Huisbezoekboodschap
Ouderschap is een heilige plicht
Bestudeer dit materiaal onder gebed en laat u inspireren zodat u weet wat u het beste kunt bespreken. Hoe zal uw begrip van ‘Het gezin: een proclamatie aan de wereld’ uw geloof in God vergroten? Hoe is het hen over wie u door huisbezoek waakt tot zegen? Ga voor meer informatie naar reliefsociety.lds.org.
Onze hemelse Vader heeft het gezin ingesteld, zodat we in een liefdevolle sfeer de juiste beginselen kunnen leren. President Thomas S. Monson heeft gezegd: ‘Geef uw kinderen een compliment en een knuffel; zeg vaker: “Ik hou van je”; spreek altijd uw dankbaarheid uit. Laat een op te lossen probleem nooit belangrijker worden dan een persoon die liefde nodig heeft.’1
Susan W. Tanner, voormalig algemeen jongevrouwenpresidente, heeft gezegd: ‘Onze Vader in de hemel is het voorbeeld dat we moeten volgen. Hij houdt van ons, onderwijst ons, heeft geduld, en vertrouwt ons onze keuzevrijheid toe. […] Soms wordt discipline, wat onderwijzen inhoudt, verward met kritiek. Het gedrag van kinderen — en van mensen van alle leeftijden — verbetert eerder door liefde en bemoediging dan door op hun fouten te hameren.’2
Ouderling Quentin L. Cook van het Quorum der Twaalf Apostelen heeft gezegd: ‘Als we getrouw zijn in gezinsgebed, Schriftstudie, gezinsavond, priesterschapszegens en sabbatheiliging, zullen onze kinderen […] voorbereid zijn op een eeuwig thuis in de hemel, ongeacht wat hun in deze moeilijke wereld zal overkomen.’3
Aanvullende Schriftteksten
1 Nephi 8:37; 3 Nephi 22:13; Leer en Verbonden 93:40; 121:41
Uit het leven gegrepen
‘Ik was eens de krant aan het lezen toen een van mijn kleinzoontjes bij me kwam zitten’, vertelde ouderling Robert D. Hales van het Quorum der Twaalf Apostelen. ‘Onder het lezen genoot ik van zijn heerlijke gekwebbel op de achtergrond. Ik was dan ook behoorlijk verrast toen hij zich even later tussen mij en de krant in wurmde. Hij hield mijn hoofd met beide handen vast, drukte zijn neus tegen de mijne en vroeg: “Opa! Bent u er wel?”
‘[…] Er zijn betekent weten wat er in het hart van onze jeugd leeft en contact met ze hebben. En contact met ze hebben betekent niet alleen met ze praten, maar ook dingen met ze doen. […]
We moeten leermomenten plannen en gebruiken. […]
‘Hoe langer ik leef, hoe meer ik inzie dat de leermomenten in mijn jeugd, vooral die met mijn ouders, mijn leven hebben beïnvloed en me hebben gevormd tot wie ik ben.’4