De beloningen voor rechtschapenheid oogsten
Naar een toespraak, ‘The Rewards of Righteousness’, op 2 mei 2014 in de vrouwenconferentie aan de BYU gehouden.
Het goede zal niet onthouden worden aan wie in oprechtheid wandelen.
De wereld is letterlijk in beroering (zie LV 45:26). Veel van onze uitdagingen liggen op geestelijk vlak. Er zijn maatschappelijke problemen die we als individu wellicht niet kunnen oplossen. Toch zijn er voor ons individueel wel praktische beloningen weggelegd, zelfs nu rechtschapenheid over de hele wereld in verval raakt.
Het idee van ‘beloningen voor rechtschapenheid’ ligt in de wereld onder vuur. Mensen ertoe bewegen voor rechtschapenheid te kiezen is een eeuwenoude uitdaging. ‘De natuurlijke mens is een vijand van God’ (Mosiah 3:19). Er is altijd ‘een tegenstelling in alle dingen’ geweest (2 Nephi 2:11).
Het verschil is dat sceptici in het ‘grote en ruime gebouw’ (1 Nephi 8:31) tegenwoordig luider, kritischer en intoleranter zijn dan ik ooit eerder meegemaakt heb. Zij geven blijk van hun afbrokkelende geloof nu ze het in veel kwesties belangrijker vinden wat er over hen zal worden gezegd dan wat God over hen zal zeggen. Er was een tijd dat de meeste mensen inzagen dat ze naar Gods geboden geoordeeld zouden worden, niet naar de heersende opvattingen of dominante denkbeelden van de dag. Sommigen trekken zich meer aan van de spot van anderen dan het oordeel van God.
De strijd tussen goed en kwaad is niet nieuw. Maar tegenwoordig concludeert een veel hoger percentage mensen ten onrechte dat er geen morele, rechtvaardige norm is die voor alle mensen geldt.
Toch heeft De Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen trouwere leden dan ooit. Leden van de kerk, en anderen met soortgelijke morele waarden, vertegenwoordigen samen een eiland van geloof in een zee van twijfel en ongeloof. We weten, zoals de profeet Alma verklaarde, dat ‘goddeloosheid […] nooit geluk betekend’ heeft (Alma 41:10) en dat het plan van de Vader voor zijn kinderen een ‘plan van geluk’ is (Alma 42:8, 16).
Ik wil graag enkele suggesties doen die u en uw gezin meer inzicht in en uitzicht op de beloningen voor rechtschapenheid bieden.
De beloning van een geestelijke instelling
‘Hoe plaats ik materiële zaken in het juiste perspectief als ik naar geestelijke vooruitgang streef?’
Wij kunnen niet ontkennen dat we deel van deze wereld uitmaken. De materiële aspecten van het dagelijks leven vormen een specifieke uitdaging. De maatschappij neigt ernaar alles door de lens van wereldse beloningen te zien.
Het voorwoord van de Leer en Verbonden legt nadruk op dat probleem. Het waarschuwt ons voor gevaren, geeft ons aanwijzingen om ons nu en in de toekomst voor te bereiden en te beschermen, en geeft ons belangrijke inzichten over dit onderwerp: ‘Zij zoeken niet de Heer om zijn gerechtigheid te vestigen, maar ieder mens wandelt op zijn eigen weg, en naar het beeld van zijn eigen god, wiens beeld naar de gelijkenis der wereld is en wiens wezen dat van een afgod is’ (zie LV 1:16).
President Spencer W. Kimball (1895–1985) heeft gezegd dat onze afgoden uit titels, diploma’s, bezittingen, huizen, meubels en andere materiële voorwerpen kunnen bestaan. Hij zei dat we afgoden creëren wanneer we die anderszins waardige doeleinden zodanig verheffen dat onze aanbidding van de Heer afneemt, en onze inspanningen verzwakken om zijn gerechtigheid te vestigen en het heilswerk onder de kinderen van onze Vader tot stand te brengen.1
Soms zorgt de lens van de wereld ervoor dat we ons richten op zaken die niet zozeer onder streven naar grote rijkdom vallen, maar die ons wel van diepe geestelijke toewijding weerhouden.
Jaren geleden viel mijn oog op een interessante uitstalling met diverse unieke taferelen. De verschillende taferelen waren uitgebeeld onder een groot spandoek met de tekst: ‘Als Christus vanavond terugkwam, naar wie zou Hij dan toegaan?’ Voor zover ik me kan herinneren, waren de taferelen als volgt:
-
Een zieke, bejaarde vrouw in bed en een verpleegkundige die haar verzorgt.
-
Een blije jonge moeder met een pasgeboren baby.
-
Een gezin met hongerige, huilende kinderen.
-
Een welgesteld gezin.
-
Een leuk maar bescheiden gezin met veel kinderen samen aan het zingen.
We weten niet op welke dag of welk uur de Heiland terugkomt. We weten wel dat we als christenen voor de armen en behoeftigen en voor de weduwen en wezen moeten zorgen. Het spandoek had echter juister geweest met de woorden: ‘Als Christus vanavond terugkwam, wie zou Hem dan met een gerust hart kunnen begroeten?’
Mijn tweede gedachte was dat de scènes ons alles vertelden over de fysieke omstandigheden van de mensen, maar niets over hun geestelijke toestand en toewijding aan Christus.
De doop is het ijkpunt waaraan we ons leven en onze toewijding aan de Heiland en zijn evangelie kunnen afmeten. Op nieuwe en zeer jonge leden na, heeft onze doop jaren geleden plaatsgevonden.
De grote profeet Alma spreekt ons met de volgende woorden treffend aan: ‘En nu zie, ik zeg u, mijn broeders: indien gij een verandering van hart hebt ondergaan, en indien gij gestemd waart het lied der verlossende liefde te zingen, zou ik willen vragen: kunt gij nu zo gestemd zijn?’ (Alma 5:26).
Daarna vervolgt Alma zijn indringende boodschap, die relevant is voor deze tijd. In wezen vraagt hij de heiligen of ze, als ze nu zouden sterven, gereed zijn om God te ontmoeten. Alma beklemtoont vier eigenschappen die we nodig hebben om schuldeloos voor God te staan:
Ten eerste, zijn wij ‘ootmoedig genoeg […] geweest?’ In zekere zin houdt dit een terugkeer naar de vereisten voor de doop in: ons verootmoedigen en een gebroken hart en een verslagen geest hebben.
Ten tweede, zijn wij ‘van hoogmoed ontdaan?’ Alma spreekt zich uit tegen de Heilige onder de voeten treden en in hoogmoed opgeblazen zijn — tegen ons hart op de ijdelheden van de wereld zetten en veronderstellen dat wij beter zijn dan anderen.
Ten derde, zijn wij ‘van afgunst […] ontdaan?’ Voor wie rijkelijk gezegend maar niet dankbaar zijn omdat zij alleen letten op wat anderen hebben, kan afgunst uitermate funest zijn. De ‘welvaartsafgunst’2 is toegenomen nu roem en rijkdom voor velen in de maatschappij de plaats van geloof en gezin als voornaamste ambitie hebben vervangen.
Ten vierde, bespotten of vervolgen wij onze broeders en zusters? In de huidige wereld zouden we dat waarschijnlijk pesten noemen (zie Alma 5:27–30, 53–54).
Kan er iets relevanter zijn voor de problemen van onze tijd dan deze boodschap over ootmoed, hoogmoed, afgunst en vervolging? In vrijwel de hele wereld gaan de gesprekken vooral over materiële, dagelijkse economische kwesties. De terugkeer naar christelijke beginselen, die gericht zijn op onze voorbereiding om God te ontmoeten en op de toestand van onze geest, komt echter maar weinig aan de orde. We moeten ons leven nadrukkelijker op geestelijke zaken richten.
De beloning van een rechtschapen gezin
‘Moeten we ons gezin wel in een gebied grootbrengen waar maar weinig leden van de kerk zijn en waar we door zoveel kwaad, onenigheid en weerstand tegen rechtschapenheid omringd worden?’
Mijn vrouw, Mary, en ik hadden die zorgen toen we onze kinderen eind jaren zestig in het gebied bij de baai van San Francisco in Californië (VS) grootbrachten. Er woonden daar toen relatief weinig heiligen der laatste dagen. Hoewel de mensen in grote meerderheid fantastisch waren, was het gebied bij de baai een plek geworden waar veel drugs werd gebruikt en allerlei overspelig en zondig gedrag plaatsvond.
De verandering in de maatschappij was dusdanig dat een bezorgde ringpresident aan de leiders van de kerk vroeg of hij kerkleden wel kon adviseren om in dat gebied te blijven. Ouderling Harold B. Lee (1899–1973), die toen al geruime tijd lid van het Quorum der Twaalf Apostelen was, kreeg de opdracht om de kwestie te behandelen. Hij legde uit dat de Heer de bouw van een tempel in ons gebied niet had aangekondigd om vervolgens de leden te zien vertrekken. Hij gaf ons de volgende eenvoudige maar indringende raad mee:
-
Zion opbouwen in ons hart en bij ons thuis.
-
Een licht zijn voor onze buren en omwonenden.
-
Ons richten op de verordeningen en de beginselen van de tempel.
We stelden de raad van ouderling Lee op prijs en probeerden er in ons gezin naar te leven.
Willen we Zion in ons hart en bij ons thuis opbouwen, dan moeten we onze godsdienst thuis beleven door dagelijks gezinsgebed en Schriftstudie, en wekelijks gezinsavond te houden. In die context kunnen wij onze kinderen onderwijzen en opvoeden. Dat doen we liefdevol en vriendelijk, zonder onterechte kritiek op onze kinderen en huwelijkspartner.
Waar we ook wonen en zelfs als we alles goed doen, zullen sommige kinderen onverstandige keuzes maken die tot verboden paden voeren. Daarom is het belangrijk dat we onze jonge mensen vooraf helpen bepalen wat ze gaan zeggen of doen als anderen onbetamelijk of immoreel gedrag voorstellen.
Onze kinderen gingen naar scholen waar slechts twee of drie mormoonse leerlingen waren. Aan het begin van elk schooljaar en voor schoolactiviteiten bespraken we op de gezinsavond geschikte antwoorden als zij in verdachte situaties terecht zouden komen. We vroegen hoe ze zouden reageren op vrienden die beweerden: ‘Stel je niet aan, iedereen doet het’, ‘Je ouders komen er toch niet achter’ of ‘Eén keertje is niet zo erg.’
We spraken over rekenschap verschuldigd zijn aan de Heer.
We wezen erop dat we het voorbeeld van Christus volgen wanneer we ons fatsoenlijk kleden, nette en gepaste taal gebruiken en pornografie mijden, wat we nu al aan kinderen in de jeugdwerkleeftijd moeten leren zodat ze een rein leven kunnen leiden.
We spraken over Joseph in Egypte, die wegvluchtte toen hij met de ongepaste avances van Potifars vrouw te maken kreeg (zie Genesis 39:7–12).
Al onze kinderen maakten ten minste één keer iets mee waarbij deze voorbereiding vruchten afwierp, maar doorgaans namen hun vrienden ze in bescherming omdat ze van hun normen en geloofsovertuiging afwisten.
Toen onze dochter, Kathryn, ging studeren, belde ze haar moeder geregeld op. Mary vertelde haar dan wat ze zo aan de Heiland bewonderde. Mary haalde zijn voorbeeld en karakter voortdurend aan om Kathryn te helpen met het probleem waarover ze belde.
Ik geloof dat we bijna overal ter wereld rechtschapen kinderen kunnen grootbrengen als ze een stevig fundament in Jezus Christus en in zijn evangelie hebben. Nephi beschreef het onderricht aan zijn gezin en het volk als volgt: ‘Wij spreken over Christus, wij verheugen ons in Christus, wij prediken Christus, wij profeteren over Christus, en wij schrijven volgens onze profetieën, opdat onze kinderen zullen weten op welke Bron zij mogen vertrouwen voor vergeving van hun zonden’ (2 Nephi 25:26).
Als we dat doen en onze kinderen onverstandige keuzes maken, weten ze dat niet alles verloren is en dat ze hun weg naar huis terug kunnen vinden. Ik verzeker u dat u en uw gezin gezegend zullen worden als u ieder gezinslid door geloof in de Heer Jezus Christus sterkt.
Als we de raad van ouderling Lee opvolgen om een licht te zijn voor de mensen om ons heen, kunnen we niet maskeren wie we zijn. Ons gedrag dient onze waarden en geloofsovertuiging te weerspiegelen. Waar mogelijk horen we aan het openbare leven deel te nemen.
Als we een tempelaanbeveling waardig zijn, tempelverordeningen ontvangen en trouw aan onze verbonden zijn, krijgen we de focus en visie om op het verbondspad te blijven. Als onze jongeren waardig leven en zich voor de doden laten dopen, zal hun leven op orde zijn.
We moeten onze energie richten op het versterken van ons gezin door over Christus te spreken, ons in Hem te verheugen, Hem te prediken en over Hem te profeteren, zodat we de beloning van een rechtschapen en eeuwig gezin deelachtig mogen worden.
Voor wie ongehuwd zijn maar rechtschapen leven, is onze leer geruststellend: ‘Getrouwe leden die door omstandigheden in dit leven niet in de zegeningen van een eeuwig huwelijk en het ouderschap delen, zullen alle beloofde zegeningen in de eeuwigheid ontvangen als ze de verbonden nakomen die zij met God hebben gesloten.’3
De beloning van geluk
‘Wat moet ik mijn kinderen bieden om later een gelukkig en succesvol leven te leiden?’
Lucifer schotelt ons vals geluk en een illusie van geluk voor die niet met rechtschapenheid stroken en die ons zullen misleiden als we niet waakzaam zijn. Veel van onze hedendaagse problemen ontstaan omdat de wereld een verkeerde definitie van geluk najaagt. Het Boek van Mormon laat ons weten dat dit een probleem van alle tijden is. Ook weten wij welke zegeningen uit naleving van de geboden voortvloeien.
Koning Benjamin zegt: ‘Voorts wil ik dat gij nadenkt over de gezegende en gelukkige toestand van hen die de geboden Gods onderhouden. Want zie, zij worden gezegend in alle dingen, zowel stoffelijke als geestelijke; en indien zij getrouw volharden tot het einde, worden zij in de hemel ontvangen, waardoor zij bij God kunnen wonen in een staat van nimmer eindigend geluk. O bedenkt, bedenkt dat deze dingen waar zijn, want de Here God heeft het gesproken’ (Mosiah 2:41).
Ik heb jarenlang een onderzoeksproject gevolgd dat in de jaren dertig van de vorige eeuw begon. Aanvankelijk waren er 268 mannen aan een gerenommeerde universiteit bij het onderzoek betrokken. Zij werden hun leven lang periodiek gevolgd. Later deden ook vrouwen aan het onderzoek mee. Het onderzoek besloeg ongeveer zeventig jaar. Het doel van het oorspronkelijke onderzoek was zoveel mogelijk kennis over succes en geluk te vergaren.
Het onderzoek liet zien dat eindcijfers en gemiddelde schoolcijfers geen later succes of geluk in het leven voorspelden. Op één gebied was er wel een sterk verband, namelijk of men als kind uit een gelukkig gezin kwam. Gelukkige, succesvolle volwassenen gaven doorgaans te kennen dat in het bijzonder hun moeder liefde en genegenheid uitte en geen strenge, zware straffen oplegde. Beide ouders toonden hun genegenheid voor elkaar en stonden voor hun kinderen klaar, met wie ze een warme en hartelijke band hadden waarbij gevoelens geuit konden worden. De ouders zorgden voor een stabiel gezinsklimaat en hielden kennelijk rekening met de autonomie van hun kinderen.
Het in 2012 gepubliceerde eindverslag over het onderzoek vermeldt onder meer: ‘Of iemand in het leven succes heeft, lijkt niet zozeer af te hangen van financiële en maatschappelijke voordelen als wel van een beschermde en liefdevolle kindertijd.’ Een fijne kindertijd heeft meer invloed op succes dan intelligentie, sociale klasse of atletisch vermogen. Het onderzoek wijst ook uit dat ‘wat er in de kindertijd goed gaat de toekomst veel beter voorspelt dan wat er fout gaat’.4
Het onderzoek als geheel duidt aan dat zelfs wanneer er behoorlijke problemen zijn en sommige dingen heel erg misgaan, de meeste kinderen veerkrachtig zijn, en dat het vertrouwen dat door een liefdevolle band met ouders, met name de moeder, is ontstaan, tot blijvend, levenslang geluk kan leiden. Wat mij trof, maar niet verbaasde, was dat de bevindingen van het onderzoek volledig strookten met wat de Schriften en de kerk ons over het gezin leren. De kerk beklemtoont het belang van gezinsavonden, gezinsgebed, uitingen van liefde, saamhorigheid en gezinstradities, stuk voor stuk activiteiten die volgens het onderzoek gelukkige, succesvolle volwassenen voortbrengen.
Nephi begint het Boek van Mormon met een uiting van dankbaarheid voor ‘goede ouders’ (1 Nephi 1:1). De werkelijke les is dat we bepalen wat voor ouder we zélf zijn, zodat ons nageslacht met vreugde kan melden dat ook zij uit goede ouders geboren zijn.
Het belangrijkste wat u kunt doen is uw kinderen en anderen die u opvoedt duidelijk maken dat u van ze houdt. Liefde is de sleutel tot geluk.
De beloning van voorspoed in het land
‘Als gezin lukt het ons niet om welgesteld te worden. Komt dat omdat we niet rechtschapen genoeg zijn?’
De Schriften zijn duidelijk: de geboden onderhouden maakt ons voorspoedig in het land. Maar laat me u verzekeren dat uw voorspoed in het land niet bepaald wordt door uw banksaldo. De betekenis ervan strekt veel verder.
De profeet Alma sprak de volgende woorden tot zijn zoon Helaman: ‘Voor zoverre gij de geboden Gods onderhoudt, [zult] gij voorspoedig […] zijn in het land; en gij dient ook te weten dat voor zoverre gij de geboden Gods niet onderhoudt, gij van zijn tegenwoordigheid zult worden afgesneden’ (Alma 36:30).
De Geest bij ons hebben is dan ook het voornaamste element van voorspoed in het land. Als we de geboden onderhouden, zijn daar specifieke beloften aan verbonden (zie Efeze 6:1–3). In afdeling 89 van de Leer en Verbonden staat bijvoorbeeld de belofte dat naleving van het woord van wijsheid onze gezondheid ten goede zal komen en ons grote schatten aan kennis zal opleveren.
Laten we er één leerzaam aspect van het woord van wijsheid uitlichten: geen alcoholische dranken nuttigen. Uit het eerder genoemde langdurige onderzoek is gebleken dat alcoholmisbruik een op de drie Amerikaanse gezinnen treft, een rol speelt bij een kwart van alle opnames in ziekenhuizen en een belangrijke oorzaak is van overlijden, echtscheidingen, een slechte gezondheid en verminderde prestaties.
Uit een langlopend onderzoek onder actieve kerkleden in Californië is gebleken dat vrouwen gemiddeld 5,6 jaar en mannen 9,8 jaar langer leven dan vergelijkbare vrouwen en mannen in Amerika. De artsen die het onderzoek deden, gaven aan dat naleving van het woord van wijsheid daar in elk geval mee te maken had. Het woord van wijsheid naleven maakt ons voorspoedig in het land.5
In een gesprek dat ik tijdens een vliegreis naar een tempelinwijding met president Gordon B. Hinckley (1910–2008) had, vertelde hij opgewekt dat de kerk de financiële middelen had om meer tempels te bouwen omdat de heiligen der laatste dagen voorspoedig waren in het land. Zij hadden als getrouwe tiendebetalers de middelen verschaft om tempels te bouwen.
Voorspoed en rijkdom zijn niet noodzakelijkerwijs synoniem. Een veel betere evangeliedefinitie van voorspoedig zijn in het land is voldoende hebben voor onze behoeften terwijl we de overvloedige zegen van de Geest in ons leven hebben. Wanneer we in het onderhoud van ons gezin voorzien en de Heer liefhebben en dienen, zullen we als beloning de Geest bij ons hebben en voorspoedig zijn in het land.
De beloning van vrede
De ultieme beloofde beloning voor rechtschapenheid wordt duidelijk uiteengezet in Leer en Verbonden 59:23: ‘Maar leert dat wie de werken van gerechtigheid doet, zijn [of haar] loon ontvangen zal, ja, vrede in deze wereld en het eeuwige leven in de toekomende wereld.’
Ruim 35 jaar geleden gaf president Kimball te kennen dat de kerk vooral zou groeien door de vele ‘goede vrouwen die in groten getale tot de kerk zouden worden aangetrokken’. Hij verklaarde: ‘Dat zal gebeuren omdat de vrouwen van de kerk rechtschapen en welbespraakt door het leven gaan en omdat zij — in positieve zin — als anders gezien worden dan de vrouwen van de wereld.’6
Dat is werkelijk gebeurd en dat zal in de toekomst blijven gebeuren.
De Here God is inderdaad een zon en een schild en Hij zal genade en eer geven. Niets wat goed is zal onthouden worden aan wie in oprechtheid wandelen (zie Psalmen 84:12). Ik bid dat u de beloningen voor rechtschapenheid mag oogsten als u onze Heer en Heiland Jezus Christus trouw blijft volgen.