Ervoor kiezen om te leven: zelfmoordgedachten overwinnen
Het Licht der wereld heeft me door de duisternis van mijn winterdepressie geholpen.
Mijn strijd met zelfmoordgedachten begon toen ik naar een koude stad in IJsland verhuisde, waar het gebrek aan zonlicht in de winter een ernstige winterdepressie veroorzaakte. Toen het lijden ondraaglijk werd, overwoog ik zelfmoord.
Het eerste jaar wilde ik niet toegeven dat ik depressief was. Ik was bang om met iemand over mijn gedachten te praten, zelfs met mijn eigen man. Niemand in mijn familie of in de kerk wist dat ik aan een levensbedreigende ziekte leed. Ze beschouwden me als een actief kerklid met een sterk getuigenis, zonder ernstige problemen. Ik bad vaak om verlichting en mijn hemelse Vader gaf me kracht. Ik lette beter op mijn voeding, deed meer aan lichaamsbeweging, verdiepte me in de Schriften, hielp anderen en onderhield alle geboden. Maar dat was niet voldoende.
De depressie kwam als een vloedgolf op me af. Daarom liep ik harder en bad ik meer. Maar ik kon die golf niet altijd ontlopen. Ik zwom tegen de stroom in en bad dat ik het zou overleven totdat mijn kinderen uit school kwamen. Sommige dagen leefde ik van minuut tot minuut, met de wilskracht om mijn gedachten en bepaalde neigingen te overwinnen.
Ik weet nog dat ik intense geestelijke pijn had toen ik voor het eerst bijna zelfmoord pleegde. Ik maakte geen plannen — ik verloor tijdelijk het vermogen om logisch te denken. Daarna besefte ik hoe dicht ik bij de dood was geweest. Ik vroeg me af wat me mankeerde. Ik hield mezelf voor dat ik geen zelfmoordgedachten mocht hebben, en ik deed alsof ze er nooit waren geweest. Ik overtuigde mezelf dat ik die gedachten nooit meer zou hebben.
Maar op onverwachte momenten bleven de zelfmoordgedachten terugkomen. De verleiding om een eind aan mijn ondraaglijke lijden te maken, was uitermate groot. Maar ik wilde genezen. Hoewel ik op dat moment niet begreep dat ik aan een acute ziekte leed (een ernstige, plotselinge ziekte), wist ik dat ik genezen kon. Dus vroeg ik om een zalving.
Mijn man, die niets van mijn problemen afwist, zei in de zegen veel dingen waaruit bleek dat mijn hemelse Vader op de hoogte was. Hij beloofde me dat ik mijn problemen aan zou kunnen. Onmiddellijke genezing was niet de oplossing, maar ik accepteerde de belofte dat mijn hemelse Vader me zou helpen.
De zomer brak aan, met veel zon en lange dagen. Het werd nooit donker, zelfs niet om middernacht. Ik was blij en voelde me een stuk beter. Maar toen de dagen in september snel korter werden, kwam mijn depressie terug en kreeg ik weer zelfmoordgedachten. Ik was erg bang. Eerst probeerde ik weer wat ik het voorgaande jaar had gedaan: meer bidden, meer lichaamsbeweging en in alles beter mijn best doen. Maar de zelfmoordgedachten werden steeds sterker. Ik worstelde er twee maanden lang mee en besefte uiteindelijk dat ik zelf niet in staat was om nog een winter te overleven. Ik besefte dat onze hemelse Vader ons met moderne geneeskunde en artsen heeft gezegend. Om te herstellen, moest ik bereid zijn om over mijn depressie te praten en naar een arts te gaan.
Om hulp vragen was het moeilijkste wat ik ooit gedaan had. Ik kon nauwelijks uit mijn woorden komen toen ik mijn man over mijn depressie vertelde en zei dat ik hulp nodig had. Ik kon het woord zelfmoord niet uitspreken. Mijn man maakte een afspraak met een psychiater.
Mijn arts gaf me een recept waarmee ik de winter zou kunnen overleven. Net als veel andere mensen vond ik het moeilijk om de juiste dosering te vinden en aan de bijwerkingen te wennen. Daardoor kwam er nogal wat spanning in ons huwelijk en gezin. Maar mijn man en kinderen gaven me de nodige steun.
Toen het voorjaar aanbrak, verdween mijn depressie weer en had ik geen medicijnen meer nodig. We verhuisden naar een zonnige stad. Ik dacht dat alles nu in orde was en dat ik mijn psychische problemen achter me had gelaten. Maar ik was niet helemaal genezen. Ik kreeg schuldgevoelens vanwege mijn eerdere gedachten, gevoelens en neigingen. Ik vond het vervelend dat mijn tieners te weten waren gekomen dat ik zelfmoordneigingen had gehad. Ik had het gevoel dat ik een heel jaar van mijn leven had verspild.
En ik werd bang — vooral toen de dagen in september weer korter werden. Ik had dagelijks intense flashbacks en ik was bang dat de depressie weer zou toeslaan. Maar ik erkende ook de hand van de Heer toen ik naar een geweldige arts werd geleid en met therapie begon. Ik kwam erachter dat ik ook posttraumatische stressstoornis (PTSS) had. Met de hulp van mijn arts overwon ik de PTSS.
En toen gebeurde er een wonder. Toen ik veel bad en de verzoening van de Heiland probeerde toe te passen, nam de Heer mijn schuldgevoelens weg — snel, duidelijk en voelbaar. Hij maakte me duidelijk dat ik geen schuldgevoelens hoefde te hebben omdat mijn depressie niet mijn schuld was. Door de kracht van zijn verzoening draagt Jezus Christus die last voor mij. Ik voelde me verlicht en kreeg weer hoop.
Ik weet niet precies waarom ik die levensbedreigende ziekte had gekregen. Hoewel ik nog wel alle herinneringen heb, is de geestelijke en lichamelijke pijn verdwenen. Ik ben elke dag dankbaar voor mijn gezin, mijn arts en mijn leven hier op aarde. Door mijn ziekte heb ik medeleven en liefde voor anderen ontwikkeld. Ik ben emotioneel en geestelijk gegroeid, en ik heb geleerd wat ik anders nooit geleerd zou hebben. Maar ik word vooral aan de liefde van mijn hemelse Vader en mijn Heiland herinnerd. Door mijn ervaringen ben ik aangemoedigd om van het leven te genieten.