2011
Geleid door de Heilige Geest
mei 2011


Geleid door de Heilige Geest

Eenieder van ons kan worden geleid door de geest van openbaring en de gave van de Heilige Geest.

President Boyd K. Packer

De King Jamesbijbel is 400 jaar geleden uitgegeven. William Tyndale heeft daar veel aan bijgedragen en is in mijn ogen een ware held.

De geestelijke leiders in die tijd wilden niet dat de Bijbel in het Engels werd gepubliceerd. Tyndale moest steeds voor hen op de vlucht. Hij zei: ‘Als God mijn leven spaart, zal ik er binnen een paar jaar voor zorgen dat een jongen achter de ploeg straks meer van de Schriften afweet dan u.’1

Tyndale werd verraden en ruim een jaar lang opgesloten in een donkere, ijskoude gevangenis in Brussel. Zijn kleren waren niet meer dan vodden. Hij smeekte zijn gevangenbewaarders om zijn jas en hoed en een kaars, en zei: ‘Het is erg saai om alleen in het donker te zitten.’2 Hij kreeg ze niet. Uiteindelijk werd hij uit de gevangenis gehaald en voor een grote menigte door wurging en verbranding om het leven gebracht. Maar het werk en de martelaarsdood van William Tyndale zijn niet voor niets geweest.

Kinderen in de kerk leren vanaf hun jeugd de Schriften kennen, en vervullen zo mede de profetie die William Tyndale vier eeuwen geleden uitsprak.

Onze huidige Schriften bestaan uit de Bijbel, het Boek van Mormon: eveneens een testament aangaande Jezus Christus, de Parel van grote waarde en de Leer en Verbonden.

Vanwege het Boek van Mormon worden we vaak de mormoonse kerk genoemd. Die naam vinden we niet erg, maar hij is feitelijk niet juist.

In het Boek van Mormon lezen we dat de Heer de Nephieten opnieuw bezocht omdat zij tot de Vader baden in zijn naam. En de Heer vroeg:

‘Wat wilt gij dat ik u geven zal?

‘En zij zeiden tot Hem: Heer, wij zouden willen dat Gij ons zegt met welke naam wij deze kerk moeten aanduiden; want er is woordenstrijd onder het volk aangaande die zaak.

‘En de Heer zeide tot hen: (…) hoe komt het dat het volk hierover mort en redetwist?

‘Hebben zij de Schriften niet gelezen, waarin staat dat gij de naam van Christus (…) op u moet nemen? Want met die naam zult gij ten laatsten dage aangeduid worden; (…) 

‘Daarom moet gij wat gij ook zult doen, in mijn naam doen; daarom moet gij de kerk met mijn naam aanduiden; en gij moet de Vader in mijn naam aanroepen, opdat Hij de kerk om mijnentwil zal zegenen.

‘En hoe kan het mijn kerk zijn, indien die niet met mijn naam wordt aangeduid? Want indien een kerk met de naam van Mozes wordt aangeduid, dan is het de kerk van Mozes; of indien die met de naam van een mens wordt aangeduid, dan is het de kerk van een mens; maar indien die met mijn naam wordt aangeduid, dan is het mijn kerk, indien zij op mijn evangelie zijn gebouwd.’3

In gehoorzaamheid aan openbaring noemen wij ons De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen en niet de mormoonse kerk. Anderen noemen de kerk weliswaar de mormoonse kerk of ons mormonen, maar laten wij dat zelf niet doen.

Het Eerste Presidium heeft verklaard:

‘Het [is] in toenemende mate van belang dat wij bij de verkondiging van de naam van de Heiland in de hele wereld de geopenbaarde naam, De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (zie LV 115:4), gebruiken. Daarom verzoeken wij u om de kerk zo mogelijk bij haar volledige naam te noemen. (…)

“Leden van De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen” is de beste aanduiding om te verwijzen naar de kerkleden. Als verkorting heeft “heiligen der laatste dagen” de voorkeur.’4

‘[Als heiligen der laatste dagen] spreken [wij] over Christus, wij verheugen ons in Christus, wij prediken Christus, wij profeteren over Christus, en wij schrijven volgens onze profetieën, opdat onze kinderen zullen weten op welke Bron zij mogen vertrouwen voor vergeving van hun zonden.’5

De wereld noemt ons zoals de wereld dat wil, maar laten wij altijd beklemtonen dat we behoren tot de Kerk van Jezus Christus.

Sommigen beweren dat we geen christenen zijn. Zij hebben dan geen of een verkeerd idee van wie wij zijn.

In de kerk vindt iedere verordening plaats met het gezag en in de naam van Jezus Christus.6 Wij hebben dezelfde organisatie als in de vroegchristelijke kerk, met apostelen en profeten.7

De Heer riep en ordende destijds twaalf apostelen. Hij werd verraden en gekruisigd. Na zijn opstanding onderwees de Heiland zijn discipelen veertig dagen lang, waarna Hij ten hemel is opgevaren.8

Maar er ontbrak nog iets. Enkele dagen later waren de apostelen in een huis bijeen. ‘En eensklaps kwam er uit de hemel een geluid als van een geweldige windvlaag en vulde het gehele huis, (…) en er vertoonden zich aan hen tongen als van vuur (…) op ieder van hen; en zij werden allen vervuld met de heilige Geest.’9 Zijn apostelen waren nu met macht begiftigd. Zij begrepen dat het gezag van de Heiland en de gave van de Heilige Geest essentieel waren voor de vestiging van zijn kerk. Zij kregen de opdracht om mensen te dopen en de gave van de Heilige Geest te verlenen.10

Na verloop van tijd waren de apostelen en het priesterschap dat ze droegen er niet meer. Het gezag en de macht voor de bediening moesten hersteld worden. Eeuwenlang heeft men uitgekeken naar de terugkeer van het gezag en de vestiging van de kerk van de Heer.

In 1829 werd het priesterschap aan Joseph Smith en Oliver Cowdery hersteld door Johannes de Doper en de apostelen Petrus, Jakobus en Johannes. Tegenwoordig worden broeders die waardig zijn tot het priesterschap geordend. Dat gezag en de bijbehorende gave van de Heilige Geest, die aan alle leden van de kerk na hun doop wordt verleend, onderscheiden ons van andere kerken.

Een vroege openbaring geeft aan dat ‘ieder mens zou kunnen spreken in de naam van God, de Heer, ja, de Heiland der wereld.’11 Het werk in de kerk wordt tegenwoordig door gewone mannen en vrouwen verricht. Zij zijn geroepen om te presideren, te onderwijzen en hulp te bieden. Zij die geroepen zijn, ontvangen door de macht van openbaring en de gave van de Heilige Geest leiding inzake de wil van de Heer. Anderen aanvaarden dingen als profetie, openbaring en de gave van de Heilige Geest wellicht niet. Maar willen zij ons begrijpen, dan moeten zij begrijpen dat wij die dingen wel aanvaarden.

De Heer heeft aan Joseph Smith een gezondheidswet geopenbaard, het woord van wijsheid, lang voordat de genoemde gevaren in de wereld bekend waren. Wij leren allemaal dat we thee, koffie, sterkedrank, tabak en, uiteraard, alle vormen van drugs en verslavende middelen dienen te vermijden, die onze jonge mensen voortdurend omringen. Wie zich aan deze openbaring houden, wordt beloofd dat zij ‘gezondheid in hun navel ontvangen en merg voor hun beenderen;

‘en wijsheid zullen vinden en grote schatten aan kennis, ja, verborgen schatten;

‘en zullen snellen en niet moede worden, lopen en niet mat worden.’12

In een andere openbaring schrijft de zedelijke norm van de Heer voor dat het heilige voortplantingsvermogen beschermd en alleen gebruikt dient te worden tussen een man en een vrouw die met elkaar zijn gehuwd.13 Misbruik van dit vermogen volgt in ernst op het vergieten van onschuldig bloed en het verloochenen van de Heilige Geest.14 Als iemand de wet overtreedt, zet de leer van bekering uiteen hoe men voor die overtreding vergeving kan verkrijgen.

Iedereen wordt beproefd. Iemand vindt het misschien oneerlijk om het doelwit van een bepaalde verleiding te zijn, maar dat is het doel van het aardse leven — om beproefd te worden. En het antwoord is voor iedereen gelijk: we moeten, en kunnen, weerstand bieden aan elke vorm van verleiding.

‘Het grote plan van geluk’15 is op het gezinsleven gericht. De man is het hoofd en de vrouw het hart van het gezin. En het huwelijk is een gelijkwaardig partnerschap. Een heilige der laatste dagen draagt als man verantwoording voor zijn gezin en is getrouw in het evangelie. Hij is een liefdevolle, toegewijde echtgenoot en vader. Hij heeft respect voor de vrouw. De vrouw steunt haar man. Beide ouders zorgen voor de geestelijke groei van hun kinderen.

Heiligen der laatste dagen leren elkaar lief te hebben en fouten oprecht te vergeven.

Mijn leven is veranderd door een rechtschapen patriarch. Hij trouwde met zijn geliefde. Ze waren stapelverliefd op elkaar, en al gauw verwachtten ze hun eerste kind.

De avond waarop de baby werd geboren, traden er complicaties op. De enige dokter was ergens op het platteland met patiënten bezig. De bevalling duurde uren en de toestand van de aanstaande moeder verslechterde zienderogen. Uiteindelijk wist men de dokter op te sporen. In de noodsituatie handelde hij snel en de baby kwam spoedig ter wereld. De crisis leek bezworen. Maar enkele dagen later stierf de jonge moeder aan dezelfde infectie die de dokter die avond bij een ander gezin had behandeld.

De wereld van de jonge man stortte in. Bij het verstrijken van de weken werd zijn verdriet steeds groter. Hij moest er steeds aan denken en begon in zijn bitterheid bedreigingen te uiten. Tegenwoordig zou hij ongetwijfeld een zaak tegen de arts hebben aangespannen, alsof je met geld iets oplost.

Op een avond werd er op de deur geklopt. Een klein meisje zei eenvoudigweg: ‘Papa wil dat u komt. Hij wil met u praten.’

‘Papa’ was de ringpresident. De raad die hij van die wijze leider ontving, was simpel: ‘John, laat het rusten. Wat je ook doet, je krijgt haar toch niet terug. Je maakt het alleen maar erger. John, laat het rusten.’

Dat was de beproeving van mijn vriend. Hoe kon hij het laten rusten? Er was een verschrikkelijke fout gemaakt. Hij worstelde enorm met zichzelf en besloot uiteindelijk dat hij de raad van die wijze ringpresident zou gehoorzamen en opvolgen. Hij zou het laten rusten.

Hij zei: ‘Als oude man begreep ik het pas en kon ik eindelijk een arme plattelandsdokter voor me zien — overwerkt, onderbetaald, hollend van de ene patiënt naar de andere, met weinig medicijnen, zonder ziekenhuis, een paar instrumenten — uit alle macht proberen levens te redden, en daar grotendeels nog in te slagen ook. Hij was op een moment van crisis gekomen, toen twee levens op het spel stonden, en had zonder uitstel gehandeld. Eindelijk begreep ik het!’ Hij zei: ‘Ik zou mijn leven en het leven van anderen hebben verwoest.’

Hij had de Heer vele malen op zijn knieën bedankt voor een wijze priesterschapsleider die hem simpelweg aanraadde: ‘John, laat het rusten.’

Om ons heen zien we leden van de kerk die gekrenkt zijn. Sommigen storen zich aan incidenten in de geschiedenis van de kerk of haar leiders en lijden er hun hele leven onder. Ze zijn niet in staat om voorbij te gaan aan de fouten van anderen. Ze laten het niet rusten. Ze worden inactief.

Die houding heeft iets weg van een man die met een stok wordt geslagen. Hij pakt verontwaardigd een stok op en slaat zich daar de rest van zijn leven mee op zijn hoofd. Hoe dwaas toch! Hoe droevig! Dergelijke wraak doet ons geen goed. Als u gekrenkt bent, vergeef en vergeet het dan en laat het rusten.

In het Boek van Mormon staat de volgende waarschuwing: ‘En nu, indien er fouten zijn, zijn het de vergissingen van mensen; daarom, veroordeel niet de dingen Gods, opdat gij vlekkeloos zult worden bevonden voor de rechterstoel van Christus.’16

Een heilige der laatste dagen is een gewoon mens. Wij zijn nu overal ter wereld te vinden, 14 miljoen leden. Dat is nog maar het begin. Wij leren dat wij wel in de wereld, maar niet van de wereld moeten zijn.17 Wij leiden dan ook een gewoon leven in een gewoon gezin te midden van allerlei andere mensen.

Wij leren dat we niet moeten liegen, stelen of bedriegen.18 Wij gebruiken geen grove taal. Wij zijn positief en gelukkig en niet bang voor het leven.

Wij zijn ‘gewillig (…) te treuren met hen die treuren (…) en hen te vertroosten die vertroosting nodig hebben, en om te allen tijde en in alle dingen en op alle plaatsen (…) als getuige van God op te treden.’19

Als iemand een kerk zoekt die niet veel eist, kan hij beter verder zoeken. Het is niet makkelijk om heilige der laatste dagen te zijn, maar uiteindelijk is het de enige ware weg.

Welke belemmeringen of ‘oorlogen, geruchten van oorlogen en aardbevingen op verschillende plaatsen’20 er ook zullen zijn, geen macht of invloed kan dit werk tegenhouden. Eenieder van ons kan worden geleid door de geest van openbaring en de gave van de Heilige Geest. ‘De mens zou evengoed zijn nietige arm kunnen uitstrekken om de Missouri in haar beschikte loop te stuiten, of haar stroomopwaarts te keren, als om de Almachtige te verhinderen kennis uit te storten vanuit de hemel op het hoofd van de heiligen der laatste dagen.’21

Als u een last met u meedraagt, vergeet het dan en laat het rusten. Vergeef veel en bekeer u als dat moet, dan zult u bezocht worden door de Heilige Geest en zal uw getuigenis bevestigd worden, en wel in die mate waarvan u niet wist dat die bestond. Dan zult u beschermd en gezegend worden — u en de uwen. Dit is een uitnodiging om tot Hem te komen. Deze kerk — De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen, naar Hij zelf zegt ‘de enige ware en levende kerk op het gehele oppervlak der aarde’,22 — is de kerk waar we ‘het grote plan van geluk’23 vinden. Daarvan getuig ik in de naam van Jezus Christus. Amen.