Dit geloven wij
De reden voor onze hoop
Onze hemelse Vader heeft een eeuwig plan zodat u bij Hem terug kunt keren. Zijn Zoon, Jezus Christus, is en blijft bij elke stap aan uw zijde.
Het leven voor de geboorte
Onze hemelse Vader stelde zijn plan in het voorsterfelijke leven aan al zijn geestkinderen voor. Dat plan zou ons in staat stellen om zoals Hij te worden. Er was een Heiland nodig die de lichamelijke en geestelijke dood voor ons zou overwinnen. Jezus Christus bood Zich als onze Heiland aan en wilde dat onze hemelse Vader alle heerlijkheid kreeg (zie Mozes 4:1–2).
De schepping
Jezus Christus heeft op aanwijzing van zijn Vader een prachtige wereld voor ons geschapen (zie Kolossenzen 1:15–16; 3 Nephi 9:15). ‘De onmetelijke uitgestrektheid van de eeuwigheid, de heerlijkheden en mysteriën van oneindige ruimte en tijd zijn geschapen voor het welzijn van gewone mensen zoals u en ik.’ (Dieter F. Uchtdorf, ‘U bent belangrijk in zijn ogen’, Liahona, november 2011, 20.)
Het leven op aarde
We zijn op aarde niet meer in Gods tegenwoordigheid, maar het evangelie van Jezus Christus kan ons tot leiding zijn. Hoewel we soms zonden begaan, kan de Heiland ons genezen en vergeven als we ons bekeren. Hij leed ‘meer dan de mens verdragen kan’ (Mosiah 3:7), zodat wij onze zonden kunnen overwinnen zonder erdoor veroordeeld te worden! (Zie Mosiah 4:2; Alma 42:14–15.)
Het leven na de dood
Als we sterven, worden onze geest en ons lichaam van elkaar gescheiden. We wachten in de geestenwereld op de opstanding. Jezus Christus heeft door zijn opstanding de dood voor iedereen overwonnen. Daardoor kunnen wij bij getrouwheid met onze familieleden en onze hemelse Vader herenigd worden. ‘De geest en het lichaam zullen opnieuw worden verenigd in hun volmaakte gedaante’ (Alma 11:43) en voor altijd voortleven. (Zie 1 Korinthe 15:22; 2 Nephi 9:4–13.)
De dag des oordeels
Jezus Christus zal onze rechter zijn. Hij is onze Voorspraak bij onze hemelse Vader en zal een volmaakt, liefdevol, barmhartig en rechtvaardig oordeel vellen. Hij zal ons niet slechts oordelen naar wat we gedaan, gezegd en gedacht hebben, maar ook naar wie we geworden zijn – in hoeverre we zoals Hij geworden zijn. (Zie 2 Nephi 9:15; Mosiah 4:30; LV 45:3–5.)
Het eeuwige leven
Wie tot Christus komt en alle noodzakelijke verordeningen, zoals de doop en de tempelverordeningen, ontvangt en de geboden onderhoudt, beërft het eeuwige leven in Gods tegenwoordigheid. We ontvangen die zegening ‘door de verdiensten en de barmhartigheid en de genade van de heilige Messias’ (2 Nephi 2:8; zie ook Mosiah 15:23).