Huisbezoekboodschap
Goddelijke eigenschappen van Jezus Christus: vergevensgezind en barmhartig
Bestudeer dit materiaal onder gebed om te bepalen wat u het beste kunt bespreken. Hoe zal meer begrip van het leven en de taken van de Heiland ons geloof in Hem vergroten en hoe zal het hen over wie u waakt en bij wie u op huisbezoek gaat tot zegen zijn? Ga voor meer informatie naar reliefsociety.lds.org.
Als we begrijpen dat Jezus Christus vergevensgezind en barmhartig is jegens ons, kan dat ons helpen anderen te vergeven en barmhartigheid te tonen. ‘Jezus Christus is ons Voorbeeld’, heeft president Thomas S. Monson gezegd. ‘Zijn leven was een erfenis van liefde. Hij genas de zieken, beurde de verdrukten op en redde de zondaren. Uiteindelijk benam de woedende menigte Hem het leven. En toch weerklinken vanaf Golgotha de woorden: “Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat zij doen” — de ultieme uiting van mededogen en liefde.’1
Als wij anderen hun overtredingen vergeven, zal onze hemelse Vader ons ook vergeven. Jezus vraagt ons: ‘Wees dan barmhartig, zoals ook uw Vader barmhartig is’ (Lukas 6:36). ‘Vergeving voor onze zonden is voorwaardelijk’, heeft president Dieter F. Uchtdorf, tweede raadgever in het Eerste Presidium, gezegd. ‘We moeten ons bekeren. […] Hebben we niet allemaal wel eens deemoedig een beroep gedaan op barmhartigheid en gesmeekt om genade? Hebben we niet met heel onze ziel verlangd naar barmhartigheid, vergeving te ontvangen voor de vergissingen en zonden die we hebben begaan? […] Laat de verzoening van Christus uw hart veranderen en genezen. Heb elkaar lief. Vergeef elkaar.’2
Aanvullende Schriftteksten
Uit de Schriften
‘We dienen te vergeven zoals ook ons vergeven wordt’, heeft ouderling Jeffrey R. Holland van het Quorum der Twaalf Apostelen gezegd.3 Het verhaal van de verloren zoon toont ons beide kanten van vergeving: één zoon wordt vergeven en de andere zoon heeft moeite om te vergeven.
De jongste zoon kreeg zijn erfenis, verkwistte die al snel en werkte als varkenshoeder toen er een hongersnood kwam. In de Schriften staat dat hij ‘nadat hij tot zichzelf gekomen was’ naar huis terugkeerde en tegen zijn vader zei dat hij het niet waard was een zoon van hem te zijn. Maar zijn vader vergaf hem en liet een gemest kalf slachten voor een feest. De oudste zoon kwam van het werk op de akker terug en werd boos. Hij herinnerde zijn vader eraan dat hij vele jaren had gediend, de geboden nooit had overtreden. Hij zei: ‘U hebt mij nooit een bokje gegeven om […] vrolijk te zijn’. De vader antwoordde: ‘Kind, jij bent altijd bij mij en al het mijne is van jou. Wij zouden dan vrolijk en blij moeten zijn, want deze broer van jou was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden’ (zie Lukas 15:11–32).