Ik sprak met God als met een vriend
‘Bid, Hij is daar; spreek, want Hij luistert’ (Kinderliedjes, 6).
Ik was als jongen erg verlegen en vond het moeilijk om vriendschap te sluiten. Ik bad vaak tot God over het overwinnen van mijn angsten en mijn verlegenheid. Ik bad tot Hem als een vriend. Niemand vertelde me hoe dat moest — ik had gewoon echt iemand nodig om mee te praten. Ik had geen vrienden, dus vond ik er een door met Hem te praten.
Toen maakte ik kennis met de zendelingen. Ze gaven me het Boek van Mormon en ik begon erin te lezen. Toen ik 3 Nephi 17 las, maakte de wijze waarop Jezus de kleine kinderen nam en voor hen bad veel indruk op mij. Ik wist dat dit de juiste manier van bidden was.
Ik besloot alle Schriftteksten te lezen waarin Jezus Christus bad. In Lukas 3:21 bad Jezus, nadat Johannes Hem gedoopt had, tot zijn hemelse Vader en de hemelen werden geopend. Toen ik dat las, wist ik dat ik ook zo wilde bidden dat de hemelen opengingen.
Soms ben ik moe en heb ik geen zin om te bidden. Maar dan bedenk ik hoe Jezus bad. Ik probeer eerlijk en oprecht in mijn gebed te zijn, zodat de hemelen ook voor mij geopend worden.
Soms zijn mijn gebeden kort omdat ik de juiste woorden niet kan vinden. Dan gaan er allerlei gevoelens in mij om en zeg ik: ‘U weet wat ik probeer te zeggen. Help me alstublieft.’
Soms besef ik bij het bidden voor de maaltijd dat ook in dat korte gebed de hemelen geopend kunnen worden. Ik probeer de wereld dan even te vergeten en contact met mijn hemelse Vader te maken. Op nederige wijze zeg ik dingen die uit mijn hart komen.
Wanneer ik vrede en gemoedsrust ervaar, weet ik dat de hemelen voor me open zijn.
Nadat de zendelingen ons gezin in het evangelie onderwezen hadden, lieten mijn moeder, mijn zusje en ik ons dopen. Mijn vader, mijn broertje en mijn andere zusje werden echter geen lid van de kerk. Ik wilde heel graag dat mijn vader lid van de kerk werd. Ik vastte, en ik bad elke dag dat mijn vader het evangelie zou aannemen en zich zou laten dopen.
Ik wist dat ik voor mijn vader moest bidden, maar ik wist ook dat ik op Gods antwoord moest wachten. Soms zegt Hij: ‘Nee, nog niet.’ Uiteindelijk zag mijn vader het licht en liet hij zich dopen.
Als je moeder of vader nog geen lid van de kerk is, praat dan met je vriend — je Vader in de hemel. Vraag Hem het hart van je moeder of vader te verzachten. Spreek nederig en eerlijk tot Hem, op een oprechte manier. Maar laat het dan met rust. Hij heeft de leiding. Hij weet hoe Hij te werk moet gaan. Hij kent je vader en moeder beter dan jij. Hij weet hoe Hij ze bereiken kan.
Maak je geen zorgen. Je hebt een vriend. Bid met je hart, en je hemelse Vader zal naar je luisteren. De hemelen zullen geopend worden. Hij kent je en Hij zal je zegenen.