Ten afscheid
Geen van ons kan de volledige draagwijdte bevatten van wat Christus voor ons heeft gedaan in Getsemane, maar ik ben elke dag dankbaar voor zijn zoenoffer.
Broeders en zusters, mijn hart loopt over nu deze conferentie ten einde loopt. We hebben de Geest van de Heer overvloedig gevoeld. Ik spreek mijn waardering en die van de kerkleden overal uit voor allen die aan deze conferentie hebben meegewerkt, met inbegrip van degenen die de gebeden hebben uitgesproken. Mogen wij ons nog lang de boodschappen herinneren die we hebben gehoord. Mogen wij de edities van de Ensign en de Liahona waarin deze boodschappen gepubliceerd worden, lezen en bestuderen.
De muziek in alle bijeenkomsten was weer geweldig. Ik spreek mijn persoonlijke dank uit aan hen die bereid waren om ons mee te laten genieten van hun talenten en ons daarmee te raken en te inspireren.
We hebben door handopsteking onze steun verleend aan broeders die tijdens deze conferentie voor een nieuwe functie zijn geroepen. We laten hen weten dat we ernaar uitkijken om met hen samen te werken in dienst van de Meester.
Ik spreek mijn liefde en waardering uit voor mijn trouwe raadgevers, de presidenten Henry B. Eyring en Dieter F. Uchtdorf. Zij zijn wijze en begripvolle mensen. Hun werk is van onschatbare waarde. Ik steun mijn broeders van het Quorum der Twaalf Apostelen en heb hen lief. Zij doen bijzonder goed werk en zijn volkomen toegewijd aan hun taak. Ik spreek ook mijn liefde uit voor de leden van de Zeventig en de Presiderende Bisschap.
We staan tegenwoordig in de wereld voor veel moeilijkheden, maar ik verzeker u dat onze hemelse Vader aan ons denkt. Hij heeft ieder van ons lief en zal ons zegenen als we Hem aanroepen in gebed en ernaar streven zijn geboden te onderhouden.
Wij zijn een wereldwijde kerk. Onze leden zijn verspreid over de hele wereld. Mogen wij goede burgers zijn van het land waar wij wonen en goede buren in onze woonplaats, en mogen wij niet alleen onze medeleden de hand reiken, maar ook mensen van andere godsdiensten. Mogen wij overal en in al wat wij doen voorbeelden van eerlijkheid en integriteit zijn.
Ik dank u voor uw gebeden voor mij, broeders en zusters, en voor alle algemene autoriteiten van de kerk. Wij zijn erg dankbaar voor u, en voor al wat u doet om het werk van de Heer voort te stuwen.
Moge u in veiligheid naar uw woning terugkeren. Mogen de zegeningen van de hemel de uwe zijn.
En nu wil ik, voordat we vandaag vertrekken, nog mijn liefde voor de Heiland uiten, en voor zijn grote zoenoffer voor ons. Over drie weken viert het christendom Pasen. Ik geloof dat geen van ons de volledige draagwijdte kan bevatten van wat Christus voor ons heeft gedaan in Getsemane, maar ik ben elke dag van mijn leven dankbaar voor het zoenoffer dat Hij voor ons heeft gebracht.
Hij had er op het laatste moment van af kunnen zien. Maar dat deed Hij niet. Hij daalde onder alle dingen neer om alle dingen te kunnen redden. Daarmee gaf Hij ons leven na dit sterfelijke bestaan. Hij heeft ons gered van de val van Adam.
Ik ben Hem vanuit het diepst van mijn ziel dankbaar. Hij heeft ons geleerd hoe we moeten leven. Hij heeft ons geleerd hoe we moeten sterven. Hij heeft ons heil veilig gesteld.
Tot besluit wil ik nog enkele ontroerende woorden voorlezen die geschreven zijn door Emily Harris, die mijn gevoelens bij het aanbreken van de paastijd zo goed beschrijven:
Het linnen dat Hem eens omhulde, is leeg.
Het ligt daar,
Fris, wit en schoon.
De deur staat open.
De steen is weggerold.
En ik kan de engelen bijna zijn lof horen zingen.
Het linnen kan Hem niet vasthouden.
De steen kan Hem niet tegenhouden.
De woorden weerklinken door de lege kalkstenen ruimte:
‘Hij is hier niet.’
Het linnen dat Hem eens omhulde, is nu leeg.
Het ligt daar,
Fris en wit en schoon.
En o, halleluja, het is leeg.1
God zegene u, broeders en zusters. In de naam van Jezus Christus, onze Redder. Amen.