2018
Voor altijd broers
March 2018


Voor altijd broers

De auteur woont in Iowa (VS).

‘Het is toch o zo fijn om bij elkaar te zijn, en de Heer laat zien hoe ik dat kan’ (Kinderliedjes, nr. 98).

always brothers

Seth zat geen moment stil op de achterbank en zong een gek liedje. ‘Wees een beetje rustig, Seth’, zei papa. ‘Ik moet op de weg letten.’

‘Ik kan niet rustig zijn’, zei Seth. ‘Het is zo gaaf!’

Papa glimlachte. ‘Ik ben blij dat je je nieuwe broertje graag wilt zien.’

Toen ze in het ziekenhuis waren, rende Seth naar de kamer van zijn moeder. Hij wist waar het was omdat zijn moeder al vijf dagen in het ziekenhuis lag. Ze moest in het ziekenhuis blijven omdat baby Caleb erg ziek was. En mama was ook een beetje ziek. Seth had wel duizend keer gevraagd of hij Caleb mocht zien. Maar mama had steeds ‘Nog niet’ gezegd. De dokters zouden beslissen wanneer Caleb sterk genoeg was om bezoek te krijgen.

Vandaag had de dokter gebeld. Vandaag was de dag!

Toen Seth in de kamer van zijn moeder kwam, had ze Caleb al in haar armen. Seth rende naar haar toe om zijn nieuwe broertje te zien. Caleb was zo klein. Hij zag er veel kleiner uit dan zijn pasgeboren neefjes en nichtjes. En zijn neus en oren zagen er heel anders uit. Hij leek wel op een kleine elf!

‘Hallo, lieverd’, zei mama. ‘Je moet eerst even je handen wassen. Dan mag je de baby vasthouden.’

Seth waste zijn handen met speciale zeep. Hij klom op het ziekenhuisbed naast zijn moeder. Ze gaf hem de baby. Papa hielp Seth om zijn handen op de juiste plek te houden.

Seth keek naar Caleb. ‘Hallo, Caleb’, zei hij. ‘Ik ben je broer, Seth. Je komt in mijn kamer slapen, en dan kan ik je al mijn speelgoed laten zien. En we kunnen samen in het park spelen.’

Baby Caled keek naar Seth. Seth vond het de beste baby op de wereld.

Toen Seths armen moe werden, was het papa’s beurt om Caleb vast te houden. Mama hield een van Seths handen beet en keek hem aan.

‘Seth,’ zei ze. ‘Weet je nog dat ze je in het jeugdwerk over het heilsplan hebben verteld?’

Seth knikte. Dat was een leuke dag. Zuster Lopez had een maan, een ster en een grote planeet aarde op stokjes laten zien. Seth mocht toen de zon vasthouden.

‘Weet je nog dat we eerst in de hemel woonden voordat we op aarde kwamen? En dat we weer naar de hemel zullen gaan als we sterven?’

Seth knikte weer.

‘Baby Caleb is erg ziek. En de dokter zegt dat hij niet lang zal leven. Hij gaat binnenkort dood en terug naar de hemel.’

Seth keek zijn moeder aan. Hij keek naar baby Caleb in de armen van zijn vader. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Zijn keel zat helemaal dicht. ‘Maar ik hou van hem. Ik wil dat hij hier blijft, op mijn kamer slaapt en met me speelt. Wil hij niet bij ons blijven?’

Mama sloeg haar arm om Seth heen. ‘Natuurlijk wil hij bij ons blijven. Hij hoort bij ons gezin. Maar we zullen later weer bij elkaar zijn.’

‘Echt waar?’

Mama knikte. ‘Papa en ik zijn in de tempel getrouwd. Daar is ons beloofd dat ons gezin eeuwig is. Jij en Caleb zullen altijd onze kinderen zijn.’

‘En daarom zal baby Caleb altijd jouw broer zijn’, legde papa uit. ‘En je ziet hem later in de hemel weer terug.’

Seth was verdrietig. Hij was ook een beetje boos. Maar toen hij aan baby Caleb in de hemel dacht, moest hij ook een beetje glimlachen. Hij stak zijn hand uit en aaide het zachte haar van baby Caleb. ‘Zullen we broers in de hemel zijn? Dat is gaaf!’

Mama gaf Seth een kus op de wang. ‘Dat is gaaf!’