Boodschap van de gebiedsleiding
Tempelzegeningen
Mozes heeft beschreven hoe de Heer Adam het plan van geluk uit heeft uitgelegd: ‘En zie, alle dingen hebben hun gelijkenis, en alle dingen worden geschapen en gemaakt om van Mij te getuigen, zowel dingen die stoffelijk zijn, als dingen die geestelijk zijn; dingen die boven in de hemelen zijn en dingen die op de aarde zijn en dingen die in de aarde zijn en dingen die onder de aarde zijn, zowel boven als onder: alle dingen getuigen van Mij.’1
Tempels zijn de heiligste plekken die we op aarde hebben. Ze zijn het overtuigende bewijs dat de Heiland het middelpunt is van onze aanbidding in de tempel. Bij de ingang van de tempel staan de volgende zinsneden: ‘De Here gewijd’ en ‘Het huis des Heren’.
Toen de Heiland Jezus Christus aan de Nephieten verscheen, nodigde Hij alle kinderen uit om bij Hem te komen. In het verslag staat: ‘Dus brachten zij hun kleine kinderen en zetten hen neer op de grond om Hem heen, en Jezus stond in het midden; en de menigte maakte plaats totdat zij allen bij Hem waren gebracht.’2
Een van de tempelzegeningen is dus dat we tot Hem worden gebracht, dat we van en met Hem kunnen leren, om te worden zoals Hij is.
In de tempel leren we het doel van dit leven, wie wij zijn, waar we vandaan gekomen zijn, waarom we hier zijn, en waar we na dit leven naartoe gaan.
Ieder van ons doet in de tempel ook heilige beloften aan de Heer, door Hem verbonden genoemd. Zo leren we deze leringen de rest van ons leven in praktijk te brengen.
Die verbonden houden in dat we God gehoorzamen, Jezus Christus volgen, zedelijk rein zijn, en onze tijd en talenten aan onze dienst aan de Heer wijden.
Ze worden de leidbeginselen in ons dagelijks leven. Door deze heilige verbonden in ere te houden, kunnen we na dit leven eeuwig bij God wonen, en ontvangen we hier alvast meer gemoedsrust, vreugde en zegeningen.
Een van de zegeningen van tempelbezoek is het gevoel van sereniteit, gebed en bedachtzaamheid, van opzien naar de hemel, waar wij in de tegenwoordigheid van onze hemelse Vader en Jezus Christus voor altijd bij ons gezin kunnen zijn.
Een andere grote zegen is de vervulling van de profetie van de profeet Maleachi: ‘Zie, Ik zend tot u de profeet Elia, voordat de dag van de Heere komt, die grote en ontzagwekkende dag.
Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen, en het hart van de kinderen tot hun vaders, opdat Ik niet zal komen en de aarde met de ban zal slaan.’3
Jezus Christus gaf met zijn doop blijk van zijn vaste voornemen om al Gods geboden te gehoorzamen. Later onderwees Jezus dat we gedoopt moeten worden om Gods koninkrijk binnen te gaan. Maar hoe zit het dan met de mensen die zijn gestorven zonder gedoopt te zijn?
In de tempel worden dopen en andere essentiële verordeningen verricht namens hen die zijn gestorven zonder die gelegenheid te hebben gehad. Die verordeningen bieden alle mensen de verlossende genade van Jezus Christus. We verlenen deze dienst vol liefde, want heiligen der laatste dagen geloven dat het leven na de dood doorgaat, dat de overledenen zich bewust zijn van de verordeningen die voor hen zijn verricht, en dat het hen vrij staat om die te accepteren of niet.
Heiligen der laatste dagen doen familiehistorisch onderzoek naar de gegevens van hun voorouders en nemen hun namen mee naar de tempel om daar verordeningen voor ze te verrichten.
Toen het huidige Eerste Presidium werd geroepen, zei president Russell M. Nelson: ‘De uitkomst waar ieder van ons naar streeft, is begiftigd te worden met macht in een huis van de Heer, als gezin aan elkaar verzegeld te worden – trouw aan verbonden die in een tempel zijn gesloten – waardoor wij in aanmerking komen voor de grootste gave van God, het eeuwige leven. Uw aanbidding in de tempel […] zal u zegenen met meer individuele openbaring.4
Ik nodig u allen uit om naar de tempel te gaan en deze zegeningen en beloften te ontvangen.