2018
Gods woord aan zijn kinderen
March 2018


Boodschap van het Eerste Presidium

Gods woord aan zijn kinderen

taking notes during general conference

In de Schriften staat dat God na de schepping van man en vrouw allereerst tot hen sprak.1 Hij moest ze essentiële informatie en waardevolle instructies geven. Het was niet zijn bedoeling om ze te belasten of bezorgd te maken, maar om ze naar geluk en eeuwige heerlijkheid te leiden.

En dat was nog maar het begin. Vanaf die dag heeft God met zijn kinderen gecommuniceerd. Zijn woorden zijn door discipelen in elke generatie bewaard, gekoesterd en bestudeerd. Die woorden worden gerespecteerd door hen die Gods wil willen vernemen, en zij getuigen van deze waarheid: ‘De Heere Heere doet niets tenzij Hij Zijn geheimenis heeft geopenbaard aan Zijn dienaren, de profeten.’2

Dat is het patroon al sinds het begin, en dat patroon is er nog steeds. Het is niet zomaar een aardig verhaal uit de Bijbel, het is de manier die God heeft ingesteld om essentiële boodschappen aan zijn kinderen over te brengen. Hij roept mensen uit ons midden als profeet, en geeft ze de woorden in die ze moeten spreken. En ons wordt gevraagd om die te ‘aanvaarden, alsof uit [zijn] eigen mond’.3 Zoals Jezus heeft gezegd: ‘Hetzij door mijn eigen stem, hetzij door de stem van mijn dienstknechten, dat is hetzelfde.’4

Dit is een van de heerlijkste, bemoedigendste en hoopvolste boodschappen van de herstelling: God zwijgt niet! Hij heeft zijn kinderen lief. Hij laat ons niet in het duister tasten.

Twee keer per jaar, in april en oktober, hebben we in onze geweldige algemene conferenties de gelegenheid om door zijn dienstknechten de stem van de Heer te horen.

Ik geef u mijn persoonlijk getuigenis dat een spreker ruim voordat hij die lange weg naar het podium onderneemt, heel veel moeite, gebed en studie in zijn spreekbeurt heeft gestoken. Elke conferentieboodschap staat voor talloze uren voorbereiding en hartgrondige smeekbeden om te begrijpen wat de Heer wil dat zijn heiligen horen.

Wat zou er kunnen gebeuren als wij onszelf als luisteraars net zo goed voorbereidden als de sprekers? Hoe anders zou onze benadering van de conferentie kunnen zijn als we de conferentie als een gelegenheid zagen om boodschappen van de Heer zelf te ontvangen? We mogen verwachten dat we door de woorden en de muziek van de algemene conferentie speciaal op ons toegespitste antwoorden krijgen op de vragen of problemen waar we mee zitten.

Als u zich ooit afvraagt of uw hemelse Vader werkelijk tot u zal spreken, dan herinner ik u aan de eenvoudige maar diepzinnige woorden die onze jeugdwerkkinderen zingen: ‘[U bent] een kind van God, door Hem op aard’ gebracht.’ Het is zijn doel om ertoe bij te dragen dat u ‘tot Hem wederkeer[t]’.

Als u uw hemelse Vader als zijn kind benadert, kunt u Hem met oprecht hart vragen: ‘Leid mij, help mij, blijf dicht bij mij vraag ik [U] steeds weer, leer mij al wat ik moet doen.’ Hij zal door zijn Heilige Geest tot u spreken, en dan is het aan u om ‘zijn wil te doen’. Ik beloof u dat dan ‘zaligheid [uw] deel’ wordt.5

We hebben de leiding van de Heer in deze tijd net zo hard nodig als ooit tevoren in de wereldgeschiedenis. Als wij ons voorbereiden om het woord van de Heer te horen, mogen wij er dan ijverig naar streven om de Geest van de waarheid te ontvangen, zodat wanneer de Heer bij monde van zijn dienstknechten spreekt, wij het begrijpen, opgebouwd worden en we ons tezamen verblijden.6

Ik getuig dat als we ‘die dingen […] doen, de poorten van de hel [ons] niet [zullen] overweldigen; ja, en de Here God zal de machten van duisternis voor [ons] uit verjagen, en de hemelen doen schudden voor [ons] welzijn en de heerlijkheid van zijn naam.’7