we zien dat jonge mensen meer hoop krijgen. Die hoop geeft hun de moed om te trouwen en verder te gaan met hun leven.’

En al doende is er een betere toekomst voor hun gezin.

Kerk en leiderschap

‘Als getrouwe leden van de kerk zullen ze dan hun tiende betalen, en de kerk zal veel sterker worden door hun aanwezigheid in de gebieden waar zij wonen’, verklaarde president Hinckley.4

In sommige gebieden waar het studiefonds al een aantal jaar in gebruik is, bestaat liefst tien tot vijftien procent van de huidige leidinggevenden uit fondsdeelnemers.

‘Deelnemers hebben andere jonge mensen aangeraden gebruik te maken van een fondslening en zo te ontsnappen aan de armoede’, zegt Rex Allen. ‘Na tien jaar zien we dat de cirkel van hoop zich uitbreidt, doordat de mensen die door het fonds zijn gezegend, anderen laten delen in die zegeningen.’

Gevolgen voor velen

‘Het [studiefonds] zal allen tot zegen zijn die ermee in aanraking komen — de jonge mannen en vrouwen en hun toekomstige gezinnen. En de kerk wordt gezegend met sterke plaatselijke leiders’, beloofde president Hinckley.5

Sinds de herfst van 2001 hebben 47 duizend mensen van het fonds gebruik gemaakt. En dan laten we de gezinnen buiten beschouwing die onderhouden en geïnspireerd worden door gezinsleden die deelnamen aan het fonds, alsmede de wijken en gemeenten die hun voordeel doen met de leden die beter kunnen dienen en bijdragen, en de plaatselijke economieën die voor hun groei afhankelijk zijn van vakmensen.

‘Stel u eens voor wie er allemaal door worden beïnvloed’, zegt broeder Allen. ‘Dat strekt zich uit tot wie doneren aan het fonds — de donateurs, hun gezinnen, hun wijken en gemeenten — allen worden gezegend door hun donaties.’

‘Bijna alle heiligen der laatste dagen kunnen geregeld iets doneren aan dit fonds en andere goede doelen’, zegt ouderling Carmack. ‘President Hinckleys uitnodiging komt zowel ten goede aan wie aan het studiefonds doneren als aan wie [er gebruik van maken om] er dichter mee tot de Heiland te komen.’

Blijvende groei

President Hinckleys profetische visie op het permanente studiefonds heeft vaste vormen gekregen, want dit geïnspireerde programma blijft zich over de wereld verspreiden, en het zal dat blijven doen doordat steeds meer mensen blijven doneren en de leningen worden terugbetaald, waardoor een nieuwe generatie deelnemers in staat is, zijn situatie te verbeteren.

Ga naar pef.lds.org als u meer wilt weten over het permanente studiefonds.

Noten

  1. Gordon B. Hinckley, ‘De kerk gaat voorwaarts’, Liahona, juli 2002, p. 4.

  2. Gordon B. Hinckley, Liahona, juli 2002, p. 4..

  3. Gordon B. Hinckley, Liahona, juli 2002, p. 4.

  4. Gordon B. Hinckley, Liahona, juli 2002, p. 4..

  5. Gordon B. Hinckley, ‘Het permanente studiefonds’, Liahona, juli 2001, p. 60.

Het permanente studiefonds, dat tien jaar geleden is opgestart, heeft al meer dan 47 duizend deelnemers geholpen.

Foto Brian Wilcox

Afdrukken