Onder heiligen der laatste dagen
Ga haar helpen
Thomas Robbins, Californië (VS)
Ik stond in de rij bij het tankstation. Voor me stond een moeder met twee kleine kinderen. Ze wilde voor drie dollar tanken en twee ijsjes kopen.
Ik kon zien dat ze erg arm waren. De kinderen waren blootsvoets en droegen versleten kleding.
Ik hoorde dat de vrouw een grote hoeveelheid muntjes op de balie legde om te betalen.
Toen ik voor mijn benzine had betaald, liep ik naar buiten en wierp een blik op de auto van de moeder. Het was een oude auto die vrij veel benzine verbruikte.
Ik voelde mee met die moeder en haar twee kinderen. Maar ik startte mijn motorfiets en reed weg.
Binnen een minuut hoorde ik een stem: ‘Ga haar helpen.’ Ik kreeg die influistering twee keer.
Ik schudde mijn hoofd en redeneerde dat ze al lang weg zou zijn. En wat zou ik tegen haar moeten zeggen?
Ik hoorde de stem duidelijk voor de derde keer: ‘Ga haar helpen!’
Ik reed terug naar het tankstation en probeerde te bedenken wat ik zou zeggen als ze daar nog was.
Bij het tankstation zag ik dat haar autoportieren openstonden. Zij zat achter het stuur en haar kleine kinderen zaten achterin hun ijsje te eten.
Ik deed een schietgebedje en vroeg onze hemelse Vader wat ik moest zeggen. Dezelfde stem zei: ‘Stel jezelf voor en vraag of ze hulp nodig heeft.’ Ik liep naar haar auto toe en stelde mezelf voor. Ik zei tegen haar dat ik het gevoel had dat ik haar moest vragen of ze hulp nodig had.
Ze begon te huilen en zei: ‘Ik heb net tot Jezus gebeden en Hem gevraagd of Hij iemand kon sturen om me te helpen.’
Onze hemelse Vader had haar gebed verhoord. Ik betaalde om haar tank te vullen en gaf haar het telefoonnummer van de president van ons ouderlingenquorum die op zoek was naar personeel. Ik weet niet hoe het met die jonge moeder is afgelopen, maar ik ben dankbaar dat ik gehoor heb gegeven aan de influistering om haar te helpen.