Geestelijke stabiliteit: een onzinkbaar schip bouwen
Naar een devotional aan de Brigham Young University, 16 september 2014. Zie speeches.byu.edu voor de volledige Engelstalige tekst.
We hebben voldoende geestelijke stabiliteit nodig om door ons aardse leven heen met succes terug naar ons hemelse thuis te navigeren.
Aan het begin van de zeventiende eeuw gaf de koning van Zweden, Gustav II Adolf, opdracht tot het bouwen van een oorlogsschip dat de Vasa gedoopt zou worden. Het schip moest een overvloed aan uiteenlopende materialen bevatten, in het bijzonder het eikenhout waarmee het vaartuig gebouwd zou worden. Gustav Adolf hield nauwlettend toezicht op het constructieproces en streefde ernaar dat de Vasa aan alle verwachtingen zou voldoen.
Na aanvang van de constructie beval Gustav Adolf dat de Vasa langer moest worden. Omdat de breedtesteunen van het kostbare eikenhout al klaar waren, droeg de koning de bouwers op het schip langer te maken zonder de breedte ervan aan te passen. Hoewel de scheepsbouwers wisten dat de zeewaardigheid van de Vasa daardoor in het geding kwam, schroomden ze om de koning te vertellen wat hij vast niet wilde horen. Ze gingen akkoord. Gustav Adolf stond er ook op dat zijn schip niet gewoon het gebruikelijke enkeldeks geschut kreeg, maar kanonnen op drie dekken, met de zwaarste kanonnen op het bovendek. Tegen beter weten in, gingen de scheepsbouwers wederom akkoord.
Op 10 augustus 1628 voer de Vasa voor het eerst uit. Nadat de Vasa de haven verlaten had, joeg een sterke wind in de zeilen en begon het schip te kantelen. Binnen de kortste keren ‘kapseisde het en gutste het water door de geschutpoorten naar binnen tot het schip langzaam naar de bodem zonk, tot aan de mast en vlag toe’.1 De eerste tocht van de Vasa kwam niet verder dan zo’n 1300 meter.
Gustav Adolfs zucht naar een extravagant statussymbool bedierf het ontwerp van wat anders een magistraal zeeschip geweest zou zijn, het machtigste oorlogsschip in die tijd. De terughoudendheid van de scheepsbouwers om hun mond te roeren — hun angst voor het ongenoegen van de koning — ontnam de vorst hun kennis en inzicht. Alle betrokkenen verloren het zicht op de doeleinden van de onderneming: Zweden beschermen en de belangen buiten het land bevorderen. Een schip dat een loopje met de natuurwetten wil nemen, is simpelweg een boot die niet blijft drijven.
We hebben voldoende geestelijke stabiliteit nodig om in ons aardse leven door zijwinden en dwarsstromen heen met succes terug naar ons hemelse thuis te navigeren. We kunnen een aantal dingen doen om onze geestelijke stabiliteit te vergroten. Ik zal er vier noemen.
Gods geboden gehoorzamen
Ten eerste: Gods geboden gehoorzamen. Net zoals de Vasa aan natuurwetten gebonden was, zijn wij allemaal aan geestelijke wetten gebonden. Niemand is ervan vrijgesteld. We moeten deze geestelijke wetten, die we Gods geboden noemen, gehoorzamen.
Rekening houden met natuurwetten bij de bouw van het schip was in Gustav Adolfs ogen wellicht een beperkende factor, maar de Vasa zou niet voortijdig gezonken zijn als die wetten in acht genomen waren. Het schip zou juist de vrijheid en flexibiliteit gehad hebben om zijn taak te volbrengen.
Zo behouden we door gehoorzaamheid aan Gods wetten ook onze vrijheid, flexibiliteit en mogelijkheid om ons potentieel te verwezenlijken. De geboden zijn niet bedoeld om ons te belemmeren. Gehoorzaamheid leidt juist tot meer geestelijke stabiliteit en duurzaam geluk.
Gehoorzaamheid is onze keuze. Jezus gaf aan: ‘Zie, Ik heb u de geboden gegeven; welnu, onderhoudt mijn geboden’ (3 Nephi 15:10). Zo eenvoudig is het. Ga ervoor. Besluit nu om volkomen gehoorzaam te zijn. Niets zal onze geestelijke stabiliteit meer vergroten. Niets zal ons meer vrijheid geven om onze levenstaak te vervullen.
Raad opvolgen en ons leven lang blijven leren
Ten tweede: we moeten op raad van betrouwbare bronnen letten en er gehoor aan geven en ons vast voornemen ons leven lang te blijven leren.
Een van de valkuilen van kennis verwerven is dat we arrogant kunnen gaan denken dat we al zoveel weten dat er niets meer te leren valt. We hebben dat allemaal wel gezien bij mensen die te zeker van hun eigen genialiteit zijn. Het is echt moeilijk om een betweter iets te leren.
President Henry B. Eyring, eerste raadgever in het Eerste Presidium, heeft met het oog daarop, en met het verlangen om zijn leven lang te blijven leren, gezegd: ‘Ik ben nog steeds een kind dat veel te leren heeft. De meeste mensen kunnen me wel iets leren.’2 Toen president Eyring me als algemeen autoriteit riep, leerde hij me een belangrijke les. Hij zei dat hij zich bij een verhaal dat hij al eerder van iemand gehoord heeft of een Schrifttekst waar hij al heel bekend mee is, afvraagt: waarom onderstreept de Heer dat voor mij? En: wat kan ik nog uit dat verhaal of die Schrifttekst leren? Willen we onze geestelijke stabiliteit vergroten, dan zijn we ongeacht onze leeftijd en ervaring bereid om te leren en nederig genoeg om leiding te aanvaarden.
Die keuze is echt aan ons. We kunnen luisteren naar en gehoor geven aan de raad van onze kerkleiders, in het bijzonder van hen die we als profeet, ziener en openbaarder steunen; van ouders en van vertrouwde vrienden — of niet. We kunnen ons leven lang blijven leren — of niet. We kunnen onze geestelijke stabiliteit vergroten — of niet. Vergroten we onze geestelijke stabiliteit niet, dan worden we als de Vasa: een boot die niet blijft drijven.
Anderen dienen
Ten derde: naar buiten gericht zijn, om anderen geven en anderen dienen, vergroten onze geestelijke stabiliteit.
De eeuwigheid blijft duidelijker in zicht als we ons op anderen richten en de kinderen van onze hemelse Vader de helpende hand reiken. Ik heb gemerkt dat ik veel eerder inspiratie krijg wanneer ik erover bid hoe ik anderen kan helpen dan wanneer ik enkel voor mezelf bid.
We denken misschien dat we ergens in de toekomst beter in staat zullen zijn om hulp te bieden. In werkelijkheid is nu het juiste moment. We hebben het mis als we denken dat het ons beter uitkomt zodra we meer tijd, meer geld of meer wat dan ook hebben om anderen te dienen. In alle omstandigheden hebben we een keuze. Helpen we een ander of niet? We zakken voor een belangrijke toets van het leven als we er niet voor kiezen om behoeftigen hulp te bieden. Doen we dat wel, dan vergroten we onze eigen geestelijke stabiliteit.
Jezus Christus tot ons fundament maken
Ten vierde en tot slot het belangrijkste: onze geestelijke stabiliteit neemt evenredig toe naar de mate waarin we Jezus Christus tot ons fundament maken.
Zonder Christus worden we als een vaartuig op de golven heen en weer geslingerd. We zijn dan machteloos omdat we geen koers kunnen zetten. We hebben dan geen stabiliteit, vooral niet in tijden van storm, omdat we geen anker hebben. We hebben dan geen richting of doel omdat we stuurloos zijn. We moeten Christus tot ons fundament maken.
Om de zijwinden en dwarsstromen van het leven aan te kunnen en erop voorbereid te zijn, moeten we Gods geboden gehoorzamen; nederig, bereidwillig en vastbesloten ons leven lang blijven leren; anderen dienen; en Jezus Christus tot het fundament van ons leven maken. Doen we dat, dan neemt onze geestelijke stabiliteit toe. We zullen dan, in tegenstelling tot de Vasa, onze bestemming bereiken en naar de veilige haven kunnen terugkeren.