2018
Een reis door de oude tabernakel
March 2018


Een reis door de oude tabernakel

Net zoals in de huidige tempels kunnen we van de symboliek in de tabernakel veel leren over onze reis terug naar de tegenwoordigheid van God.

Duizenden jaren zijn tempels de plek geweest waar God van priesterschapsverordeningen en heilige verbonden gebruikmaakt om zijn kinderen in eeuwige waarheden uit zijn heilsplan te onderwijzen.

Tijdens hun reis door de wildernis werd het volk van Israël opgedragen een tabernakel te bouwen, opdat God ‘in hun midden [zou] wonen’ (Exodus 29:46). ‘Tabernakel betekent letterlijk “plaats van wonen” en de tabernakel werd zo genoemd, omdat men geloofde dat God Zich letterlijk in deze heilige verblijfplaats bevond. Als Israël haar tenten opsloeg, werd de tabernakel precies in het midden van het kamp opgezet (als symbool dat de mensen God tot het middelpunt van hun leven moesten maken.’1

Lees over de volgende onderdelen van de tabernakel en bedenk wat wij ervan kunnen leren over onze terugkeer naar de tegenwoordigheid van God.

Afbeelding
tabernacle

ILLUSTRATIES STEVE CREITZ/DOOR GOODSALT.COM IN LICENTIE GEGEVEN

De tabernakel zelf: de tabernakel bestond uit drie ruimten. Men moest van de ene naar de andere ruimte gaan om in de nabijheid van God te komen: de voorhof, het heilige en het heilige der heiligen (zie Exodus 25–30).

Afbeelding
altar

Het altaar: in de wet van Mozes stond welke offers hier geofferd moesten worden als een voorafschaduwing van de Heiland en zijn ‘groot en laatste offer’ (zie Alma 34:10). Offerande kan ook onze bekering voorstellen: onze zonden opgeven en een gebroken hart en een verslagen geest aanbieden (zie 3 Nephi 19–20; Gids bij de Schriften, ‘Offer, offerande, offeren’).

Afbeelding
laver of water

Het wasvat: de priesters wasten hun handen en voeten met het water uit het koperen wasvat voordat ze het heilige ingingen (zie Exodus 30:19–21). Dit herinnert ons aan de noodzaak om rein te zijn als we ons voorbereiden op onze terugkeer in de tegenwoordigheid van de Heer (zie 3 Nephi 27:19–20).

Afbeelding
table of shewbread

De kandelaar: de zeven lampen brandden op zuivere olijfolie en verlichtten het heilige (zie Leviticus 24:2–4). Dit wijst ons op het licht van Christus en de Heilige Geest, de bronnen van geestelijk licht.

Afbeelding
candlestick

De tafel met de toonbroden: er werden twaalf ongezuurde broden op de tafel van de toonbroden gelegd. Het Hebreeuwse woord voor toonbrood betekent ‘brood van de tegenwoordigheid’ (zie Exodus 25:30). De broden werden elke sabbat als ‘een eeuwig verbond’ in het heilige gegeten (zie Leviticus 24:5–9).

Afbeelding
altar of incense

Het reukofferaltaar: de priesters brandden iedere ochtend en avond wierook op een altaar dat voor de voorhang stond. De opstijgende rook kan de gebeden voorstellen die naar de hemel opstijgen (zie Openbaring 5:8).

Afbeelding
veil

Op de Grote Verzoendag betrad de hogepriester het heilige der heiligen door een voorhang. Op die voorhang waren cherubim, oftewel engelen, geborduurd (zie Exodus 26:31–33; Leer en Verbonden 132:19). De voorhang doet ons eraan denken dat we nu door een sluier van Gods tegenwoordigheid gescheiden zijn en dat de grote hogepriester, Jezus Christus, de voorhang voor ons open kan doen.

Afbeelding
holy of holies

Het heilige der heiligen: De hogepriester betrad dit heiligste deel van de tabernakel eenmaal per jaar op de Grote Verzoendag. Het heilige der heiligen stelde de tegenwoordigheid van God voor. Daar stond de ark van het verbond. Het deksel ervan werd het verzoendeksel genoemd. ‘[Ik] zal u daar ontmoeten’, zei de Heer tegen Mozes, ‘en [Ik] zal met u spreken’ (Exodus 25:22; zie ook Exodus 29:43; 30:36).2

Noten

  1. Het leven en de leringen van Jezus en zijn apostelen (1979), 390.

  2. In zijn brief aan de Hebreeën (hoofdstuk 8–10), verwijst Paulus naar de tabernakel om duidelijk te maken hoe de hogepriester, Jezus Christus, ‘voor eens en altijd door zijn eigen bloed [is] binnengegaan in het heiligdom, en daardoor een eeuwige verlossing [heeft] teweeggebracht’ (9:12). Door die verlossing zijn wij nu ook in staat ‘om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus’ (10:19).

Afdrukken