Volg de profeet
Ouderling Claudio R. M. Costa
van de Zeventig
Alle zegeningen die ik heb ontvangen, vinden hun oorsprong in mijn getuigenis van hedendaagse profeten.
Illustraties David Malan
Ik heb me in juni 1977 laten dopen. Ik was toen 28 jaar oud. Ik heb het evangelie aanvaard doordat ik geloof ontwikkelde in en kennis kreeg van hedendaagse profeten.
Toen ik twaalf was, kwamen we als gezin – mijn ouders, broer en twee zussen – met de zendelingen in aanraking. Zij spraken over het gezin. Ze vertelden dat kerkleden een gezinsavond houden en legden uit wat dat betekent.
Mijn vader zei: ‘Bedankt voor uw komst, maar we zijn niet geïnteresseerd.’ Ik was verdrietig, maar hij legde uit: ‘Weet je, wij hebben zeven gezinsavonden per week, en zij zeiden dat we er maar één moeten houden. Zij hebben ons niets bij te brengen.’
Vijf jaar later, toen ik zeventien was, vond ik werk in een andere stad. Ik woonde daar op mezelf. Terwijl ik van huis was, kwamen er weer zendelingen bij mijn ouders aan de deur. Deze keer luisterden mijn ouders en het gezin liet zich dopen. Toen mijn ouders dat aan mij vertelden, zei ik: ‘Ik heb momenteel geen interesse in godsdienst.’
Er ging vijf jaar voorbij. Toen trok ik weer bij mijn ouders in omdat ik een andere baan had aanvaard. Mijn vader was wijkzendingsleider, en de zendelingen kwamen elke dag even langs om verslag uit te brengen en hun plannen te bespreken. Op een dag vroegen ze hem: ‘Wie is die jongeman?’
Hij zei: ‘Dat is mijn oudste zoon.’
‘Is hij lid van de kerk?’
‘Nee.’
‘Dan moeten we met hem praten.’
Maar ik zei: ‘Ik heb geen interesse.’
Meer over Joseph Smith te weten komen
Op een dag zei mijn vader dat de zendelingen bij ons thuis een vrouw les zouden geven. Ze begonnen rond vijf uur met hun les. En ze wisten dat ik vlakbij in de keuken een boterham klaarmaakte voordat ik naar mijn vrienden zou gaan. Ze spraken over een jonge profeet – Joseph Smith – en het eerste visioen. En ik bleef in de keuken luisteren.
Toen ik uiteindelijk wegging, begon de Geest grip op mijn hart te krijgen en kwamen er vragen in me op: Waarom doe je niet wat de zusters deze vrouw adviseerden? Waarom bestudeer je de geschiedenis van Joseph Smith niet, en waarom vraag je de Heer niet of hij een profeet was? Maar ik zei tegen mezelf: Ik ben gelukkig. Ik ben met goede dingen bezig. Ik heb er geen behoefte aan. Maar de Geest bleef op me inwerken, en die avond besloot ik om niet naar mijn vrienden te gaan. Ik ging terug naar huis.
Ik vroeg aan mijn moeder: ‘Waar kan ik de geschiedenis van Joseph Smith vinden?’ Ze gaf me haar Schriften en liet me De Geschiedenis van Joseph Smith zien. Ik begon te lezen en te bidden. Ik las de eerste alinea, dacht erover na en vroeg onze hemelse Vader of het de waarheid was. Dat deed ik met elke alinea totdat ik het hele verhaal had gelezen. Ik verlangde met heel mijn hart naar de waarheid. Ik las en bad de hele nacht, tot tien voor half tien in de ochtend.
De Heer openbaarde mij dat Joseph Smith een profeet was. Ik had een heilige ervaring. Toen ik had gebeden, beloofde ik dat ik contact met de zendelingen zou opnemen en me zou laten dopen. Ik had een zekere kennis ontvangen.
Ik zei tegen de zusters: ‘Ik wil me nu laten dopen.’ Ze legden uit dat ik bepaalde lessen moest volgen en toezeggingen moest doen. Maar ik zei: ‘Ik wil geen tijd meer verliezen nu de Heer me heeft laten weten dat Joseph Smith een profeet was.’
De zusters belden hun zoneleider. Hij gaf toestemming voor een versneld lesschema. Hij maakte een afspraak voor een doopgesprek en zei dat ik ook met de wijkzendingsleider moest spreken. ‘Ik zei: ‘Maak u maar geen zorgen, ik zal zeker met de wijkzendingsleider praten. Hij is mijn vader. Hij bidt al jaren dat ik me zal laten dopen.’
Mijn doop was een ervaring om nooit te vergeten. Ik kreeg zo’n fijn en heerlijk gevoel. Ik had het gevoel dat ik een nieuw mens was. Ik was rein. Ik voelde me heel dicht bij mijn hemelse Vader en was heel gelukkig.
De profeet navolgen
Omdat ik een sterk getuigenis heb van wat er in 1820 in het heilige bos is gebeurd, ben ik altijd actief in het evangelie en de kerk gebleven. Ik begon te dienen, roepingen te vervullen en me volledig aan de kerk toe te wijden.
Twee weken na mijn doop riep de ringpresident me als leider van de jonge alleenstaanden in mijn ring (hoewel ik hem moest vragen wat een ring was). Na twee weken organiseerde ik een regionale alleenstaandenconferentie. Dat was de beste alleenstaandenconferentie in de geschiedenis van de kerk omdat ik daar mijn vrouw leerde kennen.
Een jaar later traden we in het huwelijk. We zijn nu al 38 jaar gelukkig getrouwd. We hebben vier kinderen en tien kleinkinderen. Alle zegeningen die we hebben ontvangen, zijn uit een gezamenlijke beslissing voortgekomen. Voordat we trouwden, vroeg ik haar: ‘Wil je me steunen om honderd procent gehoorzaam aan de hedendaagse profeten te zijn?’ Ze zei: ‘Ja.’
Nadat ik gedoopt was, ging de eerste toespraak die ik van president Spencer W. Kimball (1895–1985) hoorde over zelfredzaamheid en verstandig met geld omgaan. Hij zei ook dat we ervoor moesten zorgen dat onze kinderen goed opgeleid werden.1 Die twee dingen hebben we in ons gezin toegepast en ze zijn ons enorm tot zegen geworden. Mijn kinderen zijn goed terechtgekomen. Niet omdat ik zo slim ben, maar omdat ik de raad van de profeten heb opgevolgd.
Ik dien de Heer en mijn medemens graag, want dat heb ik van de profeten geleerd.
Een eigen getuigenis krijgen
Volg de profeten na. Luister naar hun woorden en doe wat zij adviseren. Dan zul je gelukkig zijn. Mijn geloof en kennis van de kerk en het evangelie zijn ontwikkeld door mijn getuigenis dat Joseph Smith een profeet was.
Ik heb onze hemelse Vader en Jezus Christus lief. Ik heb een groot verlangen om voor eeuwig bij Hen te zijn. Daarom is het zo belangrijk om naar de profeten te luisteren. Zij weten de weg terug naar onze hemelse Vader.
Volgens mij moeten alle jonge mensen oprecht de geschiedenis van Joseph Smith lezen, met een open hart en verstand, en bij onze hemelse Vader te rade gaan. Ik weet zeker dat de Heer antwoord zal geven, net zoals Hij mij dat heeft gegeven. Als we zijn verhaal in de Schriften lezen, kunnen we een sterk getuigenis ontvangen. Vervolgens kunnen we ook de andere versies lezen.2
Joseph Smith zag het licht, hij zag God de Vader en Jezus Christus, en Zij spraken tot Hem. Deze kennis is van God afkomstig, door middel van de Geest.
Als je die bevestiging in je hart ontvangt, stel je dan ten doel om de woorden van de hedendaagse profeten te leren kennen. Bestudeer hun woorden in de Schriften, de algemene conferentie, Voor de kracht van de jeugd, de tijdschriften van de kerk en op LDS.org. Leer hun raad kennen op het seminarie, in de zondagsschool en in quorums en klassen. Stel doelen die op profetische prioriteiten zijn gebaseerd. Ga dan aan de slag.
Dan zul je dichter bij de Heer leven. Dan zul je merken dat je op school en overal beter kunt meekomen. En weet dat je er nooit alleen voor staat. Je hebt mensen om je heen die je steunen en helpen, zoals je bisschop of gemeentepresident. En de Heer en zijn Geest zullen bij je zijn.