Is hij de bisschop?
De auteur woont in Illinois (VS).
Omdat ik jaren geleden inactief was geweest, kon een lid dat mij toen kende niet geloven dat ik als bisschop geroepen was.
Tijdens een LPC-vergadering zeiden de voltijdzendelingen dat ze een lid van de wijk waren tegengekomen van wie de lidmaatschapskaart niet aanwezig was. Ik herkende de naam onmiddellijk en zei dat zij en ik jaren geleden in dezelfde wijk hadden gezeten.
Een van de zendelingen zei: ‘Ja, bisschop, dat zei ze, en ze was nogal verbaasd dat u de bisschop was.’
Ik vroeg: ‘Wat zei ze dan?’
Ze zeiden dat ze heel verbaasd leek en had gevraagd: ‘Is hij de bisschop?’
Ik moest lachen en legde uit dat deze zuster mij dertig jaar eerder als een heel andere persoon had gekend.
Toen ik daar later over nadacht, bedacht ik hoeveel mijn leven de afgelopen ruim dertig jaar dat mijn gezin en ik lid van de kerk waren, was veranderd. Ik ken veel leden in onze wijk al twintig jaar en ik ben gemeentepresident en bisschop geweest, maar geen van deze leden kende met dertig jaar geleden. Hoewel ik af en toe over mijn verleden vertel om iets over bekering en de verzoening duidelijk te maken, weten de meeste leden van de wijk niet wat een ongelooflijke verandering ik als lid van de kerk heb ondergaan.
Ons gezin kwam in 1979 met de kerk in aanraking. Ik wist meteen dat ik daar thuishoorde. We lieten ons in juni dopen, en aanvankelijk waren we allemaal actief. Maar ik ging al snel niet meer naar de kerk en verviel in mijn oude gewoonten. Ik twijfelde eigenlijk nooit echt aan de waarheid van het evangelie en de herstelling, maar ik vond dat ik geen goed lid van de kerk kon zijn.
Door mijn alcoholmisbruik vroeg mijn vrouw, die altijd actief is gebleven, in 1982 een echtscheiding aan. Mijn gezin woonde toen in de Amerikaanse staat Oklahoma, maar ik was teruggekeerd naar de staat Illinois, waar ik was opgegroeid. Ik stond op het punt om het belangrijkste in mijn leven kwijt te raken: mijn gezin.
Ik begon ’s morgens en ’s avonds geknield te bidden tot een God van wie ik niet eens wist of Hij wel bestond. En als Hij wel bestond, was Hij mij waarschijnlijk al lang vergeten. Drie maanden lang bad ik trouw. Toen ik op een ochtend aan het bidden was, voelde ik me opeens erg opgelucht en wist ik dat God bestond, dat Hij me kende en dat Hij me liefhad. Ik wist ook dat ik nooit meer een druppel alcohol zou drinken.
Die avond belde mijn vrouw me op en zei dat ze de echtscheidingspapieren ging opsturen die ik moest ondertekenen. Tijdens het gesprek zei ze plotseling: ‘Je klinkt heel anders. Ik denk niet dat je ooit meer zult drinken, en ik zal die papieren verscheuren.’ We gingen weer bij elkaar wonen, en twee jaar later werd onze derde zoon geboren.
Je zou verwachten dat ik ook weer actief in de kerk zou worden. Maar ik ben een koppig mens. Ik ging weer een tijdje naar de kerk en werd zelfs als leerkracht in het ouderlingenquorum geroepen. Maar ik voelde me al snel ongeschikt en werd weer inactief.
In 1991 verhuisden we naar een kleine gemeente. Enkele maanden voordat onze jongste zoon acht werd, vroeg mijn vrouw, die toen jeugdwerkpresidente was, aan hem door wie hij gedoopt wilde worden. Uiteraard wilde hij door zijn vader gedoopt worden. Mijn vrouw zei dat die kans erg klein was. Hij kon dat antwoord niet accepteren en ging aan de slag om zijn vader te activeren. Hij was nogal aanhoudend en al snel was ik scoutleider, en later kon ik mijn zoon dopen en bevestigen.
De acht maanden nadat ik weer actief was geworden, waren veelbewogen. We werden als gezin in de Chicagotempel (Illinois) aan elkaar verzegeld en ik werd opnieuw als leerkracht in het ouderlingenquorum geroepen. Maar deze keer gaf ik de moed niet op. Toen werd ik als raadgever van de gemeentepresident geroepen. En vijf maanden daarna werd ik geroepen als gemeentepresident. Een maand of zo na mijn roeping dacht ik: ben ik echt gemeentepresident?
Ik heb in de loop der jaren veel heiligen verteld dat als ik vooruitgang in het evangelie kan maken, iedereen dat kan. Maar we moeten de ware kracht van de Heiland en zijn verzoening goed begrijpen en ons best doen om dichter bij Hem te komen.
Ik ben mijn vrouw, mijn kinderen, getrouwe huisonderwijzers, quorumleiders, bisschoppen en andere getrouwe heiligen die zo’n geweldig voorbeeld voor me zijn geweest eeuwig dankbaar. Het is inderdaad een voorrecht geweest om de afgelopen twintig jaar de Heer en de heiligen te dienen. Ik had nooit verwacht dat ik zo gezegend kon worden.