2015
Ik wilde niet spieken
Juli 2015


Ik wilde niet spieken

Joanna Mae Rangga, Zuid-Leyte (Filipijnen)

Afbeelding
Illustration depicting a young adult female college student taking a test.

In mijn eerste jaar aan de universiteit was ik vaak teleurgesteld in mijn klasgenoten. Velen van hen spiekten namelijk tijdens hun examens. Sommigen smokkelden hun notities het klaslokaal binnen. Sommigen sms’ten de antwoorden naar anderen. Een paar studenten keken zelfs van hun buurman af.

Diegenen die spiekten, behaalden altijd een hoger cijfer dan ik. Maar toch kwam ik niet in de verleiding om met hen mee te doen. Ik prentte me altijd in dat het beter was om een eerlijke één dan een gestolen tien te behalen.

Als ik spiekte, zou ik geen goed voorbeeld voor hen zijn. Ik zou hen dan door mijn levenswijze niet over het evangelie van Jezus Christus kunnen vertellen. Ik zou hun niet kunnen laten zien dat de kerk waar is.

Op een middag ging ik naar de kassierster van de universiteit om te vragen hoeveel schoolgeld ik nog moest betalen. Ik moest al mijn schoolgeld betalen zodat ik de daaropvolgende week mijn eindexamens kon afleggen. Onderweg vroeg ik me af waar ik het benodigde geld vandaan moest halen. Een zelfstandige studente als ik heeft het niet al te breed.

In het kantoor vroeg ik de kassierster hoeveel ik nog moest betalen.

‘Je hoeft niets meer te betalen’, zei ze.

Ik schrok en vroeg haar of ze het zeker wist of dat ze een grapje maakte.

‘Ja, ik weet het zeker en ik maak geen grapje’, zei ze. ‘De studiebegeleidster heeft een studiebeurs van een senator voor je geregeld. Je bent nu een beursstudent.’

Ik was erg blij toen ik dat hoorde. Ik bedankte haar en rende naar het kantoor van de studiebegeleidster om haar te bedanken.

‘Je hoeft mij niet te bedanken’, zei de begeleidster toen ik haar vertelde hoe dankbaar en blij ik was. ‘Ik was alleen maar een tussenpersoon.’

Toen ik wegging, moest ik aan een tekst denken die ik altijd graag met anderen deel: ‘En gezegend is hij die ten laatsten dage getrouw aan mijn naam wordt bevonden, want hij zal verhoogd worden om te wonen in het koninkrijk dat vanaf de grondlegging der wereld voor hem is bereid. En zie, Ik ben het [Jezus Christus] die het heeft gezegd’ (Ether 4:19).

Door het goede te doen, had ik mijn getrouwheid aan de geboden van mijn hemelse Vader getoond — zelfs in een situatie waarin het normaal was om oneerlijk te zijn. Ik weet dat Hij me nooit in de steek laat als ik standvastig in het geloof blijf.

Ik ben blij dat ik nu kan studeren zonder me over betalingen zorgen te maken. Dit heeft me ook aangemoedigd om het goede te blijven doen, niet omwille van de beloningen en zegeningen die ik zou ontvangen, maar omdat ik mijn hemelse Vader en zijn Zoon, Jezus Christus, mijn voorbeeld, liefheb.

Afdrukken