2015
Alles wel
Juli 2015


Boodschap van het Eerste Presidium

Alles wel

One oil painting.  Depiction of the pioneer trek in a positive happy manner.  "The prairies covered with lush grass and (many varieties of wildflowers) offered vistas of dramatic beauty."  A woman dressed in pink dress with white waist apron holing a basket of multicolored flowers.  She stands in a  lush landscape, in the background a covered wagon is pulled by two oxen.  A figure dressed in blue rides in the wagon.

The Pioneer, Robert T. Barrett, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis

Als ik over het erfgoed van de pioniers nadenk, denk ik altijd met ontroering aan de lofzang ‘Komt, heil’gen, komt’ (Lofzangen, nr. 15). De heiligen die de lange reis naar de Salt Lake Valley maakten, zongen deze lofzang regelmatig onderweg.

Ik weet maar al te goed dat alles niet wel met deze heiligen was. Ze kregen met ziekte, hitte, vermoeidheid, koude, angst, honger, pijn, vertwijfeling en zelfs de dood te maken.

Maar hoewel ze er alle reden toe hadden om uit te roepen dat niet alles wel was, ontwikkelden ze een houding die we nu alleen maar kunnen bewonderen. Ze keken verder dan hun problemen naar eeuwige zegeningen. Ze waren dankbaar in hun omstandigheden. Hoewel de omstandigheden op het tegendeel wezen, zongen ze met alle overtuiging van hun ziel: ‘Alles wel!’

Als onze lof voor de pioniers ons niet tot nadenken stemt, is die zinloos. Ik wil het over enkele van hun eigenschappen hebben die mij inspireren als ik bij hun offers en toewijding stilsta.

Medeleven

De pioniers zorgden voor elkaar, ongeacht hun maatschappelijke, economische of politieke achtergrond. Ze hielpen elkaar, zelfs als ze daardoor langer onderweg waren, hinder ondervonden, offers moesten brengen of hard moesten werken.

In deze prestatiegerichte en bevooroordeelde wereld zijn persoonlijke of groepsdoelen vaak belangrijker dan de zorg voor anderen of het versterken van Gods koninkrijk. In de huidige maatschappij kan het bereiken van bepaalde ideologische doelen een maatstaf van onze waarde lijken.

Doelen stellen en bereiken kan geweldig zijn. Maar als men anderen gaat verwaarlozen, negeren of kwetsen om bepaalde doelen te bereiken, kan de prijs van dat succes te hoog zijn.

De pioniers zorgden voor de mensen in hun gezelschap, maar dachten ook aan diegenen die hen volgden door gewassen te zaaien voor de huifkarrenkonvooien die later kwamen.

Ze kenden de kracht van familie en vrienden. En ze werden sterk omdat ze op elkaar vertrouwden. Vrienden werden familie.

De pioniers herinneren ons eraan dat we de verleiding moeten weerstaan om onszelf te isoleren, en dat we in plaats daarvan anderen moeten helpen, en medeleven en liefde voor elkaar moeten ontwikkelen.

Werken

‘Komt, heil’gen komt, geen werk noch strijd gevreesd.’

Die zin werd de lijfspreuk van de vermoeide reizigers. Het is moeilijk voor te stellen hoe hard die geweldige mensen hebben gewerkt. Het wandelen zelf was een van de makkelijkste dingen die ze deden. Ze moesten allemaal hun steentje bijdragen om voedsel te bereiden, huifkarren te repareren, voor dieren te zorgen, zieken en zwakken te verzorgen, water te zoeken en te halen, en zich tegen het weer en de gevaren van de wildernis te beschermen.

Ze werden elke ochtend wakker met duidelijk omschreven doelen die iedereen begreep: God en hun naaste dienen en de Salt Lake Valley bereiken. Elke dag waren die doelen duidelijk voor hen; ze wisten wat ze moesten doen en dat hun dagelijkse vooruitgang belangrijk was.

In onze tijd — waarin zoveel van onze verlangens binnen handbereik zijn — is het verleidelijk om af te dwalen of de moed op te geven als het pad wat hobbelig of de helling wat steil lijkt. In dergelijke situaties kunnen we gemotiveerd worden als we aan die mannen, vrouwen en kinderen denken die zich niet door ziekte, tegenspoed, pijn of zelfs de dood van hun gekozen pad lieten afbrengen.

De pioniers merkten dat hun lichaam, verstand en geest door het doen van moeilijke taken werden gesterkt; hun begrip van hun goddelijke aard werd vergroot; en hun medeleven voor anderen nam toe. Die gewoonte schonk hun kracht en was hen nog lang na hun tocht over de vlakten en bergen tot zegen.

Optimisme

Toen de pioniers zongen, brachten ze een derde les ten gehore: ‘Maar uw reis blij volbracht.’

Een van de grootste tegenstellingen van deze tijd is dat we met zoveel gezegend zijn en toch ongelukkig kunnen zijn. De wonderen van voorspoed en technologie overweldigen en overladen ons met bescherming, ontspanning, onmiddellijke voldoening, en comfort. En toch zien we zoveel ongelukkige mensen om ons heen.

De pioniers, die zoveel opgaven, moesten het zelfs zonder de eerste levensbehoeften stellen, behoeften waar ze naar snakten. Ze begrepen dat geluk niet uit toeval voortvloeit. We worden zeker niet gelukkig als al onze wensen uitkomen. Geluk is geen gevolg van externe omstandigheden. Het komt vanuit ons binnenste — ongeacht wat er om ons heen plaatsvindt.

De pioniers wisten dat, en met die instelling wisten ze uit elke situatie en beproeving geluk te halen — zelfs uit de beproevingen die er diep inhakten en hen tot in het diepst van hun ziel raakten.

Beproevingen

Soms kijken we terug naar wat de pioniers doorstonden en zeggen we opgelucht: ‘Gelukkig leef ik niet in die tijd.’ Maar ik vraag me af of die moedige pioniers niet hetzelfde zouden hebben gedacht als ze ons hadden kunnen zien.

Hoewel de tijden en omstandigheden veranderd zijn, zijn de beginselen voor het ondergaan van beproevingen en voor een succesvolle, zorgzame en voorspoedige samenleving onder God niet veranderd.

We kunnen van de pioniers leren dat we in God moeten geloven en op Hem moeten vertrouwen. We kunnen leren dat we medeleven voor elkaar moeten ontwikkelen. We kunnen leren dat werk en vlijt ons niet alleen materieel, maar ook geestelijk tot zegen zijn. We kunnen leren dat we in elke situatie gelukkig kunnen zijn.

De beste manier om de pioniers te eren en onze dankbaarheid voor hen te uiten, is door de volgende zaken in ons leven te integreren: trouw aan Gods geboden, medeleven en liefde voor onze naaste, en de vlijt, het optimisme en de vreugde die de pioniers zo goed tot uiting brachten.

Door dat te doen, overschrijden we de grenzen van de tijd, nemen we die edele pioniers bij de hand en zingen we samen: ‘Alles wel! Alles wel!’

The Pioneer, Robert T. Barrett, met dank aan het Museum voor kerkgeschiedenis